H2.1 onder- en nevenschikking

Lezen
timer
15:00
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with text slides.

Items in this lesson

Lezen
timer
15:00

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Terugblik vorige les
  • Huiswerk nakijken
  • Uitleg nevenschikking en onderschikking
  • Aan de slag met huiswerk


Doel: Je kunt nevenschikkende en onderschikkende voegwoorden in een zin herkennen en benoemen.






Doel van de les: 

Slide 2 - Slide

Kijk naar onderstaande werkwoorden. Als het om zinsontleding gaat, dan kun je deze werkwoorden in 2 groepen verdelen. Probeer maar!

zingen
werken
fietsen
geven
kopen
bakken
voetballen
timer
5:00

Slide 3 - Slide

Kijk naar onderstaande werkwoorden. Als het om zinsontleding gaat, dan kun je deze werkwoorden in 2 groepen verdelen. Probeer maar!

Geen lv:
werken
fietsen
voetballen
Wel een lv:
zingen
geven
kopen
bakken

Slide 4 - Slide

Zinnen kunnen enkelvoudig of samengesteld zijn.

  • Een enkelvoudige zin heeft één pv en één onderwerp. 
  1.      Ik loop naar school.
  • Een samengestelde zin heeft twee of meer pv's en onderwerpen.
  1.      Ik loop naar school, want mijn band is lek.
  • Samengestelde zinnen worden aan elkaar verbonden door een voegwoord.

Slide 5 - Slide

Voegwoorden kunnen nevenschikkend of onderschikkend zijn.
  • Een nevenschikkend voegwoord verbindt 2 zinnen met elkaar die ook op zichzelf kunnen bestaan. Nevenschikkende voegwoorden zijn: want, of, en, dus
  1.     Ik ben vandaag jarig, dus ik trakteer op taart.
  • Een onderschikkend voegwoord verbindt 2 zinnen met elkaar waarvan er één niet op zichzelf kan staan. Onderschikkende voegwoorden zijn: daarom, doordat,        dat, of, tenzij, mits, hierdoor, etc.
  1.      Ik koop vaak nieuwe boeken, omdat ik graag lees.

Slide 6 - Slide

Wat ga je nu doen?

  • Kijk t/m opdr 12 na met het antwoordblad op CG (alleen bij goedkeuring van docent!)
  • Iedereen noteert een vraag over iets dat je nog lastig/onduidelijk vindt in de stof
  • Ga verder met opdr: 13, 14, 15, 16 van blz 31 t/m 40
      Klaar? Vraag dan naar het nakijkblad.

Slide 7 - Slide

Huiswerk:

Opdr 1, 2, 3 , 10, 11, 12, 13  van H2.1



Slide 8 - Slide


De quizmaster heeft de deelnemer stiekem een hint gegeven.

Slide 9 - Slide

Huiswerk:

Opdr 1, 2, 3 , 10, 11, 12, 13  van H2.1



Slide 10 - Slide