Formuleren 4.3 Verwijzen (B)

1 / 30
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
Herhalen :  TAALVERZORGING 4.3 Verwijzen (A)
de- en het-woorden, persoonlijke, bezittelijke en aanwijzende voornaamwoorden, die/dat/deze en 'Meervoud: hen, hun of ze/zij?'
 
Nieuwe theorie: TAALVERZORGING 4.3 Verwijzen (B)
die, dat, wat + waarmee, waarover

Dit doen we allemaal ter voorbereiding op het examen Schrijven 3F








Slide 2 - Slide

Herhalen - de beste manier van leren

Slide 3 - Slide

Dit ijsje is een delicatesse. ...... smelt zachtjes op je tong
A
het
B
die

Slide 4 - Quiz

... muziek is populair.
A
dat
B
die

Slide 5 - Quiz

We moeten de nieuwsbrief morgen naar ... mailen.
A
hun
B
zij/ze
C
hen

Slide 6 - Quiz

Ik heb ... nieuwsbrief met interesse gelezen.
A
hun
B
zij/ze
C
hen

Slide 7 - Quiz

Geef jij ... een kopje koffie?
A
hun
B
zij/ze
C
hen

Slide 8 - Quiz

Het team nodigt ... vandaag uit voor een overleg.
A
hun
B
zij/ze
C
hen

Slide 9 - Quiz

De regering heeft .............. aftreden aangekondigd
A
zijn
B
haar

Slide 10 - Quiz

Met ....... gaan wij niet uit eten, want ....... zeuren altijd zo.
A
hen
B
hen
C
hun
D
zij

Slide 11 - Quiz

.... moesten wel vroeg reserveren, want anders konden ..... helemaal niet meer komen.
A
hun
B
hen
C
zij
D
zij

Slide 12 - Quiz

....hebben .... spullen bij het zwembad laten liggen
A
zij
B
hun
C
hen

Slide 13 - Quiz

... hoor je altijd praten over de volgende auto.
A
zij
B
hen
C
hun

Slide 14 - Quiz

.... zeggen dat de sauna voor .... ontspannend is
A
zij
B
hun
C
hen

Slide 15 - Quiz

.... hebben ... auto bij het station laten staan.
A
zij
B
hun
C
hen

Slide 16 - Quiz

Nieuwe theorie
Tekst

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Even oefenen....
die, dat, wat
met wie, waarmee
met wat, waarover

Slide 22 - Slide



Hij vertelde me iets ........ ik nog nooit eerder had gehoord.
A
dat
B
wat

Slide 23 - Quiz

De voorstellen ... zijn goedgekeurd door de marketingafdeling, voeren we uit.
A
die
B
dat

Slide 24 - Quiz



Ze heeft iets gedaan wat niemand had verwacht.
A
dat
B
wat

Slide 25 - Quiz

Het voorstel ... is goedgekeurd, ligt hier.
A
die
B
dat

Slide 26 - Quiz



Het huis ....... zij hebben gekocht, is heel groot.
A
dat
B
wat

Slide 27 - Quiz

Mijn vriendin, ... ik goed kan praten.
A
waarmee
B
die
C
met wie
D
waar

Slide 28 - Quiz

Mijn hond, ... ik graag het bos in ga.
A
waarmee
B
dat
C
met wie
D
het

Slide 29 - Quiz

Aan de slag!
Heb je alle schrijfopdrachten al ingeleverd?

Slide 30 - Slide