Taal - herhaling

Taal
Herhaling van woordsoorten, citaten, taalfouten, bedrijvende en lijdende zinnen
1 / 13
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 8

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Taal
Herhaling van woordsoorten, citaten, taalfouten, bedrijvende en lijdende zinnen

Slide 1 - Slide

Woordsoorten
De categorieën waar woorden toe behoren. Dit zijn de zelfstandig en bijvoeglijk naamwoorden, werkwoorden, voornaamwoorden, bijwoorden, lidwoorden, voorzetsels en voegwoorden. 

Slide 2 - Slide

Citaten
Een letterlijke uitspraak die door iemand anders wordt aangehaald.

Slide 3 - Slide

Taalfouten
Woorden die fout worden gebruikt of grammaticale fouten in een zin. 

Slide 4 - Slide

Bedrijvende en lijdende zinnen
Bij een bedrijvende zin doet het onderwerp iets, bij een lijdende zin ondergaat het onderwerp iets. 

Slide 5 - Slide

Welk woordsoort is het?

Nova rent met de rode bal. 
A
voorzetsel
B
werkwoord
C
bijvoegelijk naamwoord

Slide 6 - Quiz

Welk woordsoort is het?
Juf Sophie zit op de vloer. 
A
Voorzetsel
B
Werkwoord
C
Voegwoord
D
Bijwoord

Slide 7 - Quiz

Bedrijvende of lijdende zin?
De man koopt een auto.
A
Bedrijvende zin
B
Lijdende zin

Slide 8 - Quiz

Bedrijvende of lijdende zin?
Het huis wordt door de man gebouwd.
A
Bedrijvende zin
B
Lijdende zin

Slide 9 - Quiz

Welk woord is fout geschreven?
A
Gereist
B
Geschreven
C
Vergaten
D
Overleefden

Slide 10 - Quiz

Welk woord is fout geschreven?
A
meespeelpartietuur
B
ukelele-orkest
C
articulatie
D
violen

Slide 11 - Quiz

Klopt dit citaat?
"Ik ben van de trap gevallen." "OMG, ik ook!!"
A
Klopt
B
Klopt niet

Slide 12 - Quiz

Klopt dit citaat?
"Ik zeg: help me met het ophangen van de was."
A
Klopt
B
Klopt niet

Slide 13 - Quiz