H3 Samentrekking van samengestelde zinnen (les 3)

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Samengestelde zinnen

1) Kun je een samengestelde zin herkennen?

2) Weet je wat een hoofdzin is?

3) Weet je wat een bijzin is?

4) Kun je het verschil aangeven tussen een hoofd- en bijzin?

Hoofdzin

Een hoofdzin staat in een samengestelde zin. 

In een hoofdzin staan de persoonsvorm en het onderwerp naast elkaar. Er kan niets tussen ow en pv gezet worden (bijv. 'niet')

Er kunnen meerdere hoofdzinnen in een zin staan. 

Simon kocht een nieuwe jas en zijn zus bestelde schoenen. 

pv1: kocht                          ow1: Simon

pv2: bestelde                   ow2: zijn zus

Welk woord plakt deze zinnen aan elkaar?

Hoe noem je zo'n woord?

lidwoord - werkwoord - voegwoord - bijvoeglijk naamwoord?

Bijzin

Een bijzin kan in een samengestelde zin staan.

In een bijzin staan de persoonsvorm en het onderwerp uit elkaar. Er staat dus een of meerdere woorden /zinsdelen tussen. 

Er kunnen meerdere bijzinnen in een zin staan, maar er moet altijd een hoofdzin zijn. 

Wat is een hoofdzin?

1. Het onderwerp en de persoonsvorm staan naast elkaar.
2. Het onderwerp en de persoonsvorm staan niet naast elkaar

Hz of Bz? Kies het goede antwoord.

Ik probeerde te lezen, maar mijn ogen vielen steeds dicht.

1. hoofdzin- hoofdzin
2. hoofdzin- bijzin
3. bijzin- hoofdzin

Het gaat vast beter als ik een stukje ga hardlopen.

Kies het juiste antwoord:

1. hoofdzin- hoofdzin
2. hoofdzin- bijzin
3. bijzin- hoofdzin

Wat is een hoofdzin?

1. Een zin met een voegwoord.
2. Een zin waarbij er een zinsdeel tussen de pv en het ow staat.
3. Een zin waarbij de pv en het ow naast elkaar staan.
4. Een zin zonder onderwerp.

7) Welke combinatie van zie je hier?
afkortingen: hoofdzin (HZ) - bijzin (BZ)

De hond blafte luid, nadat de postbode aanbelde.

1. HZ + HZ
2. HZ + BZ
3. BZ + HZ
4. BZ + BZ

Kies het juiste antwoord:
Ik weet niet of ik morgen naar het bos ga.

1. Hz+Hz
2. Hz+Bz
3. Bz+Hz
4. Hz+Bz+Bz

Welke zin bestaat uit
hoofdzin +hoofdzin?

1. Ik werk in Breda, maar ik wil er wel wonen.
2. Ik werk in Breda, daardoor moet ik elke dag reizen naar breda.
3. Ik werk in Breda, omdat ik niks anders kan vinden.
4. Ik werk in Breda, omdat ik dat leuk vind.

Grote gezinnen worden zeldzaam, maar er bestaan nog altijd gezinnen met zes of meer kinderen.

Kies het juiste antwoord:

1. hoofdzin-bijzin
2. hoofdzin-hoofdzin

Samengestelde zinnen

Kun je een samengestelde zin herkennen?

persoonsvorm en onderwerp 

in samengestelde zinnen

Wat is de hoofdzin?

1. dat zij verliefd is
2. is heel begrijpelijk

5) Noteer de persoonsvormen.

De hond blafte luid, nadat de postbode aanbelde.
(zet een komma tussen de twee antwoorden)

4) Is het een enkelvoudige of een samengestelde zin?

De hond blafte luid, nadat de postbode aanbelde.

1. enkelvoudige zin
2. samengestelde zin

3) Wat zijn de onderwerpen in deze zin?

Peter wil morgen naar De Efteling, maar Marieke wil niet mee.

1. Peter
2. De Efteling, Marieke
3. Marieke
4. Peter, Marieke

6) Noteer de onderwerpen.

De hond blafte luid, nadat de postbode aanbelde.
(zet een komma en spatie tussen de twee woorden)

8) Noteer het voegwoord.

De hond blafte luid, nadat de postbode aanbelde.

9) Is het een enkelvoudige of een samengestelde zin?
Als de politie jou staande houdt, moet je een identificatiebewijs kunnen tonen.

1. enkelvoudige zin
2. samengestelde zin

10) Noteer de persoonsvormen.
Als de politie jou staande houdt, moet je een identificatiebewijs kunnen tonen.
(zet een komma tussen de twee woorden)

11) Noteer de onderwerpen.
Als de politie jou staande houdt, moet je een identificatiebewijs kunnen tonen.
(zet een komma tussen de twee antwoorden)

12) Welke combinatie van zie je hier?
afkortingen: hoofdzin (HZ) - bijzin (BZ)
Als de politie jou staande houdt, moet je een identificatiebewijs kunnen tonen.

1. HZ + HZ
2. HZ + BZ
3. BZ + HZ
4. BZ + BZ

13) Noteer het voegwoord.
Als de politie jou staande houdt, moet je een identificatiebewijs kunnen tonen.

14) Is het een enkelvoudige of een samengestelde zin?

Deze leerling heeft een stageplek gevonden, terwijl de brief pas net verzonden is naar de ouders.

1. enkelvoudige zin
2. samengestelde zin

15) Noteer de persoonsvormen.
Deze leerling heeft eigen stageplek gevonden, terwijl de brief pas net verzonden is naar de ouders.
(zet in je antwoord een komma tussen de twee woorden)

6) Noteer de onderwerpen.
Deze leerling heeft een stageplek gevonden, terwijl de brief pas net verzonden is naar de ouders.
(zet in je antwoord een komma en spatie tussen de twee woorden)

7) Welke combinatie van zie je hier?
afkortingen: hoofdzin (HZ) - bijzin (BZ)
Deze leerling heeft een stageplek gevonden, terwijl de brief pas net verzonden is naar de ouders.

1. HZ + HZ
2. HZ + BZ
3. BZ + HZ
4. BZ + BZ

8) Noteer het voegwoord.
Deze leerling heeft een stageplek gevonden, terwijl de brief pas net verzonden is naar de ouders.

Samengetrokken zinnen

1) Kun je een samengestelde zin herkennen?

2) Kun je aangeven welke woorden zijn weggelaten?

3) Kun je aangeven of de zin (on)juist is samengetrokken?

Samentrekkingen

juiste en foutieve samentrekkingen

1) Is deze zin samengetrokken?

Peter hield van haar en van zwarte bonen.

1. ja
2. nee

1) Is deze zin op de juiste manier samengetrokken?

Peter hield van haar en van zwarte bonen.

1. ja
2. nee

Is deze zin op de juiste manier samengetrokken?

Jenny at graag witte rijst en op zaterdag bij MacDonalds.

1. ja
2. nee

Beschrijf in eigen woorden waarom de vorige zin niet juist is samengetrokken

Ik kan het verschil benoemen tussen enkelvoudige en samengestelde zinnen

0100

Ik kan aangeven of een samengestelde zin bestaat uit een hoofdzin en een bijzin óf uit twee hoofdzinnen.

😒🙁😐🙂😃

Ik weet wat voegwoorden zijn en ik kan ze aanwijzen in de zin

0100

Ik herken samengetrokken zinnen en ik kan de mogelijke fout aanwijzen in die zin

0100