What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
87e les
1 / 37
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
37 slides
, with
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Aujourd'hui, c'est le vendredi 10 juin
Bienvenue au cours de français!
Slide 3 - Slide
AUJOURD'HUI Vandaag
Oefenen t.b.v. repetitie
TIPS t.b.v. de REPETITIE staan op Classroom/ map "tips komende repetitie".
Slide 4 - Slide
Oefentoets
Maak oefening C (U4 App 3)
Snel klaar?
Begin met oefening D I, II (U4 App5)
timer
5:00
Slide 5 - Slide
On corrige l'exercice C
1 J’attends
2 Vous avez / Est-ce que vous avez / Avez-vous perdu
3 Robin répond
4 Tu rends / Est-ce que tu rends / Rends-tu
5 Lisa et Elsa sont descendues
Slide 6 - Slide
Oefentoets
Maak oefening D I, II, (U4 App 5)
Snel klaar?
Begin met oefening E (U4 App10)
timer
10:00
Slide 7 - Slide
On corrige l'exercice D I II
I
klinker, stomme h
1 Il se lève
2 Nous nous sommes amusé(e)s / On s'est amusé(e)s
3 Je m’arrête
4 Yves et Alain se sont trompés
5 Je me présente
6 Denis s’entraine
7 Vous vous moquez
8 tu t’appelles / t’appelles-tu / est-ce que tu t’appelles
Slide 8 - Slide
Oefentoets
Maak oefening E (U4 App 10)
Snel klaar?
Begin met oefening B (woorden)
timer
3:00
Slide 9 - Slide
On corrige l'exercice E
1 Le professeur a mal à la tête.
2 Le monsieur a mal au nez.
3 J’ai mal à l’orteil.
Slide 10 - Slide
Oefentoets
Maak oefening B (woorden)
Snel klaar?
Begin met oefening A en F (woorden/zinnen)
timer
5:00
Slide 11 - Slide
On corrige l'exercice B
1 pâle
2 un prétexte
3 refuser
4 une blessure
5 Cordialement
6 marcher
Slide 12 - Slide
On corrige l'exercice B
7 se coucher
8 ça gratte
9 guérir
10 un pansement
11 une sortie en famille
12 un bouton
Slide 13 - Slide
HUISWERK VOOR woensdag 15 JUNI (staat in Magister)
NEEM BOEK A MEE!!!!!!
Slide 14 - Slide
Lessen van de SO - 1 -
APP 3: Regelmatige werkwoorden die eindigen op-
RE
.
LET OP: niet -ER.
--> verschillende uitgangen achter de stam (présent)
--> voltooid deelwoord anders gemaakt (passé composé)
Pak je boek p. 186 GRAMMAIRE
Slide 15 - Slide
1 / regelmatig
werkwoord
op -ER of - RE?
2/ Présent
of passé composé?
Slide 16 - Slide
Lessen van de SO - 1 -
regelmatig
werkwoord op -ER of -RE?
Voorbeelden?
- ER
dans
er
, se lev
er
,
se douch
er
,
jou
er,
march
er
-RE
attend
re
, descendre, perd
re
, répond
re
, vend
re
,
se perd
re
Kijk naar se doucher en se perdre. Wat valt je op?
Slide 17 - Slide
OEFENEN - 1 -
regelmatig
werkwoord op -ER of -RE?
Voorbeelden?
- ER
dans
er
, se lev
er
,
se douch
er
,
jou
er,
march
er
-RE
attend
re
, descendre, perd
re
, répond
re
, vend
re
,
se perd
re
Kijk naar se doucher en se perdre. Wat valt je op?
Slide 18 - Slide
Lessen van de SO -2-
APP3 (Regelmatige werkwoorden op -RE )
en APP 5 (wederkerende werkwoorden) niet door elkaar.
Hoe herken je een wederkerend werkwoord (APP 5)?
wederkerend voornaamwoord: SE (gehele werkwoord)
(me/te/se/nous/vous/se of m'/t'/ s')
Hoe vervoeg je een wederkerend werkwoord?
kijk naar de stam+uitgang--> regelmatig -
ER
of
RE
?
onregelmatig
?
se lev
er
, se perd
re
,
se faire mal, se mettre
Slide 19 - Slide
Lessen van de SO -3- welke tijd?
Tegenwoordige tijd in het Nederlands?
ik ben. Ik dans. Ik wacht.
Tegenwoordige tijd in het Frans?
Présent
. Je suis. je danse. j'attends.
Voltooide tijd in het Nederlands?
ik
heb
gedanst
. ik
heb
gewacht
. ik
ben
gebleven
.
altijd 2 dingen!
Voltooide tijd in het Frans?
Passé composé
j'ai dansé j'ai attendu je suis resté(e)--> huis van être
wat is speciaal bij passé composé van wederkerende werkwoorden?
Slide 20 - Slide
Lessen van de SO- test jezelf
Wat zijn de uitgangen (présent) van regelmatige werkwoorden op -
ER
?
Wat zijn de uitgangen (présent) van regelmatige werkwoorden op -
RE
?
Hoe zeg je tegenwoordige tijd en voltooide tijd in het Frans ?
Hoe maak je passé composé? welke 2 dingen nodig?
hoe maak je voltooid deelwoord van regelmatige werkwoorden op -ER ?
en op -RE?
Wanneer être en wanneer avoir als hulpwerkwoord bij passé composé?
waarop moet je letten bij passé composé met hulpwerkwoord être?
wat is speciaal bij passé composé van wederkerende werkwoorden?
Slide 21 - Slide
Huiswerk voor vandaag:
Lessen van de SO- we oefenen
vous......(perdre) (présent)
nous ......(vendre) (passé composé)
elle .....(descendre) (passé composé)
je (se laver) présent
zij heeft zich gewassen (se laver)
nous (se perdre) présent
nous (se perdre) passé composé
Slide 22 - Slide
antwoorden staan op Classroom
vous .
perd
ez
....(perdre) (présent)
nous
avons vend
u
......(vendre) (passé composé)
elle
est
descend
ue
....(descendre) (passé composé)
je
me
lav
e
(se laver) présent
zij heeft zich gewassen (se laver)
elle
s'
est
lav
ée
nous
nous
perd
ons
(se perdre) présent
nous
nous
sommes
perd
us
(se perdre) passé composé
Slide 23 - Slide
Tu as mal où?
Ça fait mal où?
Slide 24 - Slide
Tu as mal où?
Ça fait mal où? Révision APP 10
Avoir mal à + lidwoord
(pijn hebben aan)
à + le =
au
J'ai mal
au
ventre
à + la =
à la
J'ai mal
à la
tête
à + l' =
à l
' J'ai mal
à l'
oreille
à + les =
aux
J'ai mal
aux
yeux
Slide 25 - Slide
Prononciation APP 8 p. 41
Slide 26 - Slide
Les phrases APP 7 Maak aantekeningen
p. 40
7. Je ne me sen
s
pas bien du tout.
8. Prenez un comprimé deux fois par jour.
9. Vous n'avez pas besoin de tou
s
ces
médicaments.
Ce (m)/cette (v) /ces (mv) = die/deze/dit/dat
10 Je vais vous donn
er
quelque
s
conseil
s
.
je vais=ik ga
futur proche avec aller (gaan) (1 vwo U4)
Slide 27 - Slide
TIP voor het lezen
p. 31
T T
itel lezen
I I
nleiding lezen
P P
hoto's bekijken
Slide 28 - Slide
Tu fais les exercices 24A, 26, 28
p. 33-35
TIP: gebruik APP 8
Snel klaar?
Begin met oefening 29.
timer
10:00
Slide 29 - Slide
On corrige l'exercice 20 p. 30
1 des douleurs
2 une piqure d’insecte
3 une réaction allergique
4 par précaution
5 degrés
6 de l’eau non potable
7 une intoxication
8 protéger
Slide 30 - Slide
On corrige l'exercice 26 A p. 34
1 un prétexte
2 il tousse
3 il éternue
4 la grippe
5 un examen
6 cogné
7 le petit orteil
8 un pansement
9 dans le plâtre
10 absence
Slide 31 - Slide
On corrige l'exercice 26 B p. 34
1 la grippe
2 un prétexte
3 absence
4 il éternue
5 dans le plâtre
6 cogné
7 un pansement
8 un examen
Blijft over : il tousse en le petit orteil
Slide 32 - Slide
On corrige l'exercice 28 p. 35
1 Hugo ne peut pas venir au collège aujourd’hui.
2 Je suis sure qu’il a attrapé un rhume.
3 Il a 40 degrés de fièvre.
4 Il a un rendez-vous chez le médecin.
5 Il s’est cogné le petit orteil.
6 Il s’est aussi cassé le bras.
Slide 33 - Slide
Tu fais l'exercice 29 p. 36
TIP: gebruik APP 9
Snel klaar?
Begin met PAREN spel op
Classroom/Vandaag les.
timer
10:00
Slide 34 - Slide
On corrige l'exercice 24A p. 33
A a + 6
b + 1
c + 7
d + 2
e + 3
f + 5
g + 8
h + 4
Slide 35 - Slide
On corrige l'exercice 21 p. 31
1 B
2 A
3 A
4 Vous n’avez vraiment pas besoin de tous ces médicaments.
5 Je vais vous donner quelques conseils.
6 Ne restez pas trop longtemps au soleil.
Slide 36 - Slide
On révise les mots (APP1,2,4,10) Tu as mal où?
Werk samen. Travaille à 2 ou 3.
Vul het plaatje met woorden.
maak een lijst van mogelijke diagnoses.
voorbeeld: un rhume , une piqure d'insecte
Gebruik APP1,2,en 4.
maak een lijst van oplossingen/ medicijn
Gebruik App 1,2,4
NEEM HET BLAADJE VRIJDAG WEER MEE!
timer
8:00
Slide 37 - Slide
More lessons like this
86e les
June 2022
- Lesson with
27 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
85e les
June 2022
- Lesson with
23 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
82e les
May 2022
- Lesson with
34 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
83e les
May 2022
- Lesson with
36 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
81e les
May 2022
- Lesson with
23 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Maatwerk Havo2/3 (s08)
February 2023
- Lesson with
45 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2,3
79e les
May 2022
- Lesson with
27 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
80e les
May 2022
- Lesson with
22 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1