Onderzoeksvaardigheden

Onderzoek doen
1 / 29
next
Slide 1: Slide
StudielessenMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Onderzoek doen

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Aan het eind van deze instructie...

  • weet je wat de onderzoekscyclus is. 

  • kun je herkennen en uitleggen wat de kenmerken van goede hoofd- en deelvragen zijn.

  • kun je goede hoofd- en deelvragen opstellen.

  • kun je aan de hand van een schrijfplan en werkschema een onderzoek uitvoeren.

Slide 2 - Slide

Onderzoek doen is nieuwe kennis ‘maken’. Veel onderzoeken bestaan uit acht stappen. Samen vormen deze stappen de onderzoekscyclus.

Slide 3 - Slide

Waar denk je aan bij een
goede samenwerking?

Slide 4 - Mind map

Samenwerking
Voor dit onderzoek werken jullie in groepjes van 4 leerlingen, het is jullie onderzoek.

  • Werk samen in een bestand via de Workspace en help elkaar ook.

  • Maak een goede taakverdeling:
    Allemaal een eigen deelvraag, inleiding, slot, spellingcontrole, opmaak. 

  • Jullie hebben allemaal een rol binnen je groep:
    Voorzitter, notulist, productcoördinator, tijdbewaker
Bij het maken van groepjes is het makkelijk om te een groepje te vormen met vrienden/vriendinnen. Je kunt echter ook een groepje maken op basis van interesses en op basis van streefcijfer (als jij graag een 8,0 wilt halen, maar de rest van je groepje neemt genoegen met een 6,5 ontstaat er namelijk een probleem). 

Slide 5 - Slide




  • Het onderzoek vormt een mooi geheel.
  • Jullie houden elkaar(s werk) in de gaten en helpen elkaar.
  • De inleiding en de conclusie zijn goedlopend en compleet.
  • Iedereen doet ongeveer even veel.




  • Elke deelvraag is een losstaand mini-onderzoekje.
  • Iedereen gaat zijn/haar eigen gang, jullie weten niet wat de ander doet.
  • De inleiding en de conclusie zijn onsamenhangd en vaag.
  • De taken zijn niet eerlijk verdeeld.
Goede en minder goede samenwerking

Slide 6 - Slide

Groepjes
Vijf minuten om groepen te vormen:

  • LA22 - 4 groepen van 4 en 3 van 3.
  • LH23 - 6 groepen 4 en 1 van 3.
  • LH24 - 4 groepen van 4 en 1 van 3.
timer
5:00

Slide 7 - Slide

Eén iemand per groepje geeft de namen van de groepsleden door.

Slide 8 - Open question

Plan van aanpak
  • Hoeveel tijd kosten de verschillende onderdelen, wie doet wat, welke materialen zijn er nodig en wanneer moet iets af zijn?

  • Gebruik het werkschema en het schrijfplan.

  • Vrijdag 21 april leveren jullie het onderzoeksverslag + bijgehouden werkschema en het schrijfplan.
  • Uiterlijk 23:59. Per dag te laat gaan er 5 punten van je totaal aantal punten af. 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Link

Vraag/probleem
  • De hoofdvraag geeft richting aan je onderzoek. Het is belangrijk dat je een 'haalbare' hoofdvraag hebt.

  • Er zijn verschillende soorten hoofdvragen: verklarend, voorspellend, vergelijkend en evaluerend.

  • Het onderzoeksverslag schrijven jullie in een uiteenzettende vorm: je geeft niet jouw mening, maar je wilt de lezer misschien wel aan het denken zetten.
  • De inhoud is dus vooral objectief.

Slide 11 - Slide

Verklarende hoofdvragen
Vragen die helpen de oorzaken van een probleem of succes te achterhalen. De 'waarom' (of hoe) vraag.

  • Waarom is klimaatverandering een probleem voor Nederland?

  • Waarom is de textiel-/kledingindustrie zo vervuilend?

Slide 12 - Slide

Voorspellende hoofdvragen
Met een voorspellende vraag probeer je in de toekomst te kijken. Je doet een voorspelling over hoe een ontwikkeling (waarschijnlijk) zal gaan lopen of hoe iets eruit komt te zien.

  • Welke gevolgen zal de opwarming van de aarde met 1,5 graad hebben?

  • Welke duurzame ontwikkelingen kunnen helpen om het plasticgebruik te verminderen?

Slide 13 - Slide

Vergelijkende hoofdvragen
Dit type vragen grebuik je als je overeenkomsten en verschillen wilt onderzoeken/aantonen.

  • Wat zijn de overeenkomsten en de verschillen tussen de eerste klimaattop van 1995 en de laatste klimaattop van 2022?

  • Wat zijn de verschillen tussen de manier waarop de Rabobank en de ASR bank omgaan met duurzaamheid?

  • Wat zijn de voor- en nadelen van het gebruik van zonne-energie?

Slide 14 - Slide

Evaluerende hoofdvragen
Met evaluerende vragen bekijk je of iets wenselijk, goed, normaal of bruikbaar is. Bij de evaluerende vragen kun je jouw mening of oordeel geven.

  • Is het verbieden van de verkoop van auto's op fossiele brandstoffen per 2030 een goede oplossing voor het verminderen van de CO2 uitstoot wereldwijd?

  • Had Shell meer kunnen doen om klimaatverandering tegen te gaan?
Conflicten
1. Israël – Palestina
2. Rusland – Oekraïne
3. Haïti (bendegeweld en klimaatverandering)
4. India - Pakistan
5. Syrië (oorlog)
6. Jemen (mislukte wapenstilstand en gezondheidscrisis)
7. Democratische Republiek Congo (politieke onrust, ziektes)
8. Afghanistan (armoede en natuurgeweld)
9. Ethiopië (droogte en conflicten)
10. China – Taiwan
11. Armenië – Azerbeidzjan
12. Turkije – Koerden

Slide 15 - Slide

Kies een conflict uit en stel daarbij een hoofdvraag op.
timer
8:00
Conflicten
1. Israël – Palestina
2. Rusland – Oekraïne
3. Haïti (bendegeweld en klimaatverandering)
4. India - Pakistan
5. Syrië (oorlog)
6. Jemen (mislukte wapenstilstand en gezondheidscrisis)
7. Democratische Republiek Congo (politieke onrust, ziektes)
8. Afghanistan (armoede en natuurgeweld)
9. Ethiopië (droogte en conflicten)
10. China – Taiwan
11. Armenië – Azerbeidzjan
12. Turkije – Koerden

Slide 16 - Open question

Hypothese
Bij het opstellen van een hypothese doe je vooronderzoek. Het draait om het geven van concrete verwachtingen over de uitkomst van het onderzoek.

Je denkt dus al na over wat het antwoord op de hoofdvraag ongeveer zal zijn en stelt aan de hand van die informatie goede deelvragen op.

Oriënteren
  • Inlezen
  • Bronnen zoeken/selecteren
  • Globaal informatie ordenen
  • Relevante deelvragen opstellen bij je onderwerp

Slide 17 - Slide

Deelvragen
  • Deelvragen moeten relevant zijn voor het beantwoorden van de hoofdvraag. 

  • Deelvragen vormen verschillende stappen in je onderzoek.

  • Je stelt deelvragen op die passen bij jullie type hoofdvraag en de gekozen tekststructuur

Slide 18 - Slide

Bronnen verzamelen
  • Het verzamelen van bruikbare, betrouwbare bronnen is belangrijk bij het doen van onderzoek. Je selecteert meerdere, relevante bronnen om een volledig antwoord te krijgen.

  • Om goede deelvragen op te stellen, moet je al een paar bronnen verzamelen.

  • Je hebt verschillende soorten bronnen en je kunt ze op verschillende manieren zoeken

  • De volgende les besteden wij aandacht aan het zoeken van bronmateriaal. 
  • Artikelen (krant, magazine, internet)
  • Foto's/afbeeldingen
  • Documentaires
  • Gebouwen
  • Interviews
  • Boeken
  • Google / zoekopdrachten
  • Bibliotheek
  • Rondvragen

Slide 19 - Slide

Voorbeeld
1. Ik kies een hoofdvraag: 
Welke gevolgen zou 2,0 graden opwarming van de aarde hebben voor het leven op aarde?

2. Op google zoek ik naar: gevolgen 2,0 graden opwarming
3. Ik stel de volgende deelvragen op:
  • Welke invloed heeft de opwarming op het weer?
  • Wat zijn de gevolgen van de zeespiegelstijging?
  • Waarom stijgt het aantal slachtoffers van infectieziektes bij een opwarming van 2,0 graden?
  • Wat gebeurt er als de permafrost smelt?

Oriënteren
  • Inlezen: artikelen zoeken over de gevolgen van 2,0 graden opwarming. 
  • Bronnen zoeken/slecteren: verdiepende bronnen zoeken over de verschillende gevolgen en een aantal geschikte uitkiezen.
  • Globaal informatie ordenen over de gevolgen: de belangrijkste gevolgen uitkiezen en daar een korte samenvatting van maken, bijvoorbeeld aan de hand van een mindmap.
  • Relevante deelvragen opstellen bij je onderwerp: bij ieder belangrijk gevolg een goede deelvraag bedenken. 

Slide 20 - Slide

Deelvragen opstellen
  • Start met het opstellen van de deelvragen. 

  • Per groepslid moet er één deelvraag geformuleerd worden.

  • Bewaar de bronnen die jullie vinden alvast.
timer
10:00

Slide 21 - Slide

Uit welke drie onderdelen zijn de meeste teksten opgebouwd?

Slide 22 - Open question

Vraag-antwoordstructuur
De inleiding bevat de hoofdvraag en in het middenstuk bespreek je de antwoorden op die vraag. Je sluit af met een conclusie of samenvatting.





Je introduceert je onderwerp in je inleiding. Dan bespreek je in het middenstuk de voordelen en de nadelen. Je sluit af met een afweging van de diverse punten.

Voor- en nadelenstructuur

Slide 23 - Slide

Probleem-oplossingstructuur
In je inleiding introduceer je het probleem. In je middenstuk bespreek je waarom het een probleem is. Wat zijn de oorzaken en wat zijn de gevolgen van het probleem? Wat zijn mogelijke oplossingen? Tot slot trek je een conclusie: wat zou de beste oplossing kunnen zijn?



In je inleiding introduceer je je onderwerp/ verschijnsel. Je kern bevat de kenmerken van het verschijnsel. Wat zijn voorbeelden ervan? Eventueel kun je ingaan op oorzaken en gevolgen van het verschijnsel. Tot slot rond je je onderwerp af.

Verklaringsstructuur

Slide 24 - Slide

Welke tekststructuur past het beste bij jullie hoofd- en deelvragen?
Vraag-antwoordstructuur
Voor- nadelenstructuur
Probleem-oplossingstructuur
Verklaringsstructuur

Slide 25 - Poll

Op welke manier(en) kan je goede bronnen verzamelen?

Slide 26 - Open question

Primaire bronnen
Primaire bronnen zijn gemaakt door mensen die direct betrokken waren bij een kwestie of situatie. Standplaatsgebondeheid is
belangrijk bij deze bronnen.

Bijvoorbeeld:
  1. Ooggetuigen
  2. Gebouwen
  3. Overblijfselen

Slide 27 - Slide

Secundaire bronnen
Secundaire bronnen zijn (als het goed is) ontstaan op basis van informatie uit primaire bronnen. Deze bronnen komen vaak uit een andere tijd, de maker was niet zelf bij de gebeurtenis. 

Bijvoorbeeld:

Slide 28 - Slide

Aan de slag!
(Huis)werk:
  • Hoofd- en deelvragen bedenken
    Laat ze controleren door mij
  • Rollen en taken groepswerk verdelen.
  • Werkschema invullen.
  • Schrijfplan maken. 

Slide 29 - Slide