Beeldspraak: vergelijking, metafoor, personificatie

Beeldspraak: vergelijking, metafoor, personificatie
1 / 19
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Beeldspraak: vergelijking, metafoor, personificatie

Slide 1 - Slide

Leerdoel
Je leert over beeldspraak: 
- vergelijking
- metafoor
- personificatie

Slide 2 - Slide

Beeldspraak
Bij beeldspraak gebruik je woorden in een figuurlijke betekenis, zoals in
Die stijve hark kan nog geen koprol maken.
Met 'stijve hark' bedoelen we 'iemand die niet gemakkelijk beweegt'. 

Slide 3 - Slide

Beeldspraak
Goede beeldspraak maakt een tekst mooier, duidelijker en krachtiger. 

Je hebt verschillende vormen van beeldspraak. 

Slide 4 - Slide

Beeldspraak: vergelijking
In een vergelijking zet je 2 dingen naast elkaar die op elkaar lijken. 
Je hebt het OBJECT (O) en het BEELD (B). 
Sanne (O) lijkt wel op een prinses (B).

Slide 5 - Slide

Beeldspraak: metafoor
Je kunt een OBJECT ook helemaal vervangen door een BEELD. 

De prinses van de klas koopt bijna wekelijks iets nieuws. 

Slide 6 - Slide

Beeldspraak: metafoor
Je kunt een OBJECT ook helemaal vervangen door een BEELD. 
Spreekwoorden zijn ook vaak metaforen.

'Als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel.'
= Als er geen toezicht is (ouders = kat), doen de kinderen (de muizen) wat ze willen.

Slide 7 - Slide

Beeldspraak: metafoor
Je kunt een OBJECT ook helemaal vervangen door een BEELD. 
Werkwoorden kunnen ook metaforen zijn.

Ze gaan snijden in het budget van dit jaar. 
snijden = verminderen

Slide 8 - Slide

Beeldspraak: metafoor
Sommige metaforen gebruik je zo vaak, dat je ze niet meer als metafoor ziet:

Die informatie kun je wel op het web vinden. 
Een web is een dradenstelsel van een spin, maar als metafoor verwijst het naar het interbet. 

Slide 9 - Slide

Beelspraak: personificatie
Met een personificatie stel je een levenloos ding voor als een persoon.

De zon streelde onze wangen.

Slide 10 - Slide

Kjeld Nuis is zo sterk als een beer.

Om welk beeldspraak gaat het hier?
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 11 - Quiz

De vrachtwagen donderde van de berg af.

Om welk beeldspraak gaat het hier?
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 12 - Quiz

De winter strooit zijn eerste vlokken uit.

Om welk beeldspraak gaat het hier?
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 13 - Quiz

De bomen wiegen in de wind.

Om welk beeldspraak gaat het hier?
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 14 - Quiz

Sommige asielopvangcentra lijken meer kille gevangenissen.

Om welk beeldspraak gaat het hier?
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 15 - Quiz

De overheid gaat snoeien in de uitgaven.

Om welk beeldspraak gaat het hier?
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 16 - Quiz

het schip der woestijn

Om welk beeldspraak gaat het hier?
A
een vergelijking met een kameel
B
een metafoor voor een kameel
C
een personificatie met een dier

Slide 17 - Quiz

Het koren danst.

Om welk beeldspraak gaat het hier?
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 18 - Quiz

Het schilderij leert ons iets over de klederdracht in de 17e eeuw.

Om welk beeldspraak gaat het hier?
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 19 - Quiz