§2.6 Samenhang: ontwikkeling en migratie deel 1

§2.6 Samenhang: ontwikkeling en migratie


H2:Wereldbeeld
Domein: Wereld
VWO4
1 / 15
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

§2.6 Samenhang: ontwikkeling en migratie


H2:Wereldbeeld
Domein: Wereld
VWO4

Slide 1 - Slide

Tot welke fase van het demografisch transitiemodel behoort Kameroen met een geboortecijfer van 37 promille en sterftecijfer van 12 promille?

timer
0:20
A
de eerste fase
B
begin tweede fase
C
eind tweede fase
D
de derde fase

Slide 2 - Quiz

In Duitsland is er sprake van .... (1) en in Nigeria van ... (2)
timer
0:15
A
1 = groene druk 2 = grijze
B
1 = grijze 2 = groene

Slide 3 - Quiz

Bij welke fases van het demografisch
transitiemodel horen deze
bevolkingsdiagrammen?
A
piramide 1, klok 2 urn 3
B
piramide 2, klok 3, urn 4/5
C
piramide 4/5, klok 3, urn 2
D
piramide 3, klok 2, urn 1

Slide 4 - Quiz

Schrijf drie redenen op waarom arme landen vaak hoge geboortecijfers hebben

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Verstedelijking
2024: meer dan de helft van de wereldbevolking woont in de stad
2100: voorspelling dat dit naar 90% gaat

Verstedelijking = proces waarbij mensen vanaf het platteland naar de stad trekken

Slide 8 - Slide

Verstedelijkingsgraad
Verstedelijkingsgraad = het aandeel van de bevolking dat in de steden woont (NL: 90% en Ethiopië 19%)



Slide 9 - Slide

Welk verband?

Slide 10 - Slide

Verstedelijkingstempo
Verstedelijkingstempo = de snelheid waarmee de verstedelijkingsgraad per jaar toeneemt


Slide 11 - Slide

Opdracht
Verband urbanisatiegraad en tempo?


Urbanisatiegraad
Urbanisatietempo
BNP
Australië
Groot-B
Tanzania
Mali

Slide 12 - Slide

Opdracht
Urbanisatiegraad
Urbanisatietempo
BNP
Australië
Hoog
Laag
31
Groot-B
Hoog
Laag
28
Tanzania
Laag
Hoog
1.7
Mali
Laag
Hoog
1.2

Slide 13 - Slide

2 beweringen:
1. Rijke landen hebben meestal een hoge verstedelijkingsgraad
2. In arme landen ligt het verstedelijkingstempo meestal laag
timer
0:30
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist Bewering 2 in onjuist
D
Bewering 1 is onjuist Bewering 2 is juist

Slide 14 - Quiz

Aan de slag?
Maak van §2.6 opdracht 1 t/m 3

Slide 15 - Slide