H4.2 deel 2

Wat gaan we doen?
  • Herhalen 4.1+4.2 lessonup 
  • Afmaken 4.2 
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Wat gaan we doen?
  • Herhalen 4.1+4.2 lessonup 
  • Afmaken 4.2 

Slide 1 - Slide

Doelen §4.1
  • Weten wat stroomsterkte is
  • Weten wat spanning is
  • Weten wat energie is
  • Elektrisch vermogen uitrekenen 

Slide 2 - Slide

Doelen §4.2
  • Weten wat weerstand is 
  • Weerstand kunnen berekenen 
  • Weten wat de wet van ohm is 

Slide 3 - Slide

Wat is spanning?
A
De energie die het apparaat nodig heeft.
B
De energie die een spanningsbron kan geven.
C
De energie die het apparaat nodig heeft.
D
De energie die de elektronen met zich meedragen.

Slide 4 - Quiz

De stroomsterkte
Noteer het symbool van de stroomsterkte
A
U
B
I
C
R
D
P

Slide 5 - Quiz

Wat is de spanning?
A
2,3 V
B
11,5 V
C
23 V

Slide 6 - Quiz

Stroomsterkte is een grootheid.
Wat is de eenheid voor stroomsterkte?
A
Watt (W)
B
Volt (V)
C
Power (p)
D
Ampère (A)

Slide 7 - Quiz

Bereken de stroomsterkte in milli Ampère als de stroomsterkte 0,15 A is.
A
1,5 mA
B
15 mA
C
150 mA
D
1500 mA

Slide 8 - Quiz

De spanning is ...
A
25 V
B
12,5 V
C
2,5 V

Slide 9 - Quiz

Met welke formule bereken je de weerstand?
Weerstand =
A
U=RI
B
R=IU
C
R=UI
D
I=UR

Slide 10 - Quiz

De spanning die je in huis gebruikt, is lager dan de spanning in hoogspanningsleidingen.
Hoe hoog is de spanning die je thuis gebruikt?
A
12 V
B
230 V
C
380 V
D
10 000 V

Slide 11 - Quiz

Het symbool van spanning is...... en de eenheid van spanning is........ .
A
P ; W
B
U ; V
C
I ; A
D
U ; MV

Slide 12 - Quiz

Stroomsterkte wat was dat ook nog maar?
A
het aantal electronen dat per seconde langs komt
B
hoeveel elektrische energie elk electron meeneemt.
C
de hoeveelheid geleverde energie

Slide 13 - Quiz

Wat is de spanning?
A
2,1 V
B
10,5 V
C
21 V

Slide 14 - Quiz

Een Ohmse-weerstand is een weerstand die:
A
Gevoelig is voor temperatuur
B
Gevoelig is voor licht
C
Altijd dezelfde waarde heeft
D
Geen van bovenstaande

Slide 15 - Quiz

Bereken het vermogen.
Gegeven 8 V en 0,37 A.
Graag een berekening

Slide 16 - Open question

Een koffiezetapparaat heeft een vermogen van 1500W bij een spanning van 230V.
Hoe groot is de stroomsterkte door dit apparaat?
Graag een berekening

Slide 17 - Open question

§4.2
Bij een weerstand is er een recht evenredig verband tussen de spanning over de weerstand en de stroomsterkte in een weerstand.

U 2x zo groot dan wordt    ook 2x zo groot 

I

Slide 18 - Slide

§4.2

Slide 19 - Slide

§4.2
Sommige weerstanden zijn niet constant.
Verwamringselement van broodrooster 

Slide 20 - Slide

Aan het werk
Lezen 4.2 in stilte
Maken 4.2 opdrachten:  21 t/m 24
Klaar? nakijken via google classroom 

Slide 21 - Slide