les 4

les 4
persoonsvormen in de zin
1 / 16
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 8

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

les 4
persoonsvormen in de zin

Slide 1 - Slide

Wat klopt niet
Ik willen actievoeren voor een goed doel

Wij wil actievoeren voor een goed doel

Slide 2 - Slide

De persoonsvorm
Het werkwoord wat aangeeft in welke tijd het staat.

Je vindt de persoonsvorm door:
-het onderwerp van meervoud naar enkelvoud te veranderen
-de zin in een andere tijd te zetten
-door een vraagzin te maken

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Jij besluit actie te voeren
1 maak van enkelvoud --> meervoud
 Jullie ......................................... actie te voeren

2 Ga naar de verleden tijd
Jij....................................... actie te voeren

3 Maak een vraagzin

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Wat is een persoonsvorm altijd?
A
Lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
werkwoord

Slide 8 - Quiz

De persoonsvorm heeft drie kenmerken.

De persoonsvorm is:
A
De persoonsvorm
B
heeft
C
drie
D
kenmerken

Slide 9 - Quiz

Welk woord is de persoonsvorm?
Welk is de persoonsvorm
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

De persoonsvorm is altijd een werkwoord.

Wat is de persoonsvorm?
A
De persoonsvorm
B
is
C
altijd
D
een werkwoord

Slide 11 - Quiz

Wat is de persoonsvorm in deze zin?

Hoe vind je ook alweer de persoonsvorm?
A
Hoe
B
vind
C
je
D
ook

Slide 12 - Quiz

Wat is de persoonsvorm?

"Het heeft niet zo kunnen zijn."
A
Het
B
zijn
C
kunnen
D
heeft

Slide 13 - Quiz

Wat is de persoonsvorm?
A
Ik
B
vermoed

Slide 14 - Quiz

Wat is de persoonsvorm?
A
De Franse man
B
aandacht
C
besteedt
D
zijden

Slide 15 - Quiz

Aan de slag
Verwerken taal week 1 les 4

timer
1:00

Slide 16 - Slide