herhalen voor de toets

herhalen voor de toets
enzymen
vetvertering
darmen
vrijdag: epo, oedeem en embryonale bloedsomloop
1 / 22
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 22 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

herhalen voor de toets
enzymen
vetvertering
darmen
vrijdag: epo, oedeem en embryonale bloedsomloop

Slide 1 - Slide

Enzymen
Enzymen zijn substraatspecifiek.
Enzymen zijn eiwitten
aan active side bindt het substraat
Enzym + substraat
Enzymsubstraatcomplex (ESC)
Enzym + product

substraat eindigt op ose
enzym eindigt op ase

Slide 2 - Slide

bron 14
hydrolyse- afbreken van substraat met behulp van water

condensatie- opbouwen van een substraat waarbij water ontstaat

Slide 3 - Slide

activeringsenergie
verlaging van activeringsenergie door een enzym

Slide 4 - Slide

Enzymen
Enzymen doen hun taak het best bij bepaalde omstandigheden: optimum.
Er is een optimum voor pH en voor temperatuur.

Problemen die ontstaan:
- lage pH: enzymen vervormen (=tijdelijk)
- hoge temperaturen: enzymen denatureren (= blijvend onwerkzaam).
- lage temperaturen: minder bindingen tussen enzym en substraat.




Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Vetvertering
Eigenschappen van vetten:

Hydrofiele glycerol ruggengraad
Hydrofobe vetzuurstaarten

Apolair:
lading is gelijkmatig verdeeld
Glycerol - Vetzuurstaarten

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Gal
Gal (galzure zouten) zorgt er voor 
dat de micellen veel kleiner worden: 
emulsie.


Emulgeren is niet verteren!!!

Slide 9 - Slide

Gal
Wordt gemaakt in de lever (van cholesterol).
En opgeslagen in de galblaas.
Afgegeven in de 12-vingerigedarm.
Bevat galzure zouten/galzouten

Slide 10 - Slide

Gal - bilirubine
Er zit nog een stof in gal: bilirubine.

Bilirubine wordt in de lever gemaakt bij het afbreken van hemoglobine uit rode bloedcellen.

Bilirubine wordt door darmbacteriën in de dikke darm afgebroken tot een bruine kleurstof.

Slide 11 - Slide

Vetvertering - enzym






Zie BINAS 82G


Slide 12 - Slide

Tight Junctions
Darmcellen aan elkaar mbv tight junctions (een soort nietjes).

Bescherming intern milieu.

Slide 13 - Slide

Passief/actief transport

Slide 14 - Slide

Transport via eiwitten

Slide 15 - Slide

Resorptie 
Symport (passief)
glucose/ aminozuren + Na+ door 
een transporteiwit.

Concentratie-gradiënt (concentratie-
verschil) voor Na+ nodig!

Slide 16 - Slide

Resorptie 
Aan de andere kant gaan glucose/ aminozuren door een ander transporteiwit (uniport-passief).




Slide 17 - Slide

Resorptie 
Om de concentratie Na+ in de darmcellen laag te houden liggen er aan deze kant ook Na+/K+ pompen.
Die pompen 2 K+ naar binnen en 3 Na+ naar buiten. 
Antiport-actief.



Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Resorptie
Er zijn ook transporteiwitten die vitamines opnemen.

Water gaat de darmcellen in als gevolg van osmose.
Water wordt ook weer afgegeven aan de weefselvloeistof en daarna aan het bloed.


Slide 20 - Slide

Resorptie Vetten
Door de eigenschappen van vetten gaat de resorptie van vetten anders dan voor wateroplosbare stoffen.

Slide 21 - Slide

In de darmcel 

1. worden weer vetten gemaakt uit glycerol en vetzuren
2. worden vetdruppels verpakt (chylomicronen)
3. verlaten chylomicronen de cel dmv exocytose
4. komen in het lymfevat!!!!
niet in het bloedvat
resorptie van vetten

Slide 22 - Slide