Hoofdstukvragen Regelgeving en Veiligheidsregels
1 / 21
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Wie wordt de "houder" van een werkvergunning genoemd?
A
de persoon die het gebouw of de installaties beheert en toezicht houdt
B
de leidinggevende van de operationele medewerkers
C
degene die de werkzaamheden daadwerkelijk zelf uitvoert
Slide 2 - Quiz
De werkzaamheden moeten op basis van wetgeving georganiseerd zijn. Dit kan gecontroleerd worden.
Wie houdt toezicht op de naleving van de V&G wetgeving?
Wie houdt toezicht op de naleving van de V&G wetgeving?
A
de arbodiensten
B
de Arbeidsinspectie
C
werkgevers moeten dit zelf controleren
Slide 3 - Quiz
Wie is verantwoordelijk voor de gezondheidsbescherming van de werknemers?
A
de veiligheidskundige
B
de werkgever
C
de preventiemedewerker
Slide 4 - Quiz
Wat mag de "Arbeidsinspectie" doen?
A
het werk voor enkele uren stilleggen
B
een werkvergunning ondertekenen
C
een plan van aanpak afkeuren
Slide 5 - Quiz
Toezicht op wetgeving is nodig om bijvoorbeeld slechte arbeidsomstandigheden te signaleren en te verbeteren en om ongevallen te voorkomen. De inspectiediensten zijn bevoegd om?
Meerdere antwoorden zijn juist.
werknemers te ontslaan wanneer ze zich niet houden aan de veiligheidsregels
een onderzoek in te stellen naar aanleiding van een ongeval
een proces-verbaal op te stellen naar aanleiding van een overtreding
werknemers te vragen naar een geldige legitimatie
werkzaamheden stil te leggen als er ernstig gevaar is voor personen
Slide 6 - Drag question
De wetgeving legt rechten en plichten op aan werknemers en werkgevers.
Welke groepen vallen voor een werkgever onder de noemer werknemers?
Meerdere antwoorden zijn juist.
onderaannemers
stagiairs
eigen personeel in vaste dienst of op contractbasis
werknemers te vragen naar een geldige legitimatie
werkzaamheden stil te leggen als er ernstig gevaar is voor personen
Slide 7 - Drag question
Waarvoor staat de afkorting ARBO?
A
bedrijfsarts
B
arbeidsomstandigheden
C
arbodienst
Slide 8 - Quiz
Geef van onderstaande punten aan of het doelstellingen zijn van de V&G wetgeving
verbeteren van de veiligheid voor werknemers op het werk
creëren van zo goed mogelijke arbeidsomstandigheden
bescherming bieden bij het uitvoeren van werkzaamheden
beschermen van de omgeving tegen uitstoot uit de schoorsteen
Slide 9 - Drag question
Tijdens je werk ben je door wetgeving beschermd. Een werkgever is verplicht om een veilige werkvloer te organiseren. Dit is de Arbeidsomstandigheden wet.
Welke 3 belangrijke onderwerpen zijn de kernpunten vanuit deze wetgeving?
Welke 3 belangrijke onderwerpen zijn de kernpunten vanuit deze wetgeving?
A
Veiligheid, Welzijn en Milieu
B
Veiligheid, Gezondheid en Welzijn
C
Veiligheid, Gezondheid en Milieu
Slide 10 - Quiz
Tijdens je werk ben je door wetgeving beschermd. Een werkgever is verplicht om een veilige werkvloer te organiseren. Dit is de Arbeidsomstandigheden wet.
Welke 3 belangrijke onderwerpen zijn de kernpunten vanuit deze wetgeving?
Welke 3 belangrijke onderwerpen zijn de kernpunten vanuit deze wetgeving?
A
Veiligheid, Welzijn en Milieu
B
Veiligheid, Gezondheid en Welzijn
C
Veiligheid, Gezondheid en Milieu
Slide 11 - Quiz
Je bent met 3 collega's op een dak aan het werk en de leidinggevende is op dat moment niet aanwezig. Jullie brengen nieuw dakleer aan. Er meldt zich een inspecteur van de Arbeidsinspectie. Hij komt voor preventieve inspectie. Wat doe je? Meerdere antwoorden zijn juist.
A
je laat hem toe en beantwoord de vragen die gesteld worden
B
vragen naar legitimatie
C
niet toelaten, je vraagt hem terug te komen als de leidinggevende weer aanwezig is
D
Je verlaat het terrein.
Slide 12 - Quiz
Wat is een taak van de werkgever ten aanzien van deskundige ondersteuning en advies met betrekking tot arbeidsomstandigheden?
A
externe bijstand inschakelen, als het bedrijf niet de benodigde deskundigheid heeft
B
zorgen dat hij zelf altijd voldoende opgeleid is
C
altijd externe bijstand inschakelen
Slide 13 - Quiz
Wie is verantwoordelijk voor de gezondheidsbescherming van de werknemers?
A
de preventiemedewerker
B
de huisarts
C
de veiligheidskundige
D
de werkgever
Slide 14 - Quiz
We hebben te maken met diverse wetgeving tijdens het werk. Welk onderdeel hoort bij welke wetgeving?
bevorderen van een veilige werkvloer
maximale werktijden en minimale rusttijden
verantwoorde verwijdering van afvalstoffen
Arbowet
Milieuwet
Arbeidstijdenwet
Slide 15 - Drag question
Je werkt in een metaalbewerkingsbedrijf. Wat zijn jouw verplichtingen ten aanzien van de veiligheid? Meerdere antwoorden zijn juist.
op de juiste wijze gebruik maken van de PBM's
gevaarlijke situaties melden bij de inspectiedienst
op de juiste wijze gebruik maken van machines en gereedschappen
zorgen voor je eigen veiligheid en gezondheid en die van anderen
incidenten melden bij de leidinggevende
Slide 16 - Drag question
Je moet onderhoudswerkzaamheden uitvoeren waarbij je een hoogwerker gaat gebruiken. Tijdens de controle die je vooraf doet, ontdek je een lekkage aan de hydrauliek. Je besluit de hoogwerker niet te kunnen gebruiken. Wie moet je informeren?
A
de inspectie
B
de verhuurder
C
je verlaat het terrein
D
de werkgever
Slide 17 - Quiz
Geef een voorbeeld van veiligheidsoverleg:
A
de zogenaamde VGM-bijeenkomst of toolboxmeeting
B
een managementoverleg
C
een werknemersoverleg
D
Slide 18 - Quiz
Wie wordt de "houder" van een werkvergunning genoemd?
A
de leidinggevende van de operationele medewerkers
B
de persoon die het gebouw of de installaties beheert en toezicht houdt
C
degene die de werkzaamheden daadwerkelijk zelf uitvoert
D
De werkgever
Slide 19 - Quiz
Je gaat werken in een besloten ruimte. Hiervoor wordt een werkvergunning opgesteld.
Wat staat er onder andere in een werkvergunning? Meerdere antwoorden zijn juist.
wat de kosten zijn
wie welk werk gaat doen
de maatregelen die genomen worden door de verstrekker van de werkvergunning
wat houden de werkzaamheden in
de maatregelen die genomen moeten worden door diegene die de werkzaamheden gaat verrichten
Slide 20 - Drag question
Wie is er in een werkvergunningmethode verantwoordelijk voor de controle op de vrijstelling van de installatie?
A
de operationeel medewerker
B
de verstrekker
C
de houder
D
De werkgever
