This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Mw de Jong heeft een infuus van 225ml die in 5 uur moet inlopen. Wat is de druppelsnelheid per minuut? (1 ml = 20 druppels)
Slide 3 - Open question
Dhr Thang heeft sondevoeding 750 ml in 6 uur tijd. Wat is de inloopsnelheid? (afronden op 2 decimalen)
Slide 4 - Open question
Een zakje van 200 ml infuusvloeistof moet in 90 minuten inlopen. (1 ml = 20 druppels) Wat is de druppelsnelheid per minuut? (afronden op heel getal)
Slide 5 - Open question
Meneer D krijgt sondevoeding. De pomp loopt 3ml per minuut. Hoeveel druppels is er totaal ingelopen na 1,5 uur? (1ml = 16 druppels)
Slide 6 - Open question
Slide 7 - Slide
Je hebt een spuitenpomp van 50ml die moet in 12 uur inlopen. Op welke stand zet je de pomp? Afronden op 1 decimaal
Slide 8 - Open question
De spuitenpomp van meneer G staat op stand 2.5 en in de spuit zit 50 ml. Na hoeveel uur is de spuit leeg?
Slide 9 - Open question
Een patiënt krijgt sondevoeding via een voedingspomp. Afgesproken is De patiënt krijgt 1,5 liter. Dit moet in 12 uur tijd inlopen. Op hoeveel ml / uur stel je de pomp in? (Afronden op hele ml)