Spaans les 3 V4 periode 3 carta viaje Latinoamérica escribir I párrafo


werken aan literatuur
1 / 12
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson


werken aan literatuur

Slide 1 - Slide

objetivos: mejorar las frases de vuestras cartas y terminar párrafo I


miércoles, 17 de marzo de 2021

Introducción al periodo 3

Slide 2 - Slide

La clase anterior
Contesta a estas preguntas con tu compañero/a en holandés:

1. ¿Cuáles  son las  terminaciones  del  indefinido  regular?
2. ¿Cuáles son las terminaciones del indefinido irregular?
3. ¿Cuál es la raíz (de stam) de  estar en el indefinido?
4. ¿Cuál  es la raíz (de stam) de tener  en el indefinido?
5. ¿Puedes decir 3 palabras claves que van con el indefinido?
6.¿ Esta frase está bien: El viaje tardó 3 horas. Explica.


timer
3:00

Slide 3 - Slide

La preparación para la clase de hoy
Aprender lista de vocabulario (geografía y viajar). N-S pagina 4 hasta 6 del nuevo reader.

Aprender las formas del indefinido y del imperfecto (apuntes y bijlage)
aprender uso de hay/ser/estar (bijlage).

Escribe en el post-it la pregunta que tengas sobre la preparación de hoy en holandés.

Slide 4 - Slide

El indefinido irregular
timer
3:00

Slide 5 - Slide

Mejorar las frases:  busca el error
1.  Viajamos  a viernes veinticinco de julio (2x).
2. Fui en Colombia uno mes (2x).
3. Costa Rico esta en el norte de Latinoamérica. (1x)
4. Perú tienes las montañas muy  buen (3x).
5. Nosotros estuvamos por tres semanas (2x).
6. He ido en el 22 de  julio (2x)).
7.  Le estoy escribiendo esta carta, porque ido  en vacaciones en Cuba (3x)
8. Fuimos  en el aeropuerto (2x)
9. Espero la salida de el avión (1x)
10.  Salíamos desde  Schiphol de julio de dos  mil veintitrés (2x)
11. Mi familia y yo salimos 1 marzo (2x).




timer
6:00

Slide 6 - Slide

Párrafo 1 - introducción
Leg uit waarom je deze brief schrijft 
Waar ben je naar toe gegaan? Waarom daar?
Waar ligt het?
Wat kun je meer vertellen over dat land? (zie jouw Ficha de trabajo)
Met wie ben je daar naar toe gegaan?
Wanneer was je daar?
Hoelang was je daar?
Sla steeds een witregel over, dan kan je daar later verbeteringen opschrijven.
Hulpmiddelen:
woordenboek
aantekeningen

Slide 7 - Slide

Párrafo 2 - El viaje de ida a tu país

Vertel over de heenreis in 100 woorden. Verwerk daarin het volgende (indefinido/imperfecto):
Welke datum / dag/ tijd vertrokken jullie en waarvandaan.
Beschrijf hoe de reis verliep (bezigheden, tegenslag, stewardessen, eten etc.)
Hoe lang duurde de reis?
Wanneer/hoe laat kwamen jullie aan en waar?
Gebruik vocabulaire uit de reader, ook bijvoeglijke nw-en

Tip
Schrijf de alinea eerst in het Nederlands.
Gebruik korte zinnen.
Alleen korte zinnen kan je makkelijk vertalen naar het Spaans.
Doe alsof je het aan een klein kind vertelt.

Slide 8 - Slide

La preparación para 
lunes
Aprender para examen oral la rutina diaria (los días, la hora, vocabulario, rutina)
Hacer texto 2 pag. 33 del reader.

jueves
aprender todo sobre  el indefinido (regular e irregular)
aprender todo sobre el imperfecto (regular e irregular)
aprender lista de vocabulario. del reader pág. 7 hasta  9 N-S

Slide 9 - Slide

Ik weet de uitgangen van de indefinido regular uit mijn hoofd.

Slide 10 - Slide

Ik weet wanneer  ik de indefinido en de imperfecto in mijn brief moet gebruiken.

Slide 11 - Slide

Ik heb de vocabulaire geleerd en daardoor kon ik goed meedoen in de les.

Slide 12 - Slide