1. Je legt uit wat een delier is.
2. Je legt uit aan welke symptomen je een delier kunt herkennen.
3. Je benoemt welke zorgvragers er tot de risicogroep behoren.
4. Je benoemt wat de lichamelijke oorzaken van een delier zijn.
5. Je benoemt welke acties je kunt inzetten om de zorgvrager met een delier te ondersteunen.
6. Je benoemt maatregelen om een delier te voorkomen