Werken in de dagbesteding deel C en D

Werken in de dagbesteding deel C & D
1 / 43
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 4

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Werken in de dagbesteding deel C & D

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Lijkt het je leuk om in een verpleeghuis te werken?
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Poll

In de film werd gesproken over 'psychogeriatrie'.
Wat betekend dit?
A
dit is verstandelijke beperking bij ouderen
B
dit gaat over het welzijn bij ouderen
C
dit gaat over het welzijn van de medewerkers
D
dit gaat over jonge mensen die verstandelijk beperkt zijn

Slide 4 - Quiz

helpende 
verpleegkundige
sondevoeding aanbrengen
medicijnen toedienen
huishoudelijk werk
ondersteunen bij eten
wondverzorging
lichaamsverzorging

Slide 5 - Drag question

wat zijn de 4 basisemoties?

Slide 6 - Open question

Als je werkt in een verpleeghuis lees je eerst het zorgdossier voordat je iemand gaat helpen bij de persoonlijke verzorging. Waarom?
A
hierin staat wat je moet doen vandaag
B
hierin staat welke hulp iemand nodig heeft en of er bijzonderheden zijn
C
hierin staat wie de persoon moet verzorgen
D
hierin staat wat iemand prettig vind

Slide 7 - Quiz

Als je iemand gaat wassen en aankleden is privacy heel belangrijk. Waarom?

Slide 8 - Open question

Voeding
Als je werkt in een verzorgingstehuis moet je met de volgende dingen rekening houden:
- gewoontes van de bewoners
- gezonde voeding
- diëten van patiënten

Hierna volgen 4 juist/ onjuist vragen ( opdrachten. 12, deel C)

Slide 9 - Slide

Volkoren producten zijn belangrijk voor een goede stoelgang.
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quiz

Lichaamsbeweging helpt niet om langer gezond te blijven.
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quiz

Door de hoeveelheid zout in voeding te beperken kun je een hoge bloeddruk voorkomen.
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quiz

Door dementie kunnen ouderen minder eetlust hebben.
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quiz

Objectief/ subjectief
Als je werkt in een verpleeghuis moet je kunnen rapporteren. 
Hierbij is het belangrijk om alleen feiten (=objectief) te noemen en geen mening (=subjectief) te geven. 

Het gaat bij rapporteren om zaken die belangrijk zijn voor anderen, bijvoorbeeld of iemand koorts heeft of is gevallen. 

Hierna volgen 4 zinnen uit een rapportage. Geef aan of ze objectief of subjectief zijn. 

Slide 14 - Slide

Mevrouw Kaagman heeft de ziekte van Parkinson.
A
objectief
B
subjectief

Slide 15 - Quiz

Meneer de Bruin heeft lang uitgeslapen vandaag.
A
objectief
B
subjectief

Slide 16 - Quiz

Mevrouw de Vries is gevallen en heeft haar pols gebroken.
A
objectief
B
subjectief

Slide 17 - Quiz

Meneer Yilmaz heeft weinig gegeten. Ik denk omdat hij het niet lekker vond.
A
objectief
B
subjectief

Slide 18 - Quiz

muziek
Je hoort straks 2 muziek fragmentjes. 

Welke van de 2 zou je (dementerende)ouderen laten horen.
Waarom?

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

Welke muziek zou je laten horen aan (dementerende) ouderen?
Kid Laroy
The Beatles

Slide 22 - Slide

Gezonde voeding

schijf van vijf
voedingsstoffen
voor wie is het bestemd
BMI

Slide 23 - Slide

voedingsstoffen (opdr 35, deel C)
koolhydraten - brandstof, leveren energie
eiwitten - bouwstoffen voor het vernieuwen van lichaamscellen
vetten - brandstof en bron van vitamine A, D en E
vitaminen - goede werking van de organen
mineralen - opbouw van botten en gebit + zuurstoftransport in het bloed
vezels - goede darmwerking en spijsvertering
vocht - transport van voedingstoffen 

Slide 24 - Slide

Mevrouw Driessen heeft weinig energie. Van welke voedingsstoffen zal zij de laatste tijd te weinig hebben gehad
A
eiwitten
B
mineralen
C
vitamine
D
koolhydraten

Slide 25 - Quiz

Meneer de Vries heeft last van obstipatie. Van welke voedingsstof zal hij de laatste tijd te weinig hebben binnen gehad?
A
koolhydraten
B
eiwitten
C
vezels
D
vocht

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Video

BMI
gewicht in kilo's : ( lengte x lengte) = BMI


Slide 28 - Slide

BMI


Annet is 1,79 meter lang en weegt 80 kilo. Bereken haar BMI

Asia is 1,65 meter lang en weegt 55 kilo. Bereken haar BMI

Youp is 1,85 meter lang en weegt 60 kilo. Bereken zijn BMI

Slide 29 - Slide

BMI
Annet--> 80 : ( 1,79 x 1,79)=
80 : (3,2041) = 24,96 
Asia --> 55 : (1,65 x 1,65) = 
55 : (2,7225) = 20,20
Youp --> 60 : ( 1,85 x 1,85)=
60 : (3,4225) = 17,53

Slide 30 - Slide

activiteit organiseren/ draaiboek maken
voorbereiden: wanneer, wat, waarom, budget, uitnodigen maken en versturen, inkopen doen
uitvoeren: mensen ontvangen, koffie en thee schenken, muziek verzorgen, zorgen voor veiligheid
nazorg: opruimen, bedankjes uitdelen
terugkijken: evalueren 

Slide 31 - Slide

Tijdens een feest voor de bewoners schenk je koffie en thee in. Dit hoort bij
A
voorbereiden
B
uitvoeren
C
nazorg

Slide 32 - Quiz

Je hangt posters op om het feest aan te kondigen. Dit hoort bij
A
voorbereiden
B
uitvoeren
C
nazorg

Slide 33 - Quiz

De zaal wordt opgeruimd na het feest. Dit hoort bij
A
voorbereiden
B
uitvoeren
C
nazorg

Slide 34 - Quiz

herhalen deel A en B

- zelfredzaamheid
- auditief en visuele handicaps
- beroerte
- ziekte van Parkinson
- ouderdomsziektes
- motoriek
- schoonmaakregels
- ruw-, huishoudelijk-, smetschoon







- zelf-, eerstelijns-, tweedelijnszorg
- dementie
- verbaal/ nonverbaal
- snoezelen
- voedingsgewoonten
- ergonomie
- zorgboerderij






Slide 35 - Slide

Waar heeft dit plaatje mee te maken?
A
schoonmaakregels
B
zelfredzaamheid
C
Ergonomie
D
motoriek

Slide 36 - Quiz

Een zorgvrager heeft moeite met kijken. Hij heeft last van een troebele ooglens. Wat heeft hij?
A
verziend
B
staar
C
bijziend
D
auditief beperkt

Slide 37 - Quiz

Noem de schoonmaak regels

Slide 38 - Open question

Bij een beroerte moet je een FAST test doen. Waar staan deze letters voor?

Slide 39 - Open question

Jacco is bij de huisarts omdat hij veel last heeft van migraine. Welke vorm van zorg is dit?
A
zelfzorg
B
eerstelijns
C
tweedelijns
D
mantelzorg

Slide 40 - Quiz

Mevrouw Güler trilt heel erg, heeft stijve spieren, loopt voorovergebogen en heeft moeite met slapen. Welke ziekte heeft zij?
A
Parkinson
B
Dementie
C
Diabetes
D
Reuma

Slide 41 - Quiz

Welk signaal is non-verbaal?
A
Schelden
B
Klagen
C
Wenkbrauwen fronsen
D
Roepen

Slide 42 - Quiz

vragen
VRAGEN? 

Slide 43 - Slide