Spelling mavo 3

Mavo 2 
Spelling werkwoorden
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Mavo 2 
Spelling werkwoorden

Slide 1 - Slide

Lesdoelen:
  • Ik kan werkwoorden in de tegenwoordige tijd en verleden tijd goed schrijven
  • Ik ken de regels van werkwoordspelling

Slide 2 - Slide

Miniquiz werkwoorden
Download lessonup op je mobiel
Voer de pin in

Slide 3 - Slide

Vul de juiste vorm van het werkwoord in

(Vermelden) je gegevens op het formulier.
A
Vermeld
B
Vermeldt
C
Vermelt
D
Vermeltd

Slide 4 - Quiz

Vul de juiste vorm van het werkwoord in

Monica (klagen vt) heel erg over kleine dingen.
A
klaagtte
B
klaagte
C
klaagde
D
klaagdde

Slide 5 - Quiz

Vul de juiste vorm van het werkwoord in

‘Minke (rotzooien) maar wat aan tijdens de training,’ mopperde de voetbalcoach.
A
rotzooitte
B
rotzooite
C
rotzooidde
D
rotzooide

Slide 6 - Quiz

Vul de juiste vorm van het werkwoord in

De strandwacht (redden) regelmatig iemand uit een moeilijke situatie.
A
red
B
redt
C
ret
D
retd

Slide 7 - Quiz

Vul de juiste vorm van het werkwoord in

Ik geloof niet wat er hier (gebeuren)
A
gebeurt
B
gebeurd
C
gebeurdt
D
gebeurtd

Slide 8 - Quiz

Welke vorm gebruik je bij je/jij achter een werkwoord

Slide 9 - Open question

Hoe schrijf je zwakke werkwoorden in de vt? (2 vormen noemen)

Slide 10 - Open question

Welke vorm gebruik je in de volgende zin?
Hij heeft zijn huiswerk niet gemaakt en (verdienen) straf.

Slide 11 - Open question

Huiswerk
Test jezelf 2.3 en 2.4

Slide 12 - Slide