zww www www

zelfstandig werkwoord
zelfstandig werkwoord
hulpwerkwoord
koppelwerkwoord
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with text slides.

Items in this lesson

zelfstandig werkwoord
zelfstandig werkwoord
hulpwerkwoord
koppelwerkwoord

Slide 1 - Slide

Stillezen
timer
10:00

Slide 2 - Slide

werkwoorden
zelfstandig werkwoord
hulpwerkwoord



Slide 3 - Slide

Zelfstandig werkwoord
Geeft de handeling aan.
 Het belangrijkste werkwoord in de zin.
Er staat altijd maar één zelfstandig werkwoord in een zin. 

Slide 4 - Slide

zelfstandig werkwoord
Ik loop naar school.
ik fiets naar de winkel.

Slide 5 - Slide

Zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord

  Ik ben naar de winkel gefietst.    
 hww                                 zww

Slide 6 - Slide

zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord
     
        Ik ben naar school gelopen.
            hww                            zww


Slide 7 - Slide

Zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord
Ik ben naar de winkel gefietst.
 hww                              zww
Ik zou naar de winkel kunnen fietsen.
 hww                                    hww     zww

Slide 8 - Slide

koppelwerkwoorden
koppelwerkwoord en naamwoordelijk gezegde: ben/word je iets

Ik word dokter > worden
   KWW
Ik ben blij.  > zijn
  KWW


Slide 9 - Slide

koppelwerkwoorden
  1. zijn, 
  2. worden
  3. blijven
  4. blijken
  5. lijken
  6. schijnen
  7. heten
  8. dunken 
  9. voorkomen.

Slide 10 - Slide

Koppelwerkwoord en hulpwerkwoord
Hij mag kampioen blijven.
zijn
worden
blijven
blijken
lijken
schijnen
heten
dunken 
voorkomen

Slide 11 - Slide

Koppelwerkwoord en hulpwerkwoord
Hij mag kampioen blijven.
Hij blijft kampioen/ hij is iets !
> blijven> koppelwerkwoord
Hij mag kampioen blijven.
hww                       kww
zijn
worden
blijven
blijken
lijken
schijnen
heten
dunken 
voorkomen

Slide 12 - Slide

Charlie is een  lieve hond.
Justin is ziek geweest.
Carlitos wil loodgieter worden

Slide 13 - Slide