Gezegde

Het
               Het gezegde
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Het
               Het gezegde

Slide 1 - Slide

Programma
- gezegde herhalen
- afmaken les 46 opdracht 1 t/m 8
- stillezen
- kijk- en luisteropdracht

Slide 2 - Slide

Wat is het gezegde

Slide 3 - Mind map

Wat is het gezegde in de volgende zin
Wie was er vanmiddag aan het spelen?
A
wie
B
was
C
was spelen
D
was aan het spelen

Slide 4 - Quiz

werkwoordelijk gezegde?
Mijn vader wil mijn kamer opnieuw schilderen.
A
wil
B
wil schilderen
C
wil opnieuw schilderen
D
schilderen

Slide 5 - Quiz

gezegde is soms gelijk aan persoonsvorm:


Hij bakt een cake.

pv = bakt

wg = bakt


Slide 6 - Slide


gezegde heeft soms meer werkwoorden:


Benno heeft het bot gepakt.

pv = heeft

wg = heeft gepakt

Slide 7 - Slide

Wat is het gezegde in....
Jan koopt een haring.
A
Jan
B
een haring
C
koopt
D
een

Slide 8 - Quiz

Noteer het gezegde uit de volgende zin: Jacco probeert alles te onthouden.

Slide 9 - Open question

Wat is het gezegde in de volgende zin?

Hij heeft gisteren zijn pap niet gegeten.
A
hij heeft
B
heeft
C
heeft gegeten
D
heeft zijn pap gegeten

Slide 10 - Quiz

Noteer het gezegde: Gisteren ben ik vergeten de container buiten te zetten.

Slide 11 - Open question

Wat is het gezegde? We lagen de hele vakantie aan het strand te zonnen.
A
lagen zonnen
B
lagen te zonnen
C
lagen aan het strand
D
lagen

Slide 12 - Quiz

Noteer het gezegde: Bram is al maanden aan het trainen voor de marathon.

Slide 13 - Open question

Jorrit
wil
morgen
een appeltaart
bakken.
persoonsvorm
gezegde
onderwerp

Slide 14 - Drag question


A
Ik heb de lesstof goed begrepen
B
Ik heb de lesstof redelijk begrepen
C
Ik heb de lesstof niet begrepen

Slide 15 - Quiz