3.6 Gezond leven

3.6 Gezond leven
1 / 20
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quiz, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

3.6 Gezond leven

Slide 1 - Slide

Doel van de les
Je kunt aangeven hoe je je hart en bloedvaten gezond kunt houden.

Slide 2 - Slide

Bloeddruk
lage bloeddruk:
meestal geen probleem: soms wat duizelig of hoofdpijn
hoge bloeddruk:
vaak wel een probleem: kan wanden van slagaders beschadigen

Slide 3 - Slide

Bloeddruk
  • Het bloed 'drukt' tegen de wanden van de bloedvaten. Dit noem je bloeddruk.

  • De bloeddruk is niet overal in je lichaam hetzelfde.


Slide 4 - Slide

Bloeddruk
Uitgedrukt in 2 getallen: bovendruk/onderdruk.
Bovendruk: maximale druk als bloed naar aorta stroomt vanuit linkerkamer
Onderdruk: minimale druk als bloed naar linkerkamer stroomt.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Gezond leven
1 Niet roken is heel belangrijk voor hart en bloedvaten.
2 Drink geen alcohol, en na je 18e niet meer dan één glas per dag.
3 Eet gezond en gevarieerd (veel vitaminen, mineralen en vezels, weinig verzadigd vet en zout).
4 Beweeg regelmatig (minimaal een halfuur per dag).
5 Voorkom stress en zorg voor voldoende ontspanning.

Slide 11 - Slide

7 tips voor minder stress
1 Schrijf op wat je energie geeft en maak daar tijd voor.
2 Houd een grote opruiming in je kamer en daarmee in je hoofd.
3 Houd tijd vrij voor onverwachte gebeurtenissen.
4 Doe één ding tegelijk en neem daar de tijd voor.
5 Kies voor een gezonde leefstijl.
6 Houd een vast dag- en nachtritme aan.
7 Verlaag je leefritme en prop niet te veel activiteiten in een dag.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Stresscyclus
Vroeger had stress eigenlijk altijd een vast patroon: de stress-cirkel.


Stress!
Beweging!
Vier!
Ontspan!

Slide 14 - Slide

Stress! 
Je loopt door de jungle en staat ineens oog in oog met een sabeltandtijger. Je maakt adrenaline aan; er gaat bloed en voedingsstoffen naar je hersenen en je spieren, want je moet vechten of - als je slim bent - vluchten. Als je gaat rennen maak je na verloop van tijd cortisol aan om dat ook te kunnen blijven doen tot je veilig bent.

Slide 15 - Slide

Stress! 
Beweging!
Je vlucht terug naar je dorp. Er even vanuit gaand dat je hard genoeg kunt rennen, waarschuw je je dorpsgenoten en samen werken jullie hard om de tijger in de pan te hakken.

Slide 16 - Slide

Stress! 
Vier!
Letterlijk in de pan te hakken, want een dode tijger betekent vlees voor het hele dorp. Die avond is er groot feest en jullie vieren het leven met een maaltijd vol mineralen en eiwitten die de voorraden die je zojuist hebt verbruikt, weer aanvullen.

Slide 17 - Slide

Stress! 
Ontspan!
Uitgeput val je in slaap naast je familie en vrienden. Het was een spannende dag, maar je voelt je veilig en geborgen nu er een monster minder rondwaart in de jungle. De volgende dag kon je gevoed en ontspannen weer terug de jungle in, tot het volgende stressmoment zich aandiende.
 

Slide 18 - Slide

Toets
Een toets geeft stress. Hoe zou je volgens de stress cirkel deze stress kunnen afvloeien?

Slide 19 - Open question

Aan de slag
Lees de tekst van 3.6 en maak de opdrachten. 

Slide 20 - Slide