Herhaling Hoofdstuk 8 geluid

Geluid



Herhaling
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Geluid



Herhaling

Slide 1 - Slide

bron
ontvanger
medium

Slide 2 - Drag question

slakkenhuis
buitenoor
trommelvlies

Slide 3 - Drag question

In de ruimte is geen geluid. Als astronauten aan een ruimtewandeling bezig zijn, praten ze met elkaar via de radio.
Waarom is er in de ruimte geen geluid?
A
Er is geen geluidsbron
B
Er is geen ontvanger
C
Er is geen tussenstof

Slide 4 - Quiz

wat is de geluidssnelheid in lucht?
A
343 km/h
B
343 km/s
C
343 m/s
D
343 m/h

Slide 5 - Quiz

Tijdens een onweersbui tel je 9 s tussen het zien van de bliksem en het horen van de donder.
Bij een geluidssnelheid van 343 m/s is de afstand dan
A
9,2 km
B
3,1 km
C
11,6 km
D
1,9 km

Slide 6 - Quiz

Je roept in een put. Na 0,12 s hoor je je echo. De geluidsnelheid in lucht is 340 m/s.
Hoe diep is de put?
A
20,4 m
B
40,8 m
C
2833 m
D
1417 m

Slide 7 - Quiz

De eenheid van de trillingstijd is?
A
s
B
dB
C
Hz
D
h

Slide 8 - Quiz

Bereken of bepaal de trillingstijd T van de trilling in de afbeelding.
A
T = 2 sec
B
T = 1 sec
C
T = 0,5 sec
D
T = 0,25 sec

Slide 9 - Quiz

Hoe groot is de trillingstijd van de trilling in de afbeelding?
A
T = 10 s
B
T = 10 ms
C
T = 5 s
D
T = 5 ms

Slide 10 - Quiz

Een toon heeft een frequentie van 440Hz. Bereken de trillingstijd van deze toon.
A
T = 440 s
B
T = 0,0022 ms
C
T = 0,0022 s
D
T = 2,2 s

Slide 11 - Quiz

Hoe groot is de trillingstijd in seconden?

Slide 12 - Open question

hoge frequentie
lage frequentie
meer decibel
minder decibel

Slide 13 - Drag question

Met een decibelmeter meet je:
A
de hoogte van het geluid
B
de sterkte van het geluid
C
de hoogte en de sterkte van het geluid

Slide 14 - Quiz

Wat is het frequentiebereik van het menselijk oor?
A
10Hz - 10.000Hz
B
0Hz - 100.000Hz
C
2Hz - 2.000Hz
D
20Hz - 20.000Hz

Slide 15 - Quiz


Dubbel glas gebruiken in huizen is een manier om geluidsoverlast tegen te gaan. Wat voor soort maatregel is dat?
A
een maatregel bij de bron
B
een maatregel tussen bron en ontvanger
C
een maatregel bij de ontvanger

Slide 16 - Quiz


Een gehoorbeschermer dragen is een manier om geluidsoverlast tegen te gaan. Wat voor soort maatregel is dat?
A
een maatregel bij de bron
B
een maatregel tussen bron en ontvanger
C
een maatregel bij de ontvanger

Slide 17 - Quiz


In de afbeelding zie je een audiogram. 
Wat is een audiogram
A
Een meting waarmee je de pijngrens bepaald
B
Een meting waarmee je de toonhoogte van een geluid meet
C
Een meting waarmee je bepaald hoe goed je gehoor is

Slide 18 - Quiz

Je ziet drie audiogrammen.
Welk audiogram is het audiogram van iemand die lage tonen niet meer goed hoort?
A
audiogram 1
B
audiogram 2

Slide 19 - Quiz