Herhalen : TAALVERZORGING 4.3 Verwijzen (A)
de- en het-woorden, persoonlijke, bezittelijke en aanwijzende voornaamwoorden, die/dat/deze en 'Meervoud: hen, hun of ze/zij?'
Nieuwe theorie: TAALVERZORGING 4.3 Verwijzen (B)
die, dat, wat + waarmee, waarover
Dit doen we allemaal ter voorbereiding op het examen Schrijven 3F