Di 2 mrt Examenwoorden

Blok 4 Taalschat
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Blok 4 Taalschat

Slide 1 - Slide

Examenwoorden - theorie
Homofoon = woorden die hetzelfde klinken maar die je anders schrijft


Slide 2 - Slide

Examenwoorden - theorie
Synoniem = woorden die hetzelfde betekenen

Mijn kleren waren doorweekt van de regen.
Mijn broek was kletsnat.
Mijn trui was kledder.

Slide 3 - Slide

Examenwoorden - theorie
Homoniemen = woord dat meer betekenissen kan hebben


Slide 4 - Slide

Vind de goede betekenis
Examenwoorden
In een pikkedonkere kamer kun je . . . . . . . . . hoe het is om blind te zijn.
De schrijvers . . . . . . . . . .  in hun boek naar een website. Daarop kan je meer informatie vinden.
Een samenvatting maak je snel door de belangrijkste zinnen met een gele stift te  . . . . . . . .
Mijn mentor gaf het . . . . . . . . . .  om kok te worden. Hij vindt dat dat beroep goed bij mij past.
Ik vergat na een treinreis uit te checken. Nu heb ik bij de NS een . . . . . . ingediend om geld terug te krijgen.
verwijzen
verzoek
ervaren
markeren
advies

Slide 5 - Drag question

Noem de aanleiding tot het schrijven van deze tekst
A
feit dat tot gevolg heeft dat er iets gebeurt
B
het eerste gedeelte waarin wordt verteld waar de tekst over gaat

Slide 6 - Quiz

Wat wil de schrijver in alinea 3 benadrukken?
A
de aandacht op iets vestigen
B
duidelijk uitleggem

Slide 7 - Quiz

Citeer de zin waarin een voorbeeld wordt genoemd
A
zeg in eigen woorden
B
schrijf letterlijk over

Slide 8 - Quiz

Wat beogen de schrijvers met hun tekst?
A
stellen, beweren
B
als doel hebben, proberen te bereiken

Slide 9 - Quiz

Het is niet de bedoeling dat je telegramstijl gebruikt.
A
moeilijke woorden
B
korte zinnen, losse woorden

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Link

Huiswerk voor do 4 mrt
Maken opdr. 20 en 21 
Taalschat blok 4
blz. 162/163

Slide 12 - Slide