reflecteren

1 / 16
next
Slide 1: Slide
VerzorgendeMBOStudiejaar 1

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Reflecteren : kritisch naar je eigen gedrag kijken 

Slide 2 - Slide

Gedrag
Waarneembaar gedrag: Gedrag wat duidelijk te zien is. Zoals een spelend kind.

Niet-waarneembaar gedrag: Niet zichtbaar, processen van binnen. Gevoel, gedachten. Kunnen wel leiden tot waarneembaar gedrag 

Slide 3 - Slide

Reflectieve vragen
Doe je wanneer je terugkijkt op een situatie die jou raakt.

Hoe had je het willen doen? 
Hoe wil je de volgende keer met zo'n situatie omgaan?
Wat voor gevoel geeft het jou?


Slide 4 - Slide

Zelfonderzoek
Handelen- Denken- Voelen

Slide 5 - Slide

Door je eigen handelen te beschouwen, kun je je professionele vaardigheid vergroten.

Slide 6 - Slide

Vragenstellen 
wie, wat, waar, welke, waarom, wanneer, hoe.

Maakt een situatie duidelijk 

Slide 7 - Slide

Casus 
Wie heeft een situatie van afgelopen week om gezamenlijk te reflecteren? 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Situatie
• Beschrijf de situatie. Wat is er gebeurd?
• Wie waren de betrokkenen?
• Waar speelde het zich af?
• Waarover ging het precies?

Slide 10 - Slide

Taak
• Wat was de taak ?
• Wat was je rol? Wat was je functie?
• Wat moest je doen ?
• Wat werd er van je verwacht?
• Wat was je doel? Wat waren je doelen?
• Wat was je voornemen? Had je een plan?

Slide 11 - Slide

Actie
• Wat heb je werkelijk gedaan?
• Hoe heb je het aangepakt?
• Welke afwegingen hebben daarin op dat moment een rol gespeeld?
• Wat dacht je? Wat voelde je? Wat zag je voor je?
• Wat was precies jouw aandeel of inbreng?

Slide 12 - Slide

Resultaat
• Wat was het gevolg van jouw actie bij jezelf en wat was het gevolg bij andere betrokkenen?
• Wat was het gevolg op de sfeer?
• Wat was de invloed op het proces? Konden jullie nog goed verder werken?
• Wat was de invloed van jouw aandeel (van je actie) op het resultaat dat je wilde bereiken.

Slide 13 - Slide

Reflectie
• Was het resultaat van je actie dat wat je er mee wilde bereiken?
• Heb je er iets van geleerd ?
• Kun je deze situatie en je handelen daarin koppelen aan een competentie uit het profiel van de beroepsbeoefenaar uit de opdracht? Als je dat kan, hoe scoorde je dan voor deze competentie?

Slide 14 - Slide

Transfer
• Zou deze situatie zich nogmaals kunnen voordoen?
• Zou je dan iets anders willen doen dan je deze keer hebt gedaan? (Wat dan, hoe, waarom?) Of blijf je juist hetzelfde doen? (Wat dan, hoe, waarom?)
• Zijn er situaties denkbaar waarin je wat je gedaan hebt weer zou kunnen toepassen of
juist niet weer zou willen doen?
• Wat neem je jezelf voor, voor de volgende keer?

Slide 15 - Slide

Oefenen
Maak een STARTT reflectie a.d.h.v. aan situatie van afgelopen werkweek. 

Slide 16 - Slide