What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Herhaling klas 1 pv tt
We gaan de persoonsvorm tegenwoordige tijd herhalen!
1 / 20
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
This lesson contains
20 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
We gaan de persoonsvorm tegenwoordige tijd herhalen!
Slide 1 - Slide
Op welke 3 manieren vind ik de persoonsvorm in een zin?
Slide 2 - Open question
Persoonsvorm - stam
Slide 3 - Slide
Persoonsvorm tegenwoordige tijd:
Ik ......(geven) het terug.
A
geef
B
geeft
C
gaf
Slide 4 - Quiz
Kun je de persoonsvorm tegenwoordige tijd correct schrijven?
A
Ja!
B
Ja, meestal wel
C
Soms, ik vind het nog wel moeilijk
D
Nee, ik heb echt extra hulp nodig
Slide 5 - Quiz
Wat is de juiste persoonsvorm tegenwoordige tijd?
Hij ______________ (voetballen)
A
voetbalt
B
voetbald
Slide 6 - Quiz
Persoonsvorm tegenwoordige tijd:
Hij ......(zwaaien) naar haar.
A
zwaai
B
zwaait
C
zwaaide
D
gezwaaid
Slide 7 - Quiz
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
A
hij bediend
B
hij bedient
Slide 8 - Quiz
Wat is de juiste persoonsvorm tegenwoordige tijd?
Zij ______________ (melden)
A
meldt
B
meld
Slide 9 - Quiz
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Ik (bereiden) het eten voor.
A
bereid
B
bereidt
Slide 10 - Quiz
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Met wie (fietsen) je naar school?.
A
fiets
B
fietst
Slide 11 - Quiz
Wat zijn de vormen van de persoonsvorm tegenwoordige tijd?
A
stam + de/te of stam + den/ten
B
stam, stam + t of het hele werkwoord
C
het hele werkwoord + d
D
alleen de stam
Slide 12 - Quiz
Geef de persoonsvorm tegenwoordige tijd
"(Schrijven) je"
A
schreef
B
schrijft
C
schrijf
D
schrijven
Slide 13 - Quiz
Geef de persoonsvorm tegenwoordige tijd
"Ik (werken)"
A
werk
B
werken
C
werkt
D
werkte
Slide 14 - Quiz
Sleep de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd van het werkwoord
worden
naar het juiste vakje.
hij/zij....
jullie...
ik...
word
worden
wordt
Slide 15 - Drag question
Wat is de juiste persoonsvorm tegenwoordige tijd?
Ik ______________ (redden)
A
redt
B
red
Slide 16 - Quiz
Persoonsvorm tegenwoordige tijd:
Het vliegtuig (landen) ... op tijd.
A
land
B
landt
Slide 17 - Quiz
Wat is de juiste persoonsvorm tegenwoordige tijd?
Ik ______________ (pesten)
A
pesdt
B
pest
Slide 18 - Quiz
Wat is de juiste persoonsvorm tegenwoordige tijd?
______________je mee naar huis? (gaan)
A
ging
B
ga
C
gaat
D
gaan
Slide 19 - Quiz
poetst
luisteren
Hij/zij/u
Ik
Wij/ jullie/ zij
groet
rennen
verft
vragen
wandel
verf
fietst
pak
verven
leer
Slide 20 - Drag question
More lessons like this
Groep 7-8 | werkwoordspelling | tegenwoordige tijd
August 2024
- Lesson with
19 slides
by
NTC DEF@ctO nl L.P
Nederlands
Werkwoordspelling
+2
Basisschool
Groep 7,8
NTC DEF@ctO nl E.E
Les H2 11 juni 2020
June 2020
- Lesson with
28 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Nederlands Hfst 3 TT van de PV
January 2025
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Nederlands Hfst 3 TT van de PV
December 2023
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Werkwoordspelling
September 2024
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Werkwoordspelling
May 2023
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Werkwoordspelling pvtt en pvvt
September 2024
- Lesson with
29 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Werkwoordspelling pvtt en pvvt
August 2024
- Lesson with
29 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4