What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Voorbereiding so lezen §1 tm 4 voor 1hv
HV1.
Meer dan lezen § 1
t/m 4
1 / 33
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
33 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
HV1.
Meer dan lezen § 1
t/m 4
Slide 1 - Slide
Leesstrategieën
Leesstrategieën
Slide 2 - Slide
Oriënterend lezen
Doel
=
Het
onderwerp
en evt. het
tekstdoel
van de tekst bepalen
Slide 3 - Slide
Het onderwerp bepalen
Na het (oriënterend ) lezen kun je het
onderwerp van de tekst
bepalen
.
Het onderwerp is
kort geformuleerd
en is
geen vraag of zin die begint met een vraagwoord
.
Slide 4 - Slide
Globaal lezen
Als je op zoek gaat naar de hoofdzaken van een tekst, ga je globaal lezen.
Je leest de eerste en laatste zinnen van een alinea.
Doel: je stelt deelonderwerpen vast.
Globaal lezen
Slide 5 - Slide
Precies lezen
Om te bepalen wat de hoofdgedachte van een tekst is, moet je de tekst
precies lezen
. Je leest de tekst dan nauwkeurig van het begin tot het eind.
Slide 6 - Slide
Zoekend lezen
Slide 7 - Slide
Wat is een leesstrategie?
A
Een manier van lezen.
B
Een manier van kijken
C
Een plan van aanpak.
D
Een aanpak.
Slide 8 - Quiz
Als ik een leesboek lees, gebruik ik de leesstrategie:
A
Zoekend lezen
B
Globaal lezen
C
Intensief lezen
D
Oriënterend lezen
Slide 9 - Quiz
Na welke leesstrategie maak je eventueel een samenvatting?
A
Globaal lezen
B
Intensief lezen
C
Zoekend lezen
D
Oriënterend lezen
Slide 10 - Quiz
Als ik iets opzoek in het woordenboek, gebruik ik de leesstrategie:
A
Oriënterend lezen
B
Precies lezen
C
Globaal lezen
D
Zoekend lezen
Slide 11 - Quiz
Met welke leesstrategie bepaal je de hoofdgedachte?
A
Precies lezen
B
Zoekend lezen
C
Globaal lezen
D
Oriënterend lezen
Slide 12 - Quiz
Als ik iets opzoek op internet, gebruik ik de leesstrategie:
A
Oriënterend lezen
B
Zoekend lezen
C
Globaal lezen
D
Intensief lezen
Slide 13 - Quiz
Wat is het leesdoel van de leesstrategie ‘precies lezen'?
A
Je wilt weten met wat voor tekst je te maken hebt.
B
Je wilt de tekst begrijpen.
C
Je wilt de tekst onthouden.
D
Je hebt een vraag en die wil je snel beantwoorden.
Slide 14 - Quiz
Tekstdoelen
Een schrijver schrijft een tekst met een reden.
Deze reden noem je het
tekstdoel.
Welke verschillende tekstdoelen zijn er?
Slide 15 - Slide
Tekstdoelen:
amuseren
informeren
instrueren
overtuigen
activeren
Slide 16 - Slide
Informatie geven
De lezer overtuigen van je mening
Overhalen om iets te doen of kopen
De lezer vermaken
Informeren
Overtuigen
Activeren
Amuseren
Slide 17 - Drag question
Onderwerp en hoofdgedachte
Slide 18 - Slide
Onderwerp en hoofdgedachte
Slide 19 - Slide
Fout geformuleerd
Het onderwerp is
Hoe ontstaat een bijensteek?
Waarom haal je lage cijfers?
Goed geformuleerd
Het onderwerp is
Het ontstaan van een bijensteek
Redenen voor lage cijfers
Slide 20 - Slide
Onderwerp en hoofdgedachte
Onderwerp
waar de tekst over gaat
- Te vinden in (onder)titel en inleiding
- Formuleer in één of enkele woorden
Hoofdgedachte
het belangrijkste wat de schrijver
over het onderwerp zegt
- Te vinden in inleiding en slot
- Formuleer in één zin
/ \
Informatieve tekst
Betogende tekst
Feitelijke informatie Mening + argument
Slide 21 - Slide
Een deelonderwerp
is een onderwerp dat wordt besproken in een alinea. Soms staan er tussenkopjes (korte deeltitels) boven deelonderwerpen.
Bijvoorbeeld:
Onderwerp van de tekst = Opwarming van de aarde
Deelonderwerpen =
1. Het ontstaan
2. De toekomst
3. Maatregelen
Slide 22 - Slide
Een tekst bestaat uit vier vaste delen. Benoem ze op volgorde met een spatie ertussen.
Slide 23 - Open question
In een alinea staat een deelonderwerp. Hoe noem je de belangrijkste zin in een alinea?
Slide 24 - Open question
De kernzin
is de belangrijkste zin uit de alinea. Dit is de eerste, tweede of laatste zin van de alinea.
Slide 25 - Slide
Andere zinnen in die alinea
- voorbeelden
- toelichting (uitleg)
Slide 26 - Slide
Hoofdzaken
= alle informatie uit de kernzinnen,
de belangrijkste informatie
Slide 27 - Slide
Bijzaken
= minder belangrijke informatie,
zoals voorbeelden en toelichting.
Slide 28 - Slide
Even testen...
In een alinea kan slechts èèn zin de kernzin zijn.
A
waar
B
niet waar
Slide 29 - Quiz
Welke leesmanier gebruik je als je leest om het onderwerp van een tekst te bepalen?
A
nauwkeurig
B
oriënterend
C
zoekend
Slide 30 - Quiz
Even testen...
Bijzinnen kun je onderverdelen in 1. toelichting/uitleg en 2...
Slide 31 - Open question
Even testen...
Een onderwerp schrijf je altijd op in slechts èèn woord..
A
waar
B
niet waar
Slide 32 - Quiz
succes!
Succes met leren!
Slide 33 - Slide
More lessons like this
Les 1 nauwkeurig en verkennend lezen.
May 2021
- Lesson with
38 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
H1.3 Verkennend lezen. Onderwerp en deelonderwerp, titel en tussenkopjes.
September 2022
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
H1.3 Verkennend lezen. Onderwerp en deelonderwerp, titel en tussenkopjes.
September 2023
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
H1.3 Verkennend lezen. Onderwerp en deelonderwerp, titel en tussenkopjes.
24 days ago
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
H1.3 Verkennend lezen. Onderwerp en deelonderwerp, titel en tussenkopjes.
25 days ago
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
M1 - herhalen h1 - 28 nov
November 2022
- Lesson with
28 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
Lezen §1 en §2
November 2022
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Leesvaardigheid - herhaling H1 en H2
September 2023
- Lesson with
32 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1