Pathologie ademhaling

1 / 21
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
  • Uitleggen wat de oorzaken en gevolgen zijn van PO2 en PCO2 in het bloed
  • Respiratoire insufficiëntie uitleggen en voorbeelden benoemen
  • Verschillende soorten ademhalingen benoemen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Tekst
ADEMHALING
INADEMING
UITADEMING
RESPIRATIE
INSPIRATIE
EXPIRATIE

Slide 3 - Drag question

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

Hypoxemie --> te laag opgeloste hoeveelheid zuurstof in het bloed  gevolg is zuurstoftekort in de weefsels

Hypercapnie -->Bij COPD is hypercapnie een veelvoorkomend symptoom. Door de COPD hebben de longen moeite om gassen te wisselen met het bloed en de ingeademde lucht. (diffusie)
Hierdoor wordt er minder zuurstof opgenomen maar ook minder CO2 uitgeademd. Wanneer CO2 niet goed wordt uitgeademd kan de hoeveelheid CO2 in het lichaam gaan stapelen.

Hypocapnie -->  komt vaak voor bij hyperventilatie, te snel en te diep ademhalen. Je krijgt dan een verlaagde hoeveelheid koolstofdioxide in het bloed. (denk aan de prikkel tot ademhalen)

Slide 5 - Slide

PO2 --> Hoeveelheid opgelost zuurstof in het bloed
PCO2 --> Hoeveelheid opgelost koolstofdioxide in het bloed
Zuurstof bindt in het bloed samen met water tot koolzuur, verzuring heeft fatale gevolgen in het lichaam.
Verzuring door te hoog koolstofdioxide in het bloed --> ademhalingsverzuring en dat noemen we dan respiratoire acidose doordat je longen niet goed functioneren kunnen zure stoffen je lichaam niet goed via de ademhaling verlaten. Dit kan acuut of chronisch zijn.
Verzuring door andere stofwisselingsproducten noemen we metabole acidose --> stofwisselingsverzuring. Bijv. tijdens het hardlopen of na flink wat sporten in de sportschool. (afval product van de verbranding in de spieren)

Slide 6 - Slide

Stoornissen in de ventilatie, gaswisseling en perfusie.
Ventilatie problemen --> apnoe (ademhaling stopt (tijdelijk)door afsluiting van de bovenste luchtwegen) of bronchospasme (verkramping van de spieren rondom de luchtpijp)
Gaswisseling --> longfibrose (littekenweefsel in/rondom de longblaasjes), longoedeem door hartfalen, longemfyseem
Perfusie --> long embolie, decompensatio cordis links of rechts, klepafwijking in de longslagader.
Perfusie --> bloed
Ventilatie --> ademhaling

Wat is CO2?
A
Koolstofdioxide
B
Koolstofmonoxide
C
Zuurstof
D
Stikstof

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Hoe noem je de opgeloste hoeveelheid zuurstof in je bloed?
A
CO2
B
pCO2
C
O2
D
pO2

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Waarom is het gevaarlijk om te veel CO2 in je bloed te hebben?

Slide 9 - Open question

Doordat CO2 wordt ingeademd, stijgt de CO2-concentratie in het bloed. Het bloed wordt hierdoor zuurder en bevat minder zuurstof. Dit zorgt ervoor dat het lichaam minder goed instaat is om cmplexere hersentaken uit te voeren waardoor het concentratie vermogen afneemt. Lusteloosheid, slap vertraagde ademhaling en uiteindelijk bewusteloosheid tot gevolg heeft. 

Slide 10 - Slide

Respiratoire inssufficientie
PO2 --> Hoeveelheid opgelost zuurstof in het bloed
PCO2 --> Hoeveelheid opgelost koolstofdioxide in het bloed

Onvoldoende inademing --> zorgt voor daling van zuurstof in het bloed --> onvolledige verbranding in de cellen --> metabole acisdose (spieren)

Onvoldoende uitademen--> meer koolstofdioxide in het bloed --> respiratoire acidose (ademhalingsverzuring)
Levert in beide gevallen op de pH van het lichaam daalt en het lichaam dus verzuurt.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

Tachypnoe --> te snel ademen, > 20 ademhalingen per minuut

Bradypnoe --> verlaagde ademfrequentie <6 ademhalingen per minuut

Hyperpnoe --> te diepe ademhaling

Hypopneu --> oppervlakkige ademhaling

Cheyne-stokes ademhaling --> abnormaal adempatroon met een onregelmatige frequentie. Komt vaak voor bij het stervensproces.

Kussmaul -->diepe regelmatige ademhaling zonder onderbreking met een soort snurkend geluid. Treed op bij verzuring van het lichaam.

Wat is dyspnoe?
A
Snel ademen
B
Ademstop
C
Kortademigheid
D
Ontsteking

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Hoe noem je het als iemand heel snel achter elkaar ademt?
A
Hyperpnoe
B
Tachypnoe
C
Bradypnoe
D
Cheyne stokes ademhaling

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Waar wordt de ademhaling geregeld?
A
Door het hartritme
B
In de longen
C
Door de O2 en CO2 uitwisseling
D
In het ademcentrum in de hersenstam

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Waar wordt de
ademhaling
geregeld?
A
Verlengde merg
B
Pons
C
Thalamus
D
Hypothalamus

Slide 18 - Quiz

Is een deel van de hersenstam. Hersenstam wordt gevormd door; middenhersenen, pons en verlengde merg en soms thalamus en hypothalamus
Kussmaul ademhaling is om
A
respiratoire acidose te voorkomen
B
respiratoire alkalose te voorkomen
C
metabole acidose te voorkomen
D
metabole alkalose te voorkomen

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een normale ademhaling?
A
4-9 per minuut
B
9-18 per minuut
C
18-25 per minuut
D
25-29 per minuut

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

ik wil nog iets mededelen in de les

Slide 21 - Open question

This item has no instructions