TEKST 1
Bas loopt met zijn hond Smeerkees door het park. Smeerkees ziet een sloot. Hij springt erin. Bas roept hem terug. Smeerkees komt uit de sloot. Hij is kletsnat. Hij schudt zich uit. Nu is ook Bas kletsnat.
TEKST 2
Als Bas met zijn hond Smeerkees door het park loopt, ziet deze een sloot, waar hij in springt. Bas roept hem terug, waarop Smeerkees uit de sloot komt. Smeerkees is kletsnat en schudt zich uit, waardoor ook Bas kletsnat wordt.