start 2025

Welkom! 
Welkom
1 / 39
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom! 
Welkom

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Even voorstellen
  • Wat verwacht ik van je?
  • Inventariseren behoeften
  • Uitleg
  • Aan de slag/vragen huiswerk

Slide 2 - Slide

Even voorstellen
Mevr Prins
29 jaar
Leeuwarden
Wiskunde

Slide 3 - Slide

Even voorstellen
                                                       Crossfit


                            

Slide 4 - Slide

Even voorstellen

Kars


Caty

Slide 5 - Slide

Even voorstellen



                                                           
Maud

Slide 6 - Slide

Pak erbij:
  • Hokjes schrift                                     DEZE SPULLEN ELKE 
  • Ipad                                                         WISKUNDELES MEE!
  • Boek
  • Pen
  • Potlood
  • Geodriehoek
  • Rekenmachine 

Slide 7 - Slide

Gebruik van je hokjesschrift
  • Werk netjes! 
  • Gebruik een kantlijn (eventueel zelf tekenen)
  • Tekenen met potlood, schrijven met pen

Slide 8 - Slide

Wat gaat er goed tot nu toe bij het vak wiskunde?

Slide 9 - Open question

Waar heb je behoefte aan tijdens de lessen wiskunde?

Slide 10 - Open question

§5.3 - Rekenen met gelijkvormigheid

  1. Driehoeken hebben dezelfde hoeken
  2.  Bij een vergroting hebben alle zijden een zelfde vergrotingsfactor.

Slide 11 - Slide

§5.3 - Rekenen met gelijkvormigheid
Leerdoel:
- rekenen met de factor in gelijkvormige figuren.

Slide 12 - Slide

§5.3 - Rekenen met gelijkvormigheid

Slide 13 - Slide

§5.3 - Rekenen met gelijkvormigheid

Slide 14 - Slide

§5.3 - Rekenen met gelijkvormigheid

Slide 15 - Slide

§5.3 - Rekenen met gelijkvormigheid

Slide 16 - Slide

§5.3 - Rekenen met gelijkvormigheid

Slide 17 - Slide

§5.3 - Rekenen met gelijkvormigheid
een vergrotingsfactor betekent er zit een zelfde verhouding tussen alle zijden.
AB-----> x factor = DE
30              x 0,4       = 12
want; 12 : 30 = 0,4

x .......
factor=oudedriehoeknieuwedriehoek=ABDE=3012=0,4....

Slide 18 - Slide

§5.3 - Rekenen met gelijkvormigheid
Pak schrift+pen en schrijf mee:
Welke twee driehoeken zijn gelijkvormig?

Slide 19 - Slide

§5.3 - Rekenen met gelijkvormigheid
Voorbeeld:
Welke twee driehoeken zijn gelijkvormig?

ABE en ACD

Slide 20 - Slide

§5.3 - Rekenen met gelijkvormigheid
Voorbeeld:
- Schets de driehoeken naast elkaar

- Schrijf de bekende lengtematen erbij

Slide 21 - Slide

§5.3 - Rekenen met gelijkvormigheid
Voorbeeld:
Van welke driehoek zijn de meeste
lengtematen bekend?

Slide 22 - Slide

§5.3 - Rekenen met gelijkvormigheid
Voorbeeld:
Van welke driehoek zijn de meeste
lengtematen bekend?
ACD

Slide 23 - Slide

§5.3 - Rekenen met gelijkvormigheid
Voorbeeld:
Van welke overeenkomstige zijden
zijn de lengtematen bekend?

Slide 24 - Slide

§5.3 - Rekenen met gelijkvormigheid
Voorbeeld:
Van welke overeenkomstige zijden
zijn de lengtematen bekend?
AB = 3 m
AC = 7,5 m

Slide 25 - Slide

§5.3 - Rekenen met gelijkvormigheid
Voorbeeld:
Zet de bekende lengtematen in de 
pijlenketting.
AB = 3 m
AC = 7,5 m

Slide 26 - Slide

§5.3 - Rekenen met gelijkvormigheid
Voorbeeld:
Zet de bekende lengtematen in de 
pijlenketting.
AB = 3 m
AC = 7,5 m

AC --------------> AB
7,5 --------------> 3
x
x .......
x .......

Slide 27 - Slide

§5.3 - Rekenen met gelijkvormigheid
Voorbeeld:
Zet de bekende lengtematen in de 
pijlenketting.
AB = 3 m
AC = 7,5 m

AC --------------> AB
7,5 --------------> 3
x .......
x .......
factor=grotedriehoekkleinedriehoek=7,53=0,4

Slide 28 - Slide

§5.3 - Rekenen met gelijkvormigheid
Voorbeeld:
Zet de bekende lengtematen in de 
pijlenketting.
AB = 3 m
AC = 7,5 m

AC --------------> AB
7,5 --------------> 3
x 0,4
x 0,4
factor=oudnieuw=7,53=0,4

Slide 29 - Slide

§5.3 - Rekenen met gelijkvormigheid
Voorbeeld:
Bereken de lengte van zijde BE.

Slide 30 - Slide

§5.3 - Rekenen met gelijkvormigheid
Voorbeeld:
Welke zijde is de overeenkomstige
zijde van BE?

Slide 31 - Slide

§5.3 - Rekenen met gelijkvormigheid
Voorbeeld:
Welke zijde is de overeenkomstige
zijde van BE?

CD

Slide 32 - Slide

§5.3 - Rekenen met gelijkvormigheid
Voorbeeld:
Bereken de lengte van zijde BE.


Slide 33 - Slide

§5.3 - Rekenen met gelijkvormigheid
Voorbeeld:
Bereken de lengte van zijde BE.

BE = factor x CD

BE = 0,4 x 1,5 = 0,6 m


Slide 34 - Slide

§5.3 - Rekenen met gelijkvormigheid
Om met gelijkvormigheid te werken, moet je er altijd voor zorgen dat de figuren in dezelfde stand zijn getekend/geschetst:

Slide 35 - Slide

§5.3 - Rekenen met gelijkvormigheid
Pas als ze in dezelfde stand zijn getekend, kun je de factor berekenen met overeenkomstige zijden:

Slide 36 - Slide

Wat is de factor van de vergroting?
A
39 : 50 = 0,78
B
65 : 50 = 1,3
C
39 : 65 = 0,6
D
75 : 39 = 1,92

Slide 37 - Quiz

Wat is de lengte van zijde MS?
A
75 x 0,6 = 45 cm
B
50 x 0,6 = 30 cm
C
75 : 0,6 = 125 cm
D
50 : 0,6 = 83,33 cm

Slide 38 - Quiz

Aan de slag
Maken: paragraaf 5.3

Slide 39 - Slide