Interpunctie
1 / 14
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Slide 4 - Video
Goed of fout?
Daar loopt Ten Brink.
Daar loopt Ten Brink.
A
goed
B
fout
Slide 5 - Quiz
Goed of fout?
‘S middags doet mijn vader altijd een dutje.
‘S middags doet mijn vader altijd een dutje.
A
goed
B
fout
Slide 6 - Quiz
Goed of fout?
Ik ga Zaterdag naar Duitsland.
Ik ga Zaterdag naar Duitsland.
A
goed
B
fout
Slide 7 - Quiz
Goed of fout?
Toen ze thuis kwam zag ze dat de kerstverlichting al brandde.
Toen ze thuis kwam zag ze dat de kerstverlichting al brandde.
A
goed
B
fout
Slide 8 - Quiz
Goed of fout?
Hij kocht andijvie, boerenkool, wortelen en aardappelen.
Hij kocht andijvie, boerenkool, wortelen en aardappelen.
A
goed
B
fout
Slide 9 - Quiz
Goed of fout?
Ik zei: ‘Ik wil van de zomer niet naar Athene.’
Ik zei: ‘Ik wil van de zomer niet naar Athene.’
A
goed
B
fout
Slide 10 - Quiz
Goed of fout?
‘Als het aan mij ligt,’ zei Bush, ‘krijgt hij een eerlijk proces.’
‘Als het aan mij ligt,’ zei Bush, ‘krijgt hij een eerlijk proces.’
A
goed
B
fout
Slide 11 - Quiz
Goed of fout?
De leraar vroeg: ‘Was jij de eerste.’
De leraar vroeg: ‘Was jij de eerste.’
A
goed
B
fout
Slide 12 - Quiz
Goed of fout?
Hij vroeg me of ik de eerste was.
Hij vroeg me of ik de eerste was.
A
goed
B
fout
