Voorbereidende lessenserie Leesclub

Voorbereiding van de leesclub 
Introductie leesclub en werkboekje 
De leesprofielen
Leesclubgroepjes vormen
(lesduur 20 minuten)
1 / 52
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwoo, b, vwoLeerjaar 5

This lesson contains 52 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 1 min

Items in this lesson

Voorbereiding van de leesclub 
Introductie leesclub en werkboekje 
De leesprofielen
Leesclubgroepjes vormen
(lesduur 20 minuten)

Slide 1 - Slide

Waarom zou je lezen en wat is een leesclub?
'Ik wil gewoon lekker in een andere wereld duiken en kijken hoe de gedachtengang van anderen gaat, omdat je sommige dingen zelf gewoon niet meemaakt.'  (Anoniem, 16 jr. 5H)

Met je groepje (4-5 personen) lees je een gezamenlijk gekozen boek en daarover wissel je leeservaringen met elkaar uit a.d.h.v. gemaakte aantekeningen en vragen.

Bekijk de volgende video:

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Leesclub vormen
Lees de beschrijving van de drie verschillende leestypes, welke past het beste bij jou?


Iedereen met leestype 1 gaat links in het lokaal staan.
Iedereen met leestype 2 gaat rechts in het lokaal staan.
Iedereen met leestype 3 gaat in het midden/achterin het lokaal staan.

Vorm een groepje van 4-5 leerlingen (jongens én meisjes) van hetzelfde leestype. Maak geen vriendengroepjes, je mag één leerling kiezen waar je het liefst mee samenwerkt.
De docent helpt mee met de uiteindelijke samenstelling.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Werkboekje en bladwijzer
Uitleg
Post-its
Schrijf de namen van je leesclubleden in je werkboekje 
Iedere les je werkboekje meenemen

Slide 6 - Slide

                        De Leesclub - les 1

Slide 7 - Slide

De leesclub - wat gaan we doen?
Met jouw leesclub (4-5 personen), lees en wissel je leeservaringen uit over een gezamenlijk gekozen boek onder het genot van een kopje thee en wat lekkers.

Les 1:  werkwijze leesclub (leerlinggestuurd) - interne dialoog oefenen met de bladwijzer
Les 2: interne & externe dialoog oefenen met de bladwijzer 
             kort verhaal kiezen - huiswerk: thuis lezen voor les 3 en twee vragen/reacties noteren
Les 3: interne & externe dialoog oefenen twee meegebrachte vragen  en 'prompts' bespreken
             evalueren
Les 4: nieuwe leesclub vormen - boek kiezen en bestellen - leesplanning en -afspraken maken

Slide 8 - Slide

Wat is volgens jou leuk aan het samen lezen en bespreken van hetzelfde boek?

Slide 9 - Mind map

Slide 10 - Video

Zwarte Sylvester 
-
 James Worthy

Het fragment gaat over Sylvester, een 17-jarige jongen die met zijn vader bij de dokter zit. Hij krijgt een vreselijke diagnose te horen: door een hersentumor, heeft hij nog maar heel kort te leven.



Hij heeft maar één plan: onsterfelijk worden


Slide 11 - Slide

1. Associatievraag
Noteer vooraf aan het lezen heel kort jouw eerste gedachte bij het thema: Onsterfelijkheid. 

Maak de zin af:
* Associatievraag: Onsterfelijkheid  doet mij denken aan..................................................(licht toe)

(Denk bijvoorbeeld aan: Wat is jouw ultieme wens wanneer je te horen krijgt dat je nog maar kort te leven hebt? Hoe zou jij je onsterfelijk willen maken?  Zou je onsterfelijk willen zijn?)

Waarom zou het handig zijn om vooraf aan het lezen alvast na te denken over je persoonlijke ervaring met het thema van het verhaal/boek?

Slide 12 - Slide

Interne dialoog: hoe lees en ervaar jij persoonlijk het boek?
Let op hoe je docent de eerste helft van dit fragment leest, reacties opmerkt of soms 'tegendenkt', hardop twijfelt, vanuit een ander perspectief iets ziet EN hoe ze dit noteert.

*Maak korte notities op je tekstfragment hoe ze dit aanpakt.

- Stopt ze bij een zin even om na te denken?
- Herhaalt ze een woord, deel van een zin?
- Koppelt ze wat ze leest aan een (persoonlijke ervaring?)
- Zet ze haar vraagtekens ergens bij?

Slide 13 - Slide

Gespreksvaardigheden
Reacties opmerken, noteren en bespreken

Slide 14 - Slide

 Hoe lees je een boek en noteer je efficiënt reacties & vragen? 
Let op hoe je docent dit hardopdenkend voordoet. 

Noteer evt. paginanummers, regelnummers, onderstreep, plak er een (mini-)post-it bij en/of zet tekens in de kantlijn (zie bladwijzer).


! = opvallend (dit verbaast mij, hier gebeurt iets opmerkelijks)
? = vaag, moeilijk (ik snap dit niet)
- = hier dacht ik iets bij
:) = leuk, grappig, mooi aspect/moment/woord in het verhaal
~ = dit associeer ik met iets/iemand uit mijn eigen leven
# = weerstand (dit vind ik ongemakkelijk/vervelend)



Slide 15 - Slide

2. Reacties opmerken en noteren
Lees nu zelf de tweede helft, schrijf je reacties op je tekstfragment.

-  Lees rustig en aandachtig
- Probeer actief je eigen reacties op te merken
- Blijf je bij een bepaalde zin hangen? Vind je iets vreemd, mooi, verrassend, moeilijk te begrijpen?
- Doet iets uit het verhaal je ergens aan denken?
- Herken jij je in iets of iemand of juist helemaal niet?
- Welk stukje tekst riep een bepaald gevoel bij je op?
- Lees een stukje opnieuw als je iets niet snapt





Slide 16 - Slide

3. Belevingsvragen
*Belevingsvraag: Noteer één reactie/vraag wat jou het meest is bijgebleven en die je wilt bespreken.

Slide 17 - Slide

 4. Triggervragen
1. Na het lezen schrijf je jouw eerste reactie/oordeel over dit verhaal. 
Dit is een …..................... verhaal over…...................................
Vb. Dit is een ...... (vul een waardeoordeel in zoals: zielig / grappig / absurd/ grof/ smakeloos/ enz. enz.) verhaal over.... doodgaan / een vader en een zoon/ een jongen van mijn leeftijd die dood gaat.)

2. Vertel waarop jouw eerste reactie is gebaseerd ->  Aan welk woord, welke zin uit de tekst zie je dat?......................................





Slide 18 - Slide

4. Vervolg triggervragen - tegendenken
TEGENDENKEN? Wat is dat? Je docent doet dit hardopdenkend voor. 
Let op hoe je docent twijfelt, vanuit een ander perspectief iets ziet of iets (een gevoel, situatie) helemaal omdraait. 

Je hebt bij vraag 1 en 2 opgeschreven welk gevoel het fragment bij jou opriep en welke woorden/zinnen/situaties daarvoor zorgden.
3. Bedenk nu eens het tegenovergestelde wat je bij vraag 1&2 hebt opgeschreven en schrijf op wat voor effect dit heeft op jouw eerste reactie. 
'Tegendenken' kan ook door je eerste reactie in twijfel te brengen.
(Voorbeeld: zielig -> brutaal - of: vader -> zou een goede vader zoiets doen? Hou je dan wel van je kind? Wat is een goede vader?)

4. Vergelijk je eerste reactie (1&2) eens met jouw tegendenkreactie (3), is het mogelijk dat het verhaal daar over kan gaan?
Kun je aanwijzingen (woorden/zinnen/situaties) in het fragment vinden , waardoor dit best eens zou kunnen?

Slide 19 - Slide

5. Deel je leeservaringen
5. Bespreek kort met je groepje jouw belevings- en triggervragen. Zijn er overeenkomsten of verschillen? Hoor jij andere opvattingen waar jij nog niet aan had gedacht? Heeft iemand dezelfde mening als jij? Ben je verrast door iemands visie en stel je daardoor jouw idee bij? 
Let op: Safety-first!


6. Nu je wat langer over dit verhaal hebt nagedacht en je van je leesclubgenoten verschillende leeservaringen hoort, leidt dit mogelijk tot een ander inzicht als je het vergelijkt met je eerste spontane reactie?


* Inzichtsvraag:
Eerst vond ik dit een ........... verhaal over ............maar nu is mijn uiteindelijke oordeel...................

Slide 20 - Slide

Kortom...

Interne dialoog: hoe lees en ervaar jij persoonlijk het boek?   

Drie momenten:
1 - vooraf aan het lezen -> associatievraag: activeren persoonlijke voorkennis   
2 - tijdens het lezen -> belevingsvraag: reacties opmerken & noteren 
3- na het lezen -> triggervraag: eerste oordeel uitstellen, tegendenken, bespreken en evt.       bijstellen

Externe dialoog (met elkaar praten over het boek) hebben we al een beetje gedaan en gaan we in les 2 verder oefenen, neem daarvoor mee: je werkboekje & de bladwijzer.

Als laatste nog een vraag: Pak je telefoon

Slide 21 - Slide

Geef antwoord op de volgende vraag en vertel ook waarom je dat vindt.

1. Vind je literatuur éénduidig (maar één betekenis is mogelijk en dat is wat de auteur ermee bedoelt) of is literatuur meerduidig (een boek kan verschillend geïnterpreteerd worden)?

Slide 22 - Open question

                       De Leesclub - les 2

Slide 23 - Slide

Even herhalen
Ga eerst in je leesclubgroepje zitten, pak je werkwijzer en je bladwijzer.

Wat weet je nog uit de vorige les?
- Wat is een 'interne dialoog'?
- Wat doe je vooraf, tijdens en na het lezen? 
- Welke vragen horen bij die drie momenten?
- Wat is het nut van associëren en 'tegendenken'?


 






Slide 24 - Slide

Deze tweede les ga je...
- allemaal hetzelfde korte verhaal lezen
- noteer je vooraf aan, tijdens en na het lezen je reacties/antwoorden op de associatie- belevings- en triggervragen (interne dialoog) en lever je twee kaartjes met * belevingsvragen in.
- de externe dialoog oefenen met VLOEI-ende gespreksafspraken (zie bladwijzer)
- bespreek je met je leesclubgenoten de ingeleverde *belevingsvragen en de uitkomst van de *triggervragen 

- Kies je met je leesclubgroep een kort verhaal dat bij jullie leesprofiel 1, 2 of 3 past, wat je thuis leest en voorbereidt voor les 3

Slide 25 - Slide

1. Associatievraag
Noteer vooraf aan het lezen heel kort jouw eerste, spontane gedachte op het thema: Vreemdelingenhaat  


Maak de zin af:
* Associatievraag: Vreemdelingenhaat doet mij denken aan..................................................(licht toe)

(Denk bijvoorbeeld aan: Heb je een persoonlijke ervaring hiermee? Ooit iets over gelezen of gehoord? Nu in het nieuws wordt er veel geschreven over asielzoekerscentra)

Slide 26 - Slide

Vallen
-
Anne Provoost

Slide 27 - Slide

2. Reacties opmerken en noteren 
3. Belevingsvragen 
*2. Reacties opmerken en noteren: evt. met paginanummers, regelnummers, onderstreep, plak er een (mini-)post-it bij en/of zet tekens in de kantlijn.
! = opvallend (dit verbaast mij, hier gebeurt iets opmerkelijks)
? = vaag, moeilijk (ik snap dit niet)
- = hier dacht ik iets bij
:) = leuk, grappig, mooi aspect/moment/woord in het verhaal
~ = dit associeer ik met iets/iemand uit mijn eigen leven
# = weerstand (dit vind ik ongemakkelijk/vervelend)
3. *Belevingsvraag: Noteer twee reacties/vragen die jou het meest zijn bijgebleven en die je wilt bespreken. Schrijf per kaartje één vraag op en lever de twee kaartjes in. 


Slide 28 - Slide

4. Triggervragen
1. Schrijf in je werkboekje je eerste reactie/oordeel op nadat je het verhaal hebt gelezen.
Dit is een …. verhaal over….

2. Werk je eerste reactie/oordeel uit.
Aan welk woord, welke zin zie je dat?

3. Bedenk nu het tegenovergestelde of breng je eerste reactie in twijfel en schrijf op wat voor effect dit heeft op jouw eerste reactie.

4. Vergelijk je eerste reactie (antwoord op 1 en 2) eens met jouw tegendenkreactie (antwoord op vraag 3), is het mogelijk dat het verhaal daar over kan gaan?



Slide 29 - Slide

Waaraan voldoet volgens jou een goed gesprek?

Slide 30 - Mind map

Afspraken voor een VLOEI-end gesprek
(zie bladwijzer)
V raag door – stel je leesclubgenoten vragen
L uister naar elkaar – wat zegt de ander nu precies?
O ordeel niet meteen – hou eerst je eigen mening even voor je
E venveel praten – zorg dat iedereen aan de beurt komt
I nhoudelijk de diepte in – zorg dat het écht over iets gaat 

Safety first! Wanneer je geen antwoord kunt geven of iets niet wilt delen met de rest, dan is dat oké. Dwing ook een ander nooit daartoe! 

Hoe kan een leesclubgesprek verlopen? Zie de volgende pagina ->

Slide 31 - Slide

Externe dialoog
Hoe kan (niet hoe moet) een leesclubgesprek verlopen?

Bekijk het volgende korte fragment:

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Video

5. Deel je leeservaringen (externe dialoog)
- Iedereen legt twee kaartjes (belevingsvragen/reacties) op de kop in het midden van de tafel
- Pak een kaartje van de stapel en lees hardop de belevingsvraag voor, laat iedereen daar iets over zeggen
- Uitgesproken? Bespreek de triggervragen 1 t/m 4 met elkaar 

6. Nu je langer over dit verhaal hebt nagedacht en je van je leesclubgenoten verschillende leeservaringen hoort, leidt dit tot een ander inzicht als je het vergelijkt met je eerste reactie?

* Inzichtsvraag, beantwoord deze vraag in je werkboekje:
Eerst vond ik dit een ........... verhaal over ............maar nu is mijn uiteindelijke oordeel...................

Slide 34 - Slide

Voorbereiding les 3 - huiswerk
Kies met je leesclubgroep een kort verhaal dat bij jullie leesprofiel 1, 2 of 3 past. Je leest dit thuis en beantwoord daarvoor de volgende vragen (gebruik de bladwijzer) in je werkboekje:

*1 Associatievraag: 
Dit thema..... doet mij denken aan...... (licht toe)
*2 Reacties opmerken en noteren 
*3 Belevingsvragen: Bedenk twee belevingsvragen en schrijf die ieder op een apart kaartje dat je begin van de les inlevert
*4 Triggervragen: Maak de triggervragen 1 t/m 4




Kies uit de volgende korte verhalen op de volgende slide:



Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Hoe ben jij als gesprekspartner? Wat doe je al goed en wat hoop je te leren door de leesclub-gesprekken?

Slide 37 - Open question

                       De Leesclub - les 3

Slide 38 - Slide

Deze derde les ga je...
- de twee belevingsvragen inleveren bij de docent
- je met jouw leesclub nog eens de VLOEI-ende gespreksafspraken herhalen
- met je leesclub zelf het gesprek voeren a.d.h.v.  triggervragen (1-4) en de twee meegebrachte belevingsvragen
- ervaren hoe prompts de relatie leggen tussen de tekst, jouzelf, de ander en de wereld om je heen
- merken dat prompts handig zijn om een vastgelopen gesprek weer op gang te krijgen
- evalueren wat deze manier van lezen en samen een boek bespreken jou heeft gebracht




Slide 39 - Slide

5. Deel je leeservaringen (externe dialoog)
Thuis heb je deel 1 t/m 4 al voorbereid

- Iedereen legt twee kaartjes (belevingsvragen) op de kop in het midden van de tafel
- Pak een kaartje van de stapel en lees hardop de belevingsvraag voor, heeft iedereen daar iets over gezegd (ga met de klok mee), dan pakt iemand anders een kaartje
- Uitgesproken? dan kun je evt. de triggervragen 1 t/m 4 met elkaar bespreken


Slide 40 - Slide

Prompts -> gespreksverdieping en -verloop
Een prompt is een algemene, filosofische vraag die de relatie legt tussen de tekst, jouzelf, de ander en de wereld om je heen. Je kunt ze ook inzetten wanneer een gesprek vastloopt nadat je de trigger- en belevingsvragen hebt besproken.

Voorbeeld: Vertel eens...
-  Welke (ongepaste) vraag zou jij aan een personage uit het boek willen stellen?
- Neemt de hoofdpersoon beslissingen vanuit zijn gevoel of vanuit zijn verstand? En... wat is beter volgens jou?
- In hoeverre bepaalt de afkomst van de hoofdpersoon hoe hij/zij  zich gedraagt? Heeft hij/zij de keuze om het anders te doen?
- Kan de hoofdpersoon ook van het andere geslacht zijn? Waarom wel/niet en kun je dit toelichten met een voorbeeld uit de tekst?



Slide 41 - Slide

Leesclubgesprek
Bespreek met elkaar twee prompts

6. Nu je langer over dit verhaal hebt nagedacht en je van je leesclubgenoten verschillende leeservaringen hoort, leidt dit tot een ander inzicht als je het vergelijkt met je eerste reactie?

* Inzichtsvraag, beantwoord deze vraag in je werkboekje:
Eerst vond ik dit een ........... verhaal over ............maar nu is mijn uiteindelijke oordeel...................

Slide 42 - Slide

Hoe vond je het om in een leesclub over een boek te praten? Ben je tevreden over jouw bijdrage aan het gesprek?

Slide 43 - Open question

Hebben de voorbereidende vragen je geholpen om het boek beter te begrijpen?

Slide 44 - Open question

Door welk fragment, personage en/of situatie ben je tot een ander (zelf-)inzicht gekomen, waar je in eerste instantie anders over dacht?

Deze vraag blijft anoniem, de antwoorden worden niet getoond

Slide 45 - Open question

                       De Leesclub - les 4

Slide 46 - Slide

Deze vierde les ga je...
- een nieuwe leesclub vormen
- ga je met met elkaar een nieuw boek kiezen en vandaag direct zelf reserveren/kopen/lenen/bestellen
- maak je met je leesclub een leesplanning en -afspraken

Slide 47 - Slide

Leesclub vormen
Lees nog eens de beschrijving van de drie verschillende leestypes, welke past het beste bij jou?

Iedereen met leestype 1 gaat links in het lokaal staan.
Iedereen met leestype 2 gaat rechts in het lokaal staan.
Iedereen met leestype 3 gaat in het midden/achterin het lokaal staan.

Vorm een groepje van 4-5 leerlingen (jongens én meisjes) van hetzelfde leestype. Maak geen vriendengroepjes, je mag één leerling kiezen waar je het liefst mee samenwerkt.
De docent helpt mee met de uiteindelijke samenstelling.

Slide 48 - Slide

Slide 49 - Slide

Hoe kies je met je leesclub een boek?
Welke genre spreekt jullie aan? (fantasy-oorlogsroman-Coming of age-thriller-psychologische roman enz)

Welke gedeelde interesses hebben jullie? (games, migratie, pesten, schuld, vriendschap, liefde, problemen, kunst enz.)

Kies een boek dat pas bij jullie leesprofiel (zie A4'tjes) of zoek op Lezen voor de lijst (www.jeugdbibliotheek.nl)

Zelf een idee? Overleg met je docent, er kan meer dan je denkt





Slide 50 - Slide

Leesplanning en -afspraken
Maak samen een leesplanning:
Deel het aantal bladzijdes door het aantal weken (bijv. boek met 240 blz. gedeeld door 6 weken is +/- 40 blz. per week, afhankelijk waar een nieuw hoofdstuk begint)
Wk 1: lezen tot blz. 38
Wk 2: lezen blz. 38 t/m blz. 82 
enz.

Maak afspraken en noteer die:
- bestel/leen op tijd je boek
- niet vooruit lezen (i.v.m. spoilers)
- maak en lever iedere leesclubles twee belevingskaartjes in
- wat doe je als iemand achterblijft met lezen
- zelf nog een idee?

Slide 51 - Slide

Leen/reserveer/koop/bestel vandaag je boek !
Volgende leesclubles meenemen !

Slide 52 - Slide