pedagogiek

Pedagogiek les 1
1 / 12
next
Slide 1: Slide
pedagogisch werkMBOStudiejaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Pedagogiek les 1

Slide 1 - Slide

programma:
inchecken
voorkennis/doelen
nieuwe opdracht
korte intro theorie
zelfstandig werken aan opdracht

Slide 2 - Slide

inchecken: hoe gaat het met je?
heb je iets te delen?

Slide 3 - Open question

pedagogiek

Slide 4 - Mind map

Doelen
  • Je hebt kennis van het begrip pedagogiek, de onderdelen en de relatie met didactiek.
  • Je hebt kennis van de behavioristische leertheorie volgens Pavlov en Skinner.
  • Je hebt kennis van de constructivistische leertheorie volgens Dewey, Piaget en Vygotsky.
  • Je hebt kennis van de socialisatietheorie volgens Durkheim en Bandura.
  • Je hebt kennis van opvoedingscontexten.
  • Je hebt kennis van pedagogisch handelen in de klas.





Slide 5 - Slide

opdracht:
Maak op een a4 een schema/mindmap/tekening van de begrippen uit theoriebron 10: pedagogiek.
Laat in het schema goed zien wat de begrippen betekenen én de verhouding tot elkaar. Bijvoorbeeld: wat is een onderdeel waarvan, wat is tegenovergesteld aan elkaar, staat naast elkaar, etc.

Slide 6 - Slide

Pedagogiek
opvoeding en ontwikkeling van een kind tot volwassen deelnemer in de samenleving.

doel: het kind ontwikkelt zich op de verschillende ontwikkelingsgebieden.

Slide 7 - Slide

Verschillen in pedagogiek
Komen door:
  • tijd waarin je opgroeit
  • cultuur
  • normen en waarden

Slide 8 - Slide

basis: hoe leren kinderen gedrag aan?

Bijvoorbeeld onderzoek door:
  • Piaget (fases cognitieve en psychologische ontwikkeling)
  • Vygotsky (zone van naaste ontwikkeling)

Slide 9 - Slide

Specialistisch: orthopedagogiek
problemen op school, in de opvoeding of ontwikkeling van jeugdigen.

Slide 10 - Slide

Belangrijk in het onderwijs:
pedagogiek én didactiek.

Slide 11 - Slide

opdracht:
Maak op een a4 een schema/mindmap/tekening van de begrippen uit theoriebron 10: pedagogiek.
Laat in het schema goed zien wat de begrippen betekenen én de verhouding tot elkaar. Bijvoorbeeld: wat is een onderdeel waarvan, wat is tegenovergesteld aan elkaar, staat naast elkaar, etc.

Slide 12 - Slide