Lesweek 6 2.1 - 2.2 - 2.3

Digitaal/op afstand
1 / 18
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quiz, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Digitaal/op afstand

Slide 1 - Slide

Welkom
Rekenen
Paragraaf 2.1

Slide 2 - Slide

Hoofdstuk 2 
Bewerkingen

2.1 Optellen
2.2 Aftrekken
2.3 Vermenigvuldigen
2.4 Delen
2.5 X en : met 10, 100 en 1000 en haakjes
2.6 Gemengde opdrachten

Slide 3 - Slide

Lesdoelen hst 1
  • Je herkent getallen in de dagelijkse omgeving
  • Je kent de waarde van een cijfer in een getal
  • Je kan grote getallen lezen, uitspreken en schrijven

Slide 4 - Slide

0

Slide 5 - Video

Even samen oefenen:

Slide 6 - Slide

198 + 35 =
A
133
B
137
C
233
D
237

Slide 7 - Quiz

Handig optellen met strategieën zoals :
Rijgen                    (230 + 90: 230 → 300 → 320) 
Splitsen                 (46 + 53 → 90 + 9) 
Compenseren    (199 + 86: 200 + 86 - 1 of ineens 200 + 85)
Analogie                (3000 + 12000 naar analogie van 3 + 12) 
Verwisselen         (2 + 399 → 399 + 2)
Omvormen           (97 + 54 is evenveel als 100 + 51)

Slide 8 - Slide

Aftrekken
Rekenen
Paragraaf 2.2

Slide 9 - Slide

Even samen oefenen

Slide 10 - Slide

Nu een voorbeeld van een aftreksom

275 - 99 =
eerst haal ik er 100 af
275 - 100 = 175
maar ik heb er 1 teveel afgehaald, dus moet er nog 1 bij
175 + 1 = 176

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Welkom
Rekenen
Les 3

Slide 13 - Slide

Cijferend vermenigvuldigen   
manier 2: cijferend vermenigvuldigen

Slide 14 - Slide

splitsend vermenigvuldigen
cijferend vermenigvuldigen
X

Slide 15 - Slide

splitsend vermenigvuldigen
cijferend vermenigvuldigen

Slide 16 - Slide

Cijferend vermenigvuldigen

Slide 17 - Slide

Ik doe de som eerst voor
4 x 15 = 60
want 4 x 10 = 40 en 4 x 5 = 20
40 + 20 = 60
Hoeveel is dan 4 x 150 = ?
Ik weet dat 4 x 15 = 60
150 = 10 x 15, dus moet het antwoord ook keer 10 (60 x 10)
Het antwoord is 600

Slide 18 - Slide