Les 5: Small Talk auf Deutsch

Cursus bedrijven Duits.
1 / 23
next
Slide 1: Slide
DuitsBeroepsopleiding

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Cursus bedrijven Duits.

Slide 1 - Slide

Les 5: Small Talk auf Deutsch

Slide 2 - Slide

Programm
- Gesprächssituationen ausarbeiten
- Sprachtechnik
- Small Talk auf Deutsch
- Falsche Freunde

Slide 3 - Slide

Ziele:
Na deze sessie:
- ken je de taaltechniek 'bijwoorden' en kun je een aantal Duitse bijwoorden noemen.
- kan je de taaltechniek in je communicatie toepassen.
- kan je een aantal small talk onderwerpen benoemen.
- heb je een gesprekje gevoerd in het onderwerp 'Ferien'.
- kan je uitleggen wat Falsche Freunde zijn.
- kan je een aantal veelvoorkomende Falsche Freunde communicatief repareren.  

Slide 4 - Slide

Gesprächsituationen
Ein Termin vereinbaren
Eine Bestellung aufgeben
Um Informationen bitten

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

Sprachtechnik
Adverbia: bijwoorden.
Bijwoorden geven meer informatie over een werkwoord, een ander bijwoord, een bijvoeglijk naamwoord of een hele zin. Een bijwoord kan ook aangeven waar, wanneer, hoe vaak of hoe iets gebeurt.

Slide 7 - Slide

Er zijn verschillende categorieën bijwoorden:

Bijwoorden van graad
Bijwoorden van plaats
Bij woorden van tijd
Onbepaald bijwoorden
Vragende bijwoorden 

Slide 8 - Slide

Bijwoorden

Slide 9 - Mind map

Slide 10 - Link

Frau Hausmann hat ... angerufen.
A
bald
B
gerade
C
sofort
D
jetzt

Slide 11 - Quiz

Wie geht's Ihnen, Herr Kuschner?
Es geht mir ... gut.
A
Behurlich
B
unglaublich
C
ungefähr
D
ziemlich

Slide 12 - Quiz

Diese Angebote liegen ... bei einander.
A
dicht
B
fern
C
nahe
D
weit

Slide 13 - Quiz

Formuleer een praktijkzin met daarin een bijwoord.

Slide 14 - Open question

Leertip vocabulaire
Het uitbreiden van je woordenschat komt je communicatie ten goede.
Hier volgt een stappenplan voor hoe je woordenschat ook echt kunt onthouden:

Slide 15 - Slide

1: Kies 5 of 10 woorden/zinnen per dag, of om de dag.
2: Lees deze eerst door en vertaal ze actief van het Nederlands naar het Duits. 
3: Spreek ze daarna uit in het Duits en schrijf ze evt. op
4: Herhaal de volgende of de daaropvolgende dag deze woorden/zinnen in een andere volgorde. Probeer deze evt.in een hele zin op te nemen.
5: Naast de woorden/zinnen van de afgelopen keer oefen je er 5 of 10 nieuwe bij (hierop pas je stap 2 en 3 toe).
6: Herhaal de volgende of de daaropvolgende dag het volledige aantal woorden/zinnen in een andere volgorde. Probeer deze evt.in een hele zin op te nemen.
7: Voer opnieuw stap 4 t/m 6 uit. Op deze manier herhaal je de woorden/zinnen van vorige keren en voeg je tegelijkertijd nieuwe  aan je repertoire toe.
8: Wanneer bepaalde woorden/zinnen uit de reeds opgebouwde repertoire écht in je langetermijngeheugen zijn opgenomen, dan kun je deze vervangen voor nieuwe.


Slide 16 - Slide

Small Talk
Small Talk sind beiläufige Gespräche ohne Tiefgang.
Man unterhaltet sich an der Oberfläche.
Das bedeutet aber nicht, dass diese Gespräche nicht wichtig sind.

Slide 17 - Slide

Small Talk Themen
JA:
das Wetter
Sport
die Freizeit/Hobbys
Urlaub
dein Heimatland
Arbeit
Kultur
Small Talk Themen
Nein:
Politik
Religion
Ethnische Herkunft
Geld und Gehalt
Gesundheit
Familie und Privatleben

Slide 18 - Slide

Tipps für Small Talk
- Stelle offene Fragen (W-Wörter)
- Aktiv zuhören
- Auf eigene Tonfall und Körpersprache achten

Slide 19 - Slide

Ferien

Slide 20 - Mind map

Falsche Freunde

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Gesprächsaufgabe
Sprecht mit einander über eure Ferien. 

Slide 23 - Slide