This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
9.3 de transformator
Slide 1 - Slide
Voor vandaag
Vorige les
Uitleg 9.3 in 2 delen
Aan de slag met de opdrachten
Opdrachten bespreken
LessonUp vragen
Lesafsluiting
Slide 2 - Slide
Over 2 weken de toets
Slide 3 - Slide
Leervragen 9.2 Elektriciteit maken
Hoe wek je met een magneet spanning op?
Hoe werken microfoons en luidsprekers?
Hoe ontwerp je een luidspreker?
Slide 4 - Slide
Bij inductiespanning is de spanning ...
A
altijd gelijk
B
wisselend
Slide 5 - Quiz
Wat is wisselspanning?
A
spanning blijft altijd 230volt
B
spanning is altijd 0
C
spanning is altijd -230 volt
D
spanning wisselt van 230 volt naar -230 volt
Slide 6 - Quiz
Een generator is een..........?
A
onderdeel van een elektriciteitscentrale
B
apparaat wat stroom opwekt
C
grote dynamo
D
onderdeel van een windmolen
Slide 7 - Quiz
Een luidspreker is een geluidsbron. Wat trilt er bij een luidspreker als hij geluid maakt?
A
de conus
B
de stembanden
C
de snaren
D
het trommelvlies
Slide 8 - Quiz
In het programma van eisen staan.....
A
onwaarheden
B
De wensen van de opdrachtgever
C
de opgave waar je product aan moet voldoen
D
De afmetingen
Slide 9 - Quiz
Leervragen 9.3 de transformator
Waarvoor gebruik je een transformator?
Hoe werkt een transformator?
Hoe beperk je energieverlies?
Slide 10 - Slide
1. Waarvoor gebruik je een transformator?
Slide 11 - Slide
Transformator
Om de spanning te veranderen gebruik je een transformator.
Slide 12 - Slide
Transformator
Door een transformator kan je de spanning veranderen. een transformator zet een hoge spanning om in een lage spanning.
Voorbeeld: transformator (of adaptor) van je telefoon .
230 Volt vanuit stopcontact wordt omgezet naar 5 volt.
Slide 13 - Slide
2. Hoe werkt een tranformator?
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Video
Transformator
Slide 16 - Slide
Transformator bestaat uit Primaire spoel, ijzeren kern & Secundaire spoel
Door wisselspanning aan te sluiten op primaire spoel krijg je een elektromagneet. Noord en zuidpool veranderen steeds.
in de secundaire spoel gebeurt omgekeerde. Magnetisch veld zorgt voor een inductiespanning in de secundaire spoel
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Gegeven:
Gevraagd:
Formule:
Berekening:
Antwoord:
Slide 22 - Slide
Gegeven:
Gevraagd:
Formule:
Berekening:
Antwoord:
Slide 23 - Slide
Kijk terug naar wat wordt gevraagd
wordt U gevraagd dan is de eenheid....
wordt n gevraagd dan is de eenheid....
Slide 24 - Slide
Kruislingsvermenigvuldigen
Slide 25 - Slide
mag op eigen manier
Slide 26 - Slide
Leerboek
Slide 27 - Slide
Aan de slag
Wat: Maken 9.3 BLZ 101 opdracht 1 t/m 15 (3 niet)
Hoe: Zelfstandig / samen
Hulp: 1. Boek 2. Directe buurman of buurvrouw 3. Docent
Tijd: 20 min
Klaar: 1. Nakijken met boekje 2. Aan mij laten zien
timer
10:00
Slide 28 - Slide
3. Hoe beperk je energieverlies?
Slide 29 - Slide
Energieverlies beperken
Hoogspanningskabels exporteren stroom van 380 kV
Erg veel energie / warmte
Maar je wil niet dat de draden te warm worden!
Om te voorkomen moet U hoog zijn en I laag
Slide 30 - Slide
Energieverlies beperken
vermogen = hoeveelheid energie per s
P = U x I
Hoge spanning (U) van380 kV
Lage stroomsterkte
Slide 31 - Slide
Energieverlies beperken
vermogen = hoeveelheid energie per s
P = U x I
Hoge spanning (U) van380 kV
Lage stroomsterkte
Slide 32 - Slide
Energieverlies beperken
Bij een ideale transformator: Pp = Ps
Primair vermogen = secundair vermogen
Geen energie verloren
Slide 33 - Slide
Energieverlies beperken
Slide 34 - Slide
Slide 35 - Slide
Aan de slag
Wat: Maken 9.3 BLZ 101 opdracht 1 t/m 15
Hoe: Zelfstandig / samen
Hulp: 1. Boek 2. Directe buurman of buurvrouw 3. Docent
Tijd: 20 min
Klaar: 1. Nakijken met boekje
2. Aan mij laten zien
timer
10:00
Slide 36 - Slide
Wat is een transformator
A
Een soort robot
B
Een apparaat dat de stroom meet
C
Een apparaat dat de spanning meet
D
Een apparaat dat hoge spanning omzet in lage spanning
Slide 37 - Quiz
wat kan een transformator
A
Lampen schakelen
B
De frequentie wijzigen
C
Elektrische spanning transformeren
D
Kortsluiting voorkomen
Slide 38 - Quiz
Wat kan je met een transformator?
A
Van 230 naar 40 volt
B
Van 230 naar 100 volt
C
Van 230 naar 12 volt
D
Van 40 naar 100 volt
Slide 39 - Quiz
De primaire spoel van een transformator wordt aangesloten op een wisselspanning van 6 V. De secundaire spoel heeft minder windingen dan de primaire spoel. Hoe groot is de spanning op de secundaire spoel?
A
0V
B
lager dan 6V
C
6V
D
hoger dan 6V
Slide 40 - Quiz
Bij inductiespanning is de spanning ...
A
altijd gelijk
B
wisselend
Slide 41 - Quiz
de verhouding tussen de winding is 20 : 100. De primaire spanning is 50 V. Hoe groot is de secundaire spanning?