Iedere zin bevat een onderwerp en gezegde. Soms is dat voldoende -->
Papa slaapt.
In de zin Thomas geeft. vraag je je af wat hij aan wie geeft. Deze zin kan dan twee voorwerpen hebben. Thomas geeft zijn oma een bos bloemen.
Er kunnen 0, 1 of 2 voorwerpen in de zin zitten, dit is afhankelijk van het zelfstandig werkwoord. Slapen, kopen, geven.
Er zijn drie soorten voorwerpen, daar gaan we volgende keer mee aan de slag.