Leerlingen bij de uitwisselingmogen REP donderdag 17 juni 14h30 inhalen.
Slide 4 - Slide
Joyeux anniversaire Jasmijn
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
APP 5: TIPS voor de SO
Tip 1: SO APP 5 lijkt op oefening 16D p. 26
Tip 2: schrijf de wederkerend voornaamwoorden op zodra je de toets papieren krijgt: me, te,se,nous,vous,se (horend bij je, tu etc)
Tip 3: p. 39 : APP 5 : markeer bij 4.2 On s'est arrêtes.
Slide 7 - Slide
On corrige l'exercice 16 H /A p. 48
Ook op Classroom/map antwoorden exercices
A 1 Alicia se présente
2 Vous vous appelez
3 Tu te sens
4 Vous vous levez
5 Nous nous entrainons
6 Tu te moques de
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
APP 5 wederkerend werkwoord vervoegen présent
Tip4 : uitgangen van het vervoegen van werkwoorden op -ER herhalen
je e je joue
tu es tu joues
il/elle/on e il joue
nous ons nous jouons
vous ez vous jouez
ils/elles ent ils jouent
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
On corrige l'exercice 16 H /B p. 48
B 1 Laura dit : « Je me suis habillée en cinq minutes. »
Laura zegt : Ik heb me in vijf minuten aangekleed.
2 Tu t’es amusé, Pablo ?
Heb je je vermaakt, Pablo?
3 Vous vous êtes couchées tard, Lily et Yasmine.
Jullie zijn laat gaan slapen, Lily en Yasmine.
4 Après l’entrainement, les joueurs se sont douchés.
Na de training hebben de spelers gedoucht.
Slide 12 - Slide
APP 5: wederkerend werkwoord vervoegen passé composé
Tip 5: 4 stappen- (zie ook Classroom)
wederkerend voornaamwoord altijd vóór de personsvorm Tip: schrijf ze op zodra je de toets papieren krijgt. me te se nous vous se. denk aan m', t', s' voor klinker of stomme h.
hulpwerkwoord être vervoegen (tegenwoordige tijd)
voltooid deelwoord
juiste uitgangen Tip: kijk goed naar de zin/ context meervoud: is het ook vrouwelijk? (o.a. nous, vous, on, mes tantes etc ) vous: is het beleefde vorm (u, en dus enkelvoud en mogelijk vrouwelijk?)
Slide 13 - Slide
www.bookwidgets.com
Slide 14 - Link
On corrige l'exercice 16 G p. 48 ook op Classroom!
A 1 me concentre
2 nous amusons
3 s’arrêtent
4 s’habille
5 vous trompez
6 se moque de
Slide 15 - Slide
On corrige l'exercice 16 G p. 48
B 1 Je me suis lavé sous la douche.
2 Nous nous sommes couchés à minuit.
3 Elles se sont présentées à la classe.
4 Après le divorce, elle s’est sentie malheureuse.
5 Vous vous êtes maquillées pour la fête ?
Slide 16 - Slide
APP 3: regelmatige werkwoorden die eindigen op - RE
On corrige l'exercice 8G p. 47 (Classroom)
1 Je réponds
2 Nous entendons / On entend
3 Le professeur rend
4 Vous descendez
5 Nous perdons/On perd
6 Nathan et Théo attendent
7 Tu vends
8 j’ai vendu
Slide 17 - Slide
APP 3 Werkwoorden die eindigen op -RE
Tip 1: schrijf de uitgangen zodra je de toets papieren krijgt s,s,-, ons,ez, ent
Tip 2 schrif hoe de voltooid deelwoord uitziet: stam+ u
tip 3: schrijf voor jezelf: let op huis van être bijvoorbeeld descendre!
Slide 18 - Slide
APP 3 Werkwoorden die eindigen op -RE
Slide 19 - Slide
APP 3 Werkwoorden die eindigen op -RE Passé composé
Tip:
Vervoeging "avoir" en "être" (tegenwoordige tijd) herhalen indien je ze minder weet.
Slide 20 - Slide
www.bookwidgets.com
Slide 21 - Link
Herhalen APP 1, 2, 4
Ga naar CLAASROOM
Klik boven op SCHOOLWERK
Klik links op VANDAAG LES
Maak de spelletjes
timer
10:00
Slide 22 - Slide
quizlet.com
Slide 23 - Link
Tu as mal où?
Slide 24 - Slide
On révise les mots (APP1,2,4,10) Tu as mal où?
Werk samen. Travaille à 2 ou 3.
Vul het plaatje met woorden.
maak een lijst van mogelijke diagnoses. voorbeeld: un rhume , une piqure d'insecte Gebruik APP1,2,en 4.
maak een lijst van oplossingen/ medicijn Gebruik App 1,2,4
NEEM HET BLAADJE VRIJDAG WEER MEE!
timer
8:00
Slide 25 - Slide
On corrige l'exercice 16B page 24
1 a me
b zich
c ons
d je
2 a hij vergist zich
b wij vergissen ons
c u vergist zich of jullie vergissen je
d zij vergissen zich
3 voor, achter
Slide 26 - Slide
On corrige l'exercice 16C page 26
2 a s’habille
b te douches
c se lave
d se moquent de
e nous nous concentrons
Slide 27 - Slide
On corrige l'exercice 16C page 26
1 a me
b nous
c se
d s’
e vous
f se
Slide 28 - Slide
On corrige l'exercice 16C page 26
3 a me suis couché
b s’est fait mal
c vous êtes brulée madame?
d se sont entrainés
e Zut les filles. on ........ ( se tromper, voltooid deelwoord)
on s'est trompées
Slide 29 - Slide
On corrige l'exercice 16D page 26
A 1 Vous vous sentez comment ?
2 Il s’arrête devant la porte.
3 Nous nous levons / on se lève à huit heures du matin.
4 Tu te moques deton petit frère ?
5 Je m’entraine deux fois par semaine.
6 Elles se présentent / Ils se présentent devant la caméra.
Slide 30 - Slide
On corrige l'exercice 16D page 27
B 1 Il s’est trompé de date. Hij heeft zich vergist in de datum.
2 Mon père s’est brulé la main. Mijn vader heeft zijn hand verbrand.
3 Ils se sont habillés pour la fête. Zij hebben zich aangekleed voor het feest.
4 Elles se sont couchées à minuit. Ze zijn om middernacht / 12 uur ’s nachts gaan slapen.
Slide 31 - Slide
Tu fais l' exercice 16E page 26
Huiswerk indien niet af in de les
timer
10:00
Slide 32 - Slide
www.bookwidgets.com
Slide 33 - Link
On corrige l'exercice 10 A et B page 19 et 20
A 1 een zalf
2 geneest
3 een zonnebrand
4 een kalmeringsmiddel
5 meteen
6 een recept
7 overgeven
8 keelpijn Blijven over : een medicijn (un médicament), overal (partout)
Slide 34 - Slide
On corrige l'exercice 10 A et B page 19 et 20
B regarder les yeux
entendre les oreilles
étudier la tête
marcher les pieds
écrire la main
manger la bouche
Slide 35 - Slide
On corrige l'exercice 8C page 17
1 nous attendons / on attend
2 j’entends
3 Manon répond
4 tu vends
5 vous rendez
6 ils perdent
7 ils ont perdu
8 mon ami/mon copain est descendu (het huis van être/ passé composé) MAAK EEN AANTEKENING IN JE BOEK OF SCHRIFT!!!! p. 16 en 38