1TA Spelling bijvoeglijk naamwoord

1 / 20
next
Slide 1: Video
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Instructie: verwerkingsopdracht bij boek
Je gaat bij je tweede boek een 'boekvlog' maken. Een boekvlog is een kort filmpje van jezelf waarin je over het boek vertelt. Je boekvlog duurt minimaal 3 minuten en maximaal 5 minuten, verwerk de onderstaande dingen in je boekvlog:


-Je vertelt over het boek:
 Titel, schrijver, genre, voorkant etc.
- Je geeft een korte samenvatting van het boek, dit doe je in eigen woorden.
- Je leest een kort stukje voor uit het boek. Dit moet een belangrijk moment uit het boek zijn, vertel ook waarom je dit stukje voorleest.
- Je geeft je mening over het boek, dit doe je aan de hand van drie beoordelingswoorden & voorbeelden uit het boek.


Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Lees de theorie op blz 232.
Log alvast in op LessonUp
(de code staat  linksonder in beeld).

<- Maak de startopdracht.
§3 Bijvoeglijk naamwoord
Voordat we beginnen:
WELKOM 1TA
Maak de zin af met de passende vorm van het woord tussen haakjes.
- Deze winkel repareert je (kapot) telefoonscherm voor een (redelijk)
prijs. 
- Daan en Larissa hebben (serieus)  plannen voor een (ver) wereldreis.

Wat valt je op aan de spelling van de woorden?
timer
5:00
SPELLING

Slide 4 - Slide

  • Je kunt de korte en lange vorm van (stoffelijke) bijvoeglijke naamwoord correct spellen.
Lesdoelen

Slide 5 - Slide

1. Verder met cursus 7: Spelling.
2. De startopdracht bespreken.
3. Uitleg paragraaf 3.
4. Opdrachten maken en tussenstand doornemen.
5. Terugblikken en afronden.

Wat gaan we vandaag doen?

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Herhaling: verlengproef

Slide 8 - Slide

Verlengproef

Slide 9 - Slide

Wat weet je nog van bijvoeglijke naamwoorden?

Slide 10 - Mind map

Bijvoeglijk naamwoord

Het bijvoeglijk naamwoord 


Slide 11 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord
De meeste bijvoeglijke naamwoorden hebben een korte vorm (zonder -e) en een lange vorm (met -e):
lekker: een lekker dessert; het lekkere dessert.
lang: een lang verhaal; het lange verhaal.

Zo maak je de lange vorm van een bijvoeglijk naamwoord
Zet een -e achter het woord: klein → kleine; sterk → sterke; nieuw → nieuwe.

Slide 12 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord
Let op: soms moet je daarnaast:
Een -f- in een -v- veranderen (de f/v-regel): lief → lieve; naïef → naïeve.
een -s- in een -z- veranderen (de s/z-regel): grijs → grijze; serieus → serieuze.
De laatste letter (medeklinker) verdubbelen: fris → frisse; glad → gladde.
Een a, e, o of u (klinker) weghalen: traag → trage; zuur → zure.
Stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden eindigen meestal op -en: houten, papieren, wollen, maar niet altijd (een nylon tas).

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Aan het werk
Wat?
Cursus 7 Spelling paragraaf 3.
Maak opdracht 1 t/m 6 in je
online boek
.
Hoe?
Keuze: zelfstandig of in tweetallen.
Hulp
De 4 B's en het oogje.
Tijd
Timer.
Klaar?
Maak ook opdracht 7 of lees verder in je boek.
timer
12:00

Slide 15 - Slide

  • Je kunt de korte en lange vorm van (stoffelijke) bijvoeglijke naamwoord correct spellen.
Lesdoelen

Slide 16 - Slide

Kies de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord!
A
de stenen muur
B
de stene muur

Slide 17 - Quiz

Welk bijvoeglijk naamwoord is een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
A
De lelijke kast
B
De metalen kast
C
De grijze kast
D
De oude kast

Slide 18 - Quiz

Wat is de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord?

een ..... horloge
A
goud
B
goude
C
gouden

Slide 19 - Quiz

Typ een zin waarin je minimaal twee bijvoeglijke naamwoorden (op de juiste manier) gebruikt.

Slide 20 - Open question