What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
3K 8 Werk en bedrijf
§7.1 De timmerfabriek
Deze les leer je:
- Wat de 4 productiefactoren zijn
1 / 37
next
Slide 1:
Slide
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
This lesson contains
37 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
§7.1 De timmerfabriek
Deze les leer je:
- Wat de 4 productiefactoren zijn
Slide 1 - Slide
Start opdracht
Je gaat met zijn 2en een bedrijf beginnen.
Bedenk zoveel mogelijk dingen die je nodig hebt als je een bedrijf wil beginnen.
Maak een mindmap
(minimaal 15 dingen)
timer
5:00
Slide 2 - Slide
Voor productie zijn
3 productiefactoren
nodig:
Arbeid
: De mensen die het werk doen.
Natuur
: Bomen, aardappelen etc...
Kapitaal
: Voorraad grondstoffen en eindproducten, het gebouw en machines en gereedschappen.
Slide 3 - Slide
De productie kan:
Kapitaalintensief
zijn: wordt veel gebruik gemaakt van machines.
Arbeidsintensief
zijn: wordt veel gebruik gemaakt van mensen.
Slide 4 - Slide
Ondernemerschap
Vierde productiefactor.
De eigenaar/leiding van het bedrijf doet ander werk dan het personeel.
Ze helpen niet mee met het maken van de producten.
Dit heet dan ook anders namelijk:
ondernemerschap
Slide 5 - Slide
Mindmap afmaken
Maak je mindmap af.
Schrijf bij alles op welke productiefactor erbij hoort:
Kapitaal
Arbeid
Natuur
Ondernemerschap
Slide 6 - Slide
Opdracht
Maak online of in je boek
paragraaf 7.1 opdracht 9
Slide 7 - Slide
Geef een voorbeeld van de productiefactor: Arbeid
Slide 8 - Open question
Geef een voorbeeld van de productiefactor: Natuur
Slide 9 - Open question
Geef een voorbeeld van de productiefactor: Kapitaal
Slide 10 - Open question
§7.2 De kaasspeciaalzaak
Deze les leer je:
- Wat een bedrijfstak is
- Wat een bedrijfskolom is
Slide 11 - Slide
Bedrijven kun je indelen in:
Bedrijfstak
: Bestaat uit bedrijven die zich met dezelfde fase van de productie bezighouden.
Bedrijfskolom
: De bedrijven waar een product langsgaan van grondstof tot eindproduct.
Verkoopopbrengst – waarde inkopen =
toegevoegde waarde.
Slide 12 - Slide
Dit zijn soortgelijke bedrijven -> bedrijfstak
Slide 13 - Slide
Bedrijfskolom
Slide 14 - Slide
Wat is het verschil tussen een bedrijfskolom en een bedrijfstak?
Bedrijfstak: Bestaat uit bedrijven die zich met dezelfde fase van de productie bezighouden.
Bedrijfskolom: De bedrijven waar een product langsgaan van grondstof tot eindproduct.
Slide 15 - Slide
§7.3 Studie en beroep
Deze les leer je:
- Wat de 4 sectoren zijn
Slide 16 - Slide
Er zijn 4 productiesectoren:
P
rimaire sector: landbouw, mijnbouw en visserij.
S
ecundaire sector: industrie & bouw.
T
ertiaire sector: commerciële dienstverlening (bijv. kapper, marktkoopman, winkels en horeca)
K
wartaire sector: niet-commerciële instellingen. (bijv. leraar, politieman, arts en brandweer)
Slide 17 - Slide
De primaire sector
Slide 18 - Slide
Secundaire Sector
Slide 19 - Slide
Tertiaire Sector
Slide 20 - Slide
Kwartaire Sector
Slide 21 - Slide
Eindvraag!
Welke 4 sectoren zijn er en wat betekenen ze?
Primaire sector: landbouw, mijnbouw en visserij.
Secundaire sector: industrie & bouw.
Tertiaire sector: commerciële dienstverlening (bijv. kapper, marktkoopman, winkels en horeca)
Kwartaire sector: niet-commerciële instellingen. (bijv. leraar, politieman, arts en brandweer)
Slide 22 - Slide
§8.4 Betaald en onbetaald werk
Deze les leer je:
- Het verschil tussen arbeidsomstandigheden en arbeidsmotieven
- Wat de Arbowet is
- Wat flexwerkers zijn
Slide 23 - Slide
Arbeidsomstandigheden
- Gezondheid
- Veiligheid
- Welzijn
(vastgelegd in Arbowet)
Slide 24 - Slide
Arbeidsmotief
arbeidsmotief
= reden om te werken.
1. geld
2. zinvol
3. contact met anderen
4. regelmaat
5. ontwikkelen
Slide 25 - Slide
Arbowet
Slide 26 - Slide
Flexwerker
Je werkt alleen wanneer de werkgever je nodig heeft.
Bijvoorbeeld een uitzendkracht of een oproepkracht
Slide 27 - Slide
Noem voorbeelden van arbeidsomstandigheden
Slide 28 - Open question
Noem voorbeelden van arbeidsmotieven
Slide 29 - Open question
§8.5 Vakantiewerk
Deze les leer je:
- Wat een arbeidsovereenkomst is
- Wat arbeidsvoorwaarden zijn
Wat een CAO is
Slide 30 - Slide
Twee soorten arbeidsovereenkomsten:
de vaste arbeidsovereenkomst (zonder einddatum);
de tijdelijke arbeidsovereenkomst (met einddatum).
Flexwerkers hebben een tijdelijke arbeidsovereenkomst.
Slide 31 - Slide
Arbeidsvoorwaarden
De rechten en plichten van de werknemer en werkgever noemen we
arbeidsvoorwaarden
.
Deze worden vastgelegd in een
CAO.
In een CAO (collectieve arbeidsovereenkomst)
staan afspraken in voor een hele bedrijfstak.
Slide 32 - Slide
Eindvragen
Wat is een arbeidsovereenkomst?
Welke rechten en plichten heb je als je ergens werkt (arbeidsvoorwaarden)?
Slide 33 - Slide
8.6 Collectieve arbeidsovereenkomst
Deze les leer je:
-Wat een CAO is
-Wat een vakbond is
Slide 34 - Slide
CAO
C
ollectieve
A
rbeids
o
vereenkomst
Een overeenkomst tussen werkgevers en werknemers over arbeidsvoorwaarden.
Alle bedrijven die onder een CAO vallen, moeten zich houden aan de regels van de CAO
Werkgevers vertegenwoordigd door werkgeversorganisaties
Werknemers vertegenwoordigd door vakbonden
Slide 35 - Slide
CAO
CAO =
collectieve arbeidsovereenkomst
Slide 36 - Slide
Wat staat er allemaal in een CAO?
Slide 37 - Open question
More lessons like this
3K 8 Werk en bedrijf
June 2023
- Lesson with
33 slides
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Herhalingsles H8
May 2022
- Lesson with
35 slides
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
h8
June 2024
- Lesson with
20 slides
h. 7 klas 3 mavo
June 2022
- Lesson with
24 slides
Economie
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 3
h8 herhaalles
June 2024
- Lesson with
16 slides
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Ec. bekeken terugblik H8 Werk en bedrijf
June 2024
- Lesson with
20 slides
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Leerjaar 4 Economie Hst 4 les 1
December 2018
- Lesson with
12 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
Leerjaar 4 Economie Hst 4 les 1
September 2022
- Lesson with
11 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4