P5 les 4 Bloedvaten en Hartaandoeningen

P5 les 4 Bloedvaten en Hartaandoeningen
1 / 24
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 24 slides, with text slides.

Items in this lesson

P5 les 4 Bloedvaten en Hartaandoeningen

Slide 1 - Slide

Herhaling van voor de vakantie
Wat hebben we geleerd?
Waarom dragen mensen steunkousen?
We komen hier deze les weer op terug

Slide 2 - Slide

Programma van vandaag
Hulpkaarten persoonlijke verzorging: 
Hulpkaart maken (40 minuten)
Presenteren en bespreken van elkaars hulpkaart (20 minuten)

Pauze (10 minuten)

Hart en bloedsomloop (45 minuten)


Slide 3 - Slide

Opdracht hulpkaart maken
Zie It's Learning

Slide 4 - Slide

Hart en vaatstelsel en diverse hartaandoeningen

Slide 5 - Slide

Functie hart
  • Spier
  • Bloed rond pompen 
  • Zuurstof en voedingsstoffen verspreiden
  • 4 tot 5 liter bloed per minuut rondpompt

Slide 6 - Slide

hartcyclus
1. Hart gaat in rust
2. Boezems trekken samen
3. kamers trekken samem
4. Hart gaat in rust

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Hoe komt het bloed omhoog van je tenen naar je hart?

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Bloeddruk
 De bloeddruk is de druk in je bloedvaten. Die druk is nodig om bloed rond te pompen, zodat al je organen en spieren genoeg zuurstof krijgen. De bloeddruk kan hoger zijn dan nodig is.

Slide 11 - Slide

Feiten en cijfers
In Nederland zijn er  1,5 miljoen mensen met een chronische hart- of vaatziekte.
Elke dag:
  • sterven 103 mensen aan een hart- of vaatziekte: meer vrouwen dan mannen
  • komen zo'n 700 mensen in het ziekenhuis                                                  vanwege een hart- of vaatziekte.


Slide 12 - Slide

Hart en vaatziekten
  • Hartfalen
  • Hogebloeddruk
  • Hartinfarct
  • Hartstilstand

Slide 13 - Slide

Hartfalen
= een aandoening waarbij het hart met onvoldoende kracht het bloed door het lichaam pomp.


Resultaat
Je weefsels en organen krijgen onvoldoende bloed

 


Slide 14 - Slide

Bloeddruk
= druk in je bloedvaten

Te lage bloeddruk:
Te weinig bloed (zuurstof/voedingsstoffen)                                           (duizelig worden; wazig zien) 

Te hoge bloeddruk:                                                                    (hoofdpijn; vermoeidheid; misselijkheid )
Bloedvaten beschadigd raken (risico op hart- en vaatziekten)

Bovendruk: geeft de druk aan wanneer het hart zich samenknijp                                (ideale 120/80)
Onderdruk: ontspanning van het hart 


Slide 15 - Slide

Hartinfarct

  • Vernauwing kransslagader
  • Hart krijgt geen zuurstof 
  • Deel van het hart sterft af


Slide 16 - Slide

Hartstilstand 
= hart geen bloed meer rondpompt (hele lichaam)

  • Levensbedreigend
  • Bewusteloos
  • Cellen in de hersenen zullen hierdoor snel afsterven (minuten)

Slide 17 - Slide

Hartstilstand en dan?
A C T I E !

  • Bel 112 (of laten bellen)
  • Ademhaling controleren
  • Reanimeren 
  • AED (laten ophalen)

Slide 18 - Slide

Oorzaken hartfalen
Enkele voorbeelden: 
  • Aandoening van de kransslagaders 
  • Hartaanval (eerdere)
  • Hartklep aandoening 
  • Hoge bloeddruk
  • Aangeboren afwijking 
  • Diabetes
  • Ontsteking hartspier 

Slide 19 - Slide

Risico verminderen


  • Gezond eten
  • Fysiek actief blijven
  • Niet roken
  • Overmatig alcoholgebruik vermijden
  • Zorgvuldig omgaan met diabetes

Slide 20 - Slide

Opdracht 
Neem de hartslag op bij jezelf:
- In rust
- Na 10 kniebuigingen
- Na 20 kniebuigingen
- Na 30 kniebuigingen

Slide 21 - Slide

Controleer bij elkaar de hartslag via de pols

- Leg 3 vingers op de pols van je klasgenoot en druk zachtjes 
- Zet op je mobiel een timer van 30 seconden
- Tel gedurende 30 seconden de hartslag
- Doe de hartslag x 2
 
Gemiddelde hartslag  = in rust tussen de 60 en 100 slagen per minuut.

Slide 22 - Slide

Opdracht
We maken 3 groepen en verdelen de onderwerpen:
  • Wat zijn hart- en vaatziekten?
  • Welke factoren verhogen het risico op hart- en vaatziekten?
  • Hoe kan een gezonde leefstijl helpen om hart- en vaatziekten te voorkomen?

Slide 23 - Slide

Opdracht
Ieder groepje maakt minimaal 3 dia's voor een powerpoint presentatie. Die lever je in in It's Learning.

Volgende week presenteert ieder groepje zijn/ haar dia's.

Slide 24 - Slide