Eisen aan informatie en informatiesystemen

Informatica
Informatiesystemen

Module 1 - §2.3 t/m §2.4
1 / 19
next
Slide 1: Slide
InformaticaMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,5

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Informatica
Informatiesystemen

Module 1 - §2.3 t/m §2.4

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Gegevens en informatie zijn niet hetzelfde. Leg het verschil kort uit.

Slide 2 - Open question

This item has no instructions

Waar richt informatica zich op?

Slide 3 - Open question

Informatica is de wetenschap waarin onderzoek wordt gedaan naar het verzamelen, verwerken, opslaan en verspreiden van informatie.
De informatica richt zich dan met name op hoe computers hierbij ingezet kunnen worden.
Wat valt er allemaal onder informatie- en communicatietechnologie (ICT)?

Slide 4 - Open question

Techniek en toepassingen voor hardware, software en datacommunicatie.
Geef een voorbeeld van de hardware in een smartphone die communicatie mogelijk maakt.

Slide 5 - Open question

Bijvoorbeeld: een 5g-chip voor mobiel internet, gps-chip voor locatiebepaling, een bluetooth-chip om te koppelen met apparaten in de buurt, een wifi-chip om verbinding te maken met een netwerk. 
Leerdoel
Aan het eind van deze les ken je acht eisen die mogen worden gesteld aan informatie en vier eisen die gesteld mogen worden aan informatiesystemen.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Informatiebehoefte
Iedereen is doorlopend op zoek naar informatie. Als je bijvoorbeeld op het station staat te wachten wil je graag weten hoe laat een trein vertrekt en misschien ook wel of je nog voldoende saldo hebt om te kunnen reizen.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Eisen aan informatie
Als je geld uit een pinautomaat gaat halen dan wil je dat je het saldoinformatie begrijpt en je gaat er ook vanuit dat het saldo dat getoond wordt actueel is. Kortom, je stelt eisen aan de informatie die je krijgt.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Eisen die gesteld worden aan informatie
  • Volledigheid: ontbreekt er niets?
  • Relevantie: is de informatie afgestemd op het te bereiken doel?
  • Actualiteit: is de informatie op het moment van opvragen geldig?
  • Juistheid: bevat de informatie geen fouten?
  • Nauwkeurigheid: is de informatie gedetailleerd genoeg?
  • Controleerbaarheid: is controle mogelijk?
  • Overzichtelijkheid: is de informatie goed gestructureerd?
  • Tijdigheid: is de informatie op het juiste moment beschikbaar?

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld (telebankieren)
  • Volledigheid: je wilt dat álle bij- en afschrijvingen opgenomen zijn.

  • Relevantie: je wilt (al dan niet met een zoek- of filterfunctie) alleen die informatie zien die er toe doet (dus geen reclame die in de weg staat).

  • Actualiteit: ook de nieuwe sportschoenen die je vanochtend met je pinpas betaald hebt, moeten in het overzicht vermeld staan.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld (telebankieren)
  • Juistheid: het is belangrijk dat het saldo klopt,met andere woorden dat dit het resultaat is van het optellen en aftrekken van alle vermelde bedragen.

  • Nauwkeurigheid: je wilt het precieze saldo weten, bijvoorbeeld '213,46 euro' en niet 'ruim 200 euro '.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld (telebankieren)
  • Controleerbaarheid: door alle bedragen op te tellen of af te trekken, moet je zelf ook op het vermelde saldo uitkomen.

  • Overzichtelijkheid: je verwacht dat alle betalingen en bijschrijvingen netjes op volgorde van datum/tijdstip op het scherm getoond worden.

  • Tijdigheid: je wilt dat de informatie verstrekt wordt op het moment dat jij die nodig hebt, dus als je een website of een app op je smartphone opstart moet de informatie direct te zien zijn.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Eisen informatiesysteem
  • Betrouwbaarheid: de informatie moet kloppen en volledig zijn. De informatie moet bovendien alleen beschikbaar zijn voor mensen die daar recht op hebben.

  • Continuïteit: het risico dat het systeem uitvalt moet tot een minimum beperkt blijven.

  • Efficiëntie: er moet een goede verhouding zijn tussen de kosten en de kwaliteit van het systeem, het systeem moet snel kunnen antwoorden, het moet gebruikersvriendelijk zijn, er moet een goede afstemming zijn op de andere bedrijfsactiviteiten.

  • Effectiviteit: het systeem moet een hulpmiddel zijn voor de organisatie om haar bedrijfsdoelstellingen te halen, en het systeem moet vitale bedrijfsfuncties ondersteunen.
uitleg a.d.h.v. kaartjesautomaat RET

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Vormen van dataverwerking
Er zijn veel verschillende vormen van dataverwerking. Een aantal voorbeelden:

  • Verzamelen
  • Analyseren
  • Controleren
  • Bewaren
  • Ordenen
  • Wijzigen
  • Zoeken
  • Verspreiden
  • Afschermen
  • Verwijderen

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

LET OP!
Bij de volgende 3 meerkeuzevragen moet je aangeven aan welke eis van informatie niet of onvoldoende wordt voldaan.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Berichten in een Messenger (bijvoorbeeld Whatsapp) worden niet geladen.
A
Betrouwbaarheid
B
Beschikbaarheid
C
Volledigheid
D
Overzichtelijkheid

Slide 16 - Quiz

Beschikbaarheid. De informatie is niet beschikbaar op het juiste moment. 
Op social media plaatst een klasgenoot het bericht dat er morgen twee van je lessen vervallen.
A
Betrouwbaarheid
B
Beschikbaarheid
C
Volledigheid
D
Doelgerichtheid

Slide 17 - Quiz

Betrouwbaarheid. Om zeker te weten dat de lessen vervallen, kun je het beste zelf in de roosterapp van school kijken. Dit is de meest betrouwbare bron.
Als je een filmpje wilt bekijken, krijg je eerst reclame te zien.
A
Betrouwbaarheid
B
Doelgerichtheid
C
Relevatie
D
Volledigheid

Slide 18 - Quiz

Relevantie. De reclame is ongevraagd (niet relevant).
Neem YouTube als app in gedachten.
Wat is het doel van deze app?

Slide 19 - Open question

YouTube heeft als doel om gebruikers filmpjes te laten delen en bekijken.