herhaling module 4

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Lesdoel

herhaling module 4 heden, verleden en toekomst.

Wat weten jullie nog van Heden, Verleden en Toekomst (=Ruilen over de tijd)

Prijs van tijd

- Individuele prijs van tijd, voor iedereen anders, waar kies je op dat moment voor?

- Algemene prijs van tijd, voor iedereen gelijk, iedereen ontvangt hetzelfde percentage rente. 

Steeds afweging maken, sparen of lenen? 

Als de algemene prijs van tijd hoger is dan de individuele prijs van tijd zal de consument sparen

1. Juist
2. Onjuist

Waar staan de letters CPI voor?

1. Consumenten Prijs Indexcijfer
2. Consumenten Product Informatie
3. Centrale Prijs Inspectie
4. Collectieve Prijs Introductie

1. In 2016 is het CPI 103
2. In 2016 is het CPI 105
3. In 2016 is het CPI 113

Wat is GEEN voorbeeld van
ruilen over de tijd?

1. Je betaalt maandelijks premie voor je pensioen.
2. Je koopt met je maandsalaris een nieuwe wasmachine.
3. Je sluit een hypotheek af voor een woning.
4. Je koopt een auto op afbetaling.

Wat betekent permanent consumptieniveau?

Tijdens de levensloop heb je te maken met ruilen over de tijd. Wat is een voorbeeld van ruilen over de tijd?

1. het kopen van schaarse goederen
2. lenen voor de studie
3. pensioen volgens het omslagstelsel
4. het krijgen van een uitkering

Wat is een synoniem voor Ruilen over de tijd?

1. Van ruilen komt huilen
2. Substitutie
3. Wisselen over de tijd
4. Intertemporele ruil

Hoe kun je "menselijk kapitaal" vergroten?

1. Door meer mensen in dienst te nemen
2. Door geld te investeren in kennis/studie
3. Door meer zakgeld aan je kinderen te geven
4. Door meer gereedschap aan werknemers te geven om mee te werken

Door als werkgever te investeren in scholing van de werknemer kan het menselijk kapitaal toenemen

1. Juist
2. Onjuist

Kapitaalgoederen zijn:

1. Het werk dat mensen doen.
2. Dingen die je nodig hebt om te produceren zoals natuur en arbeid.
3. Dingen uit de natuur, zoals grondstoffen
4. Hulpmiddelen bij de productie. Denk aan machines.

Een balans bevat voorraadgrootheden en de resultatenrekening stroomgrootheden

1. Juist
2. Onjuist

Voorraad

1. Resultatenrekening
2. Balans

Het eigen vermogen staat

1. debetzijde balans
2. winst - verlies rekening
3. bij vlottende activa
4. creditzijde balans

Pensioensopbouw

Omslagstelsel, geld van de werkende generatie wordt overgeheveld naar de oudere generatie 

Kapitaaldekkingsstelsel 

• bijvoorbeeld bedrijfsspensioen. Afhankelijk van aantal deelgenomen jaren.
  

Waarde- en welvaartsvast

• Waardevast = uitkeringen stijgen evenveel met inflatie (PIC)
  
  
• Welvaartsvast = uitkeringen stijgen evenveel als  het gemiddelde inkomen (NIC)
  
  

Bij het omslagstelsel ...

1. betaalt iedereen voor zichzelf
2. zijn uitkeringen waardevast
3. zijn uitkeringen welvaartsvast
4. is er sprake van verplichte solidariteit

Twee beweringen over waardevast/welvaartsvast.

I. Een welvaartsvaste uitkering betekent behoud van koopkracht.
II.Een welvaartsvaste uitkering stijgt altijd meer dan de waardevaste uitkering.

Welke bewering(en) is/zijn juist?

1. Beide zijn goed
2. I is fout en II is goed
3. I is goed en II is fout
4. Beide zijn fout

Wat is een positief extern effect van onderwijs

1. Een hoger salaris
2. Meer kennis
3. Een goede baan
4. Hogere welvaart voor iedereen

Positief extern effect

Wat komt de hele samenleving ten goede?

Wat vonden jullie van deze les?