NN 2F Volt. deelw. 2425

1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Wat zijn de regels voor het vervoegen van de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd?

Slide 3 - Open question

Wat zijn de regels voor het vervoegen van de persoonsvorm in de verleden tijd?

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Slide

Geef een voorbeeld van een voltooid deelwoord.

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Hoe vind je de stam van een werkwoord?

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Maak een zin waarbij je een voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord gebruikt.

Slide 15 - Open question

Wat moet je doen om te weten of je met een persoonsvorm of voltooid deelwoord te maken hebt?

Slide 16 - Open question

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Overtreden (t.t.)
Als ik de spelregels ... moet je het zeggen.

Slide 19 - Open question

Houden, aanbranden (t.t)
Ik ... niet van ... rijst.

Slide 20 - Open question

Verhuizen (t.t.)
Bas ... regelmatig naar een andere woning.

Slide 21 - Open question

Verhuizen
Bas is regelmatig naar een andere woning ... .

Slide 22 - Open question

Gebeuren (t.t)
Het ... regelmatig dat hij de verkeerde afslag neemt.

Slide 23 - Open question

Gebeuren
Het is regelmatig ... dat hij de verkeerde afslag nam.

Slide 24 - Open question

Aanvaarden, worden, opleggen (v.t.)
Hij ... de straf die hem ... ... .

Slide 25 - Open question

Aanvaarden
De ... straf heeft hij dapper doorstaan.

Slide 26 - Open question

Worden (t.t.)
... jij daar niet misselijk van?

Slide 27 - Open question

Slide 28 - Slide