oud 10: tekststructuur (leestekst)

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 4-6

4H - Stoomcursus Leesvaardigheid 

Les 10 van 12

Globale planning per week

5 Tekststructuren

Leerdoelen § 5

1. Ik weet wat een vaste tekststructuur is en welke zeven vaste tekststructuren er zijn.
2. Ik kan me oriënteren op een tekst en daarin de structuur herkennen.
3. Ik kan uitleggen waarom een bepaalde structuur bij een tekst past.

Terugblik vorige les

Jullie vragen...

Huiswerk:

Dit was: Zorg dat de antwoorden op vraag 1 t/m 4 en 5/7/8 (kies er één) in je schrift staan!

1. de manieren waarop vaste structuren je helpen in het schrijfproces
2. de manieren waarop vaste tekststructuren je helpen bij het lezen

• Opdracht 1: als je schrijft helpen ze bij: 

 a) het verzamelen van info

 b) het inventariseren en ordenen van info

 c) het creëren van een logische route door de tekst

• Opdracht 2: als je leest helpen ze bij het: 

a) zoeken naar hoofdzaken en belangrijke conclusie of samenvatting

b) beoordelen van de volledigheid van de tekst

c) doorgronden van de opbouw van de tekst

Opdracht 4: 

Doel:

• Jou overtuigen om Peijnenburg XL te kopen
• Aspectenstructuur: advertentie geeft beschrijving van Peijnenburg XL en noemt verschillende aspecten die daaraan verbonden kunnen worden

Vragen

3. verslag van een scheikundig proefje

Antwoorden

• Opdracht 3:
  

 a) verklaringsstructuur

 b) uitleg welk proefje je hebt uitgevoerd

 c) uitkomsten van je proefje en verklaring van deze verschijnselen

 d) samenvatting belangrijkste observaties en meest waarschijnlijke verklaring

Vragen 5 / 7 / 8 : wie wil zijn bevindingen terugkoppelen? 

Nu aan de slag met een tekst (oefenboekje)

'In alles zit een structuur, ook in een tekst'

• Vraag je af: wat zal het onderwerp zijn en wat weet je hier al over? Wat verwacht je?
• Dan: doornemen vragen (9 t/m 14, blz. 49)
• Vervolgens gezamenlijk lezen van de tekst in 4 stappen 
• Daarna: een paar vragen over de tekst
• Tot slot: maak vraag 9 t/m 14
• in je schrift

Wat bedoelt de schrijver met 'beeldhouwers' en 'architecten'?

Wat is het onderwerp van deze tekst?

En de hoofdgedachte?

Aan de slag!

• Maak deopdrachten 9 t/m 14 in het oefenboekje op pagina 49.
• Klaar? Begin met het maken van een samenvatting van het theorieboekje

Huiswerk

• Zorg dat de antwoorden op vraag 9 t/m 14 (van p. 48) in je schrift staan!
• Begin alvast met je samenvatting van de theorie voor de toetsweek
• Noteer de vragen die je in de les wilt stellen

Volgende les

Doornemen theorie paragraaf 6 (alinea's en verbanden) en bespreken huiswerk

Leerdoelen § 5

1. Ik weet wat een vaste tekststructuur is en welke zeven vaste tekststructuren er zijn.
2. Ik kan me oriënteren op een tekst en daarin de structuur herkennen.
3. Ik kan uitleggen waarom een bepaalde structuur bij een tekst past.

In hoeverre heb jij het idee dat je deze leerstof hebt begrepen?

😒🙁😐🙂😃