Week 4 Woensdag 3G

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Herhaling grammatica

• Zie stencil
• Opdracht 1 (woordsoorten)

Leerdoelen

• Ik kan de zin redekundig ontleden aan de hand van de zeven stappen.
• Ik kan de zin taalkundig ontleden door van elk woord de juiste woordsoort te benoemen.

1. roodharige

1. bezittelijk voornaamwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. bijvoeglijk naamwoord
4. persoonlijk voornaamwoord

2. Rotterdam CS

1. zelfstandig naamwoord
2. persoonlijk voornaamwoord
3. bijvoeglijk naamwoord
4. bezittelijk voornaamwoord

3. gaan

1. werkwoord - pv
2. werkwoord - vd
3. werkwoord - td
4. werkwoord - inf

4. rijden

1. werkwoord - pv
2. werkwoord - vd
3. werkwoord - td
4. werkwoord - inf

5. ontsnapt

1. werkwoord - pv
2. werkwoord - vd
3. werkwoord - td
4. werkwoord - inf

6. van

1. lidwoord
2. voorzetsel
3. bezittelijk voornaamwoord
4. persoonlijk voornaamwoord

7. bijzondere

1. bijvoeglijk naamwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. bezittelijk voornaamwoord
4. persoonlijk voornaamwoord

8. coördineert

1. werkwoord - pv
2. werkwoord - vd
3. werkwoord - td
4. werkwoord - inf

9. wereldwijde

1. bijvoeglijk naamwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. bezittelijk voornaamwoord
4. telwoord

10. vertraging

1. bijvoeglijk naamwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. bezittelijk voornaamwoord
4. werkwoord

Volgende vraag

• Welke volgorde is juist bij redekundig ontleden?
• Zet de nummers in de juiste volgorde (zonder spaties!)

1. lijdend voorwerp 2. zinsdeelstrepen 3. persoonsvorm 4. bijwoordelijke bepaling(en) 5. werkwoordelijk gezegde 6. meewerkend voorwerp 7. onderwerp