What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Taal actief groep 4 thema 1
Groep 4 - Thema 1
1 / 22
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Speciaal Onderwijs
Leerroute 1
This lesson contains
22 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Groep 4 - Thema 1
Slide 1 - Slide
Wat hebben we
geleerd bij Taal?
Slide 2 - Mind map
Wat gaan we doen?
Werken aan werkpakket Taal om te oefenen voor de toets
Quiz
Slide 3 - Slide
Wat is een ander woord voor de echtgenoot?
A
Vriend
B
Man
C
Partner
D
Vrouw
Slide 4 - Quiz
Wat is de betekenis van het woord 'stiefmoeder'?
A
Een vrouw die niet getrouwd is
B
Een vrouw die getrouwd is met je vader/moeder, maar niet je echte moeder is
C
Een vrouw die geen kinderen heeft
Slide 5 - Quiz
Wat is een babysitter?
A
Speelgoed voor kinderen.
B
Een app voor ouders.
C
Een kinderopvangcentrum.
D
Een persoon die op kinderen past.
Slide 6 - Quiz
Wat is het zelfstandig naamwoord in de zin 'Ayoub zit in de bus?
A
zit
B
bus
C
in
D
Ayoub
Slide 7 - Quiz
Wat is het zelfstandig naamwoord in de zin. Nassim speelt graag voetbal.
A
speelt
B
Nassim
C
voetbal
D
graag
Slide 8 - Quiz
Welk lidwoord past bij het woord vis?
A
het
B
de
C
een
Slide 9 - Quiz
Wat is het juiste lidwoord voor het woord 'glas'?
A
de
B
een
C
het
Slide 10 - Quiz
Welk lidwoord past voor het woord 'huis'?
A
De
B
Het
C
Een
D
Die
Slide 11 - Quiz
Wat betekent 'lollig'?
A
Grappig
B
Verdrietig
C
Boos
D
Serieus
Slide 12 - Quiz
Wat betekent 'zich beheersen'?
A
Je emoties uitdrukken
B
Je emoties laten gaan
C
Je emoties onder controle houden
D
Je emoties negeren
Slide 13 - Quiz
Uit welke twee woorden bestaat het woord rugzak?
Slide 14 - Open question
Uit welke twee woorden bestaat het woord smeerkaas?
Slide 15 - Open question
Welke letter komt na de letter 'M'?
A
L
B
P
C
N
D
O
Slide 16 - Quiz
Hoeveel letters heeft het alfabet?
A
28
B
30
C
24
D
26
Slide 17 - Quiz
Hoeveel letters zijn er in het alfabet?
A
30
B
24
C
28
D
26
Slide 18 - Quiz
Vul het ontbrekende woord in
'Als ik mijn werk af heb, gaat de juf het werk ...... '
A
nakijken
B
evalueren
C
beoordelen
D
corrigeren
Slide 19 - Quiz
Wat is de betekenis van het woord schooltaal?
A
De taal die gebruikt wordt thuis.
B
De taal die gebruikt wordt op het werk.
C
De taal die gebruikt wordt op school.
D
De taal die gebruikt wordt in de pauze.
Slide 20 - Quiz
Wat betekent het woord 'verbeteren'?
A
Iets nakijken
B
Iets beter maken
C
Iets verslechteren
D
Iets veranderen
Slide 21 - Quiz
Hoe vond je deze les gaan?
Slide 22 - Mind map
More lessons like this
Taal toets thema 1 klas 2 Snappet
October 2023
- Lesson with
17 slides
Taal
Primary Education
Age 7
Herhaling woordsoorten
June 2023
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Werkwoorden - zelfstandige naamwoorden - bijvoeglijke naamwoorden
February 2024
- Lesson with
45 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
TB bijvoeglijke naamwoorden - zelfstandige naamwoorden - lidwoorden
February 2023
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Taalbeschouwing blok 1
September 2023
- Lesson with
10 slides
Taal
Primary Education
Ontdek de Wereld van Woordsoorten!
May 2024
- Lesson with
31 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Herhaling woorden onderzoeken 18_11
23 hours ago
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
first day
July 2024
- Lesson with
25 slides
Alles
Lager onderwijs