H.3 Woordenschat -mavo1

Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?


Oftewel, wat is het doel van deze les?


Na deze les weet je een tegenstelling in een tekst te vinden en kun je

woordraadstrategieën gebruiken om de betekenis van
een moeilijk woord te vinden.




 




1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?


Oftewel, wat is het doel van deze les?


Na deze les weet je een tegenstelling in een tekst te vinden en kun je

woordraadstrategieën gebruiken om de betekenis van
een moeilijk woord te vinden.




 




Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

In teksten staan soms voorbeelden om moeilijke woorden uit te leggen. Dan weet je meteen wat de schrijver bedoelt.


Bij een voorbeeld vind je vaak signaalwoorden: (bij)voorbeeld, zo is er ..., zoals, denk maar aan ..., neem, zo.

Voorbeeld: –  Veel voormalige Oostbloklanden, zoals Polen en Roemenië, behoren nu tot de Europese Unie.

Ook een dubbele punt (:) kan aangeven dat er voorbeelden volgen: – Er is volop gelegenheid voor watersport: zwemmen, roeien, waterskiën en kanovaren. 


Soms krijg je eerst voorbeelden en volgt daarna het moeilijke woord: Denk aan het goede lettertype, de juiste lettergrootte, de regelafstand.


Kortom: besteed ook aandacht aan de typografie van je stuk.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Nu zelfstandig aan de slag

Wat nu?

 Voordat je aan de opdrachten begint, lees je eerst zelfstandig de theorie op blz. 101

Maken opdr.1 t/m 6

blz. 101 t/m 103









Slide 13 - Slide

Opdrachten maken in tweetalen

Keuze: je mag de woorden direct in WRTS of Quizlet zetten.

Of 1 leerling zet het in WRTS en de ander schrijft.

Let op: Verbeter de fouten als we het na gaan kijken!

  1 t/m 7  blz. 61 t/m 63



Let op het geluid, je werkt op fluistertoon. Denk aan de buren! Anders individueel verder!


Bespreken opdrachten en evaluatie van de les

Slide 14 - Slide

Aan de slag

Slide 15 - Slide

Opdracht: in 2 tallen=
 Bespreek met je klasgenoot wat er tijdens deze les is geleerd? Wat moet je onthouden? Hoe vertel je dit aan een leerling van een andere klas?

Opdracht: in 2 tallen=
 Bespreek met je klasgenoot wat er tijdens deze les is geleerd

Wat moet je onthouden, is belangrijk?
 
Hoe vertel je dit aan een leerling van een andere klas?

Wat was het doel van de les en is het doel bereikt?



Slide 16 - Slide

Slide 17 - Link

Slide 18 - Slide