GGZ les 6: Rehabilitatie, herstel, LVB / ASS en ADHD

GGZ les 6: Rehabilitatie en herstel
Licht verstandelijke beperking en ontwikkelingsstoornissen
1 / 24
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

GGZ les 6: Rehabilitatie en herstel
Licht verstandelijke beperking en ontwikkelingsstoornissen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoel
Aan het einde van de les weet je wat rehabilitatie en herstel inhoudt en het verschil 
Aan het einde van de les weet je welke ontwikkelingsstoornissen er zijn 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Vandaag
Rehabilitatie en herstel
LVB
Ontwikkelingsstoornissen

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Rehabilitatie
Mensen met ernstige en langdurige beperkingen en participatieproblemen ondersteunen bij het verkennen, verkrijgen en behouden 
van hun activiteiten en participatiedoelen.


Waar revalidatie vooral gericht is op de persoon, richt rehabilitatie zich op de persoonlijke ontwikkeling en de sociale omgeving met als doel weer meer onderdeel te zijn van de maatschappij.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Kenmerken van rehabilitatie
  • Rehabilitatie is een proces
  • Gericht op activiteiten en maatschappelijke participatie
  • Gebruikmaken van de capaciteiten van de zorgvrager
  • Het streven is een zo normaal mogelijk sociaal leven

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Herstel
Leren omgaan met een psychische aandoening en regie krijgen over je eigen leven. 


  • Het overwinnen en ontdekken van jezelf
  • Het oppakken van sociale rollen
  • Het herwinnen van eigen identiteit

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Verschil herstel-rehabilitatie
Herstel komt vanuit de zorgvrager
Rehabilitatie komt uit de hulpverlener
Beide ondersteunen bij het nemen van eigen regie, richten op dingen die wel kunnen i.p.v. de ziekte.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Fasen van herstel
  • Overweldig worden door de aandoening
  • Worstelen met de aandoening
  •  Leven met de aandoening
  • Leven voorbij de aandoening

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Licht verstandelijke beperking
Is een IQ tussen de 50-70
Beperkingen in het aanpassingsvermogen die zijn ontstaan gedurende de ontwikkelingsperiode




Waar moet je als verzorgende rekening mee houden als je iemand met een licht vertandelijke beperking begeleidt?

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Ontwikkelingsstoornissen
Is een neurologische of psychische aandoening die optreedt bij kinderen of adolescenten en de normale ontwikkeling belemmert. De symptomen zijn uiteenlopend en er kunnen ook verschillende oorzaken zijn.

Autisme en Attention Deficit Hyperactivity Disorder 
(ADHD)
Kennen jullie iemand met Autisme of ADHD?
En wat herkennen jullie bij diegene?

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Autisme
De informatieverwerking gebeurt op een andere manier. Hierdoor kunnen er in het brein verstoringen optreden die samen zorgen voor bepaalde gedragskenmerken.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Kenmerken autisme
Vrouwen
Mannen
Beiden
Sociale contacten en vrienschappen zijn vaker aanwezig dan bij mannen met ASS
Minder sociale contacten en vriendschappen
Beperkingen op sociaal en communicatief gebied 
Sociaal contact kost veel energie
Doen minder moeite voor sociale contacten
Aanwezigheid stereotype patronen en belangstelling
Verschillende sociale rollen (werknemer, moeder, echtgenoot) kost veel energie
Minder sociale rollen (vader, werk)
Overbelasting 
kans op burn-out
Comorbiditeit komt vaker voor zoals eetstoornissen, angsten en depressie 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

ADHD
Moeite hebben om de aandacht ergens op te richten.
Last hebben van druk of impulsief gedrag.
Drie vormen van ADHD
  • Gecombineerd beeld: zowel druk en impulsief als moeite met het vasthouden van de aandacht
  • Overwegend onoplettend beeld (eerder ADD). Moeite met het vasthouden van de aandacht
  • Overwegend hyperactief/impulsief beeld: voornamelijk druk en impulsief gedrag

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Kenmerken ADHD 
Concentratieproblemen
Andere beleving van tijd
Hyperfocus
Problemen met het omgaan met geld
Erg druk zijn (hyperactief)
Veel praten
Dingen doen zonder na te denken (impulsief)
Vaak dingen kwijt zjin
Problemen in je leven
Makkelijk contact maken met anderen
Onrustig voelen
Snel beginnen en stoppen met een baan
Vergeetachtig zijn 
Stemmingswisselingen
Chronische verveling
Werkgeheugen
Slaapritme problemen

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Over- en onderprikkeling

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Oorzaak autisme en ADHD 


  • Erfelijkheid 
  • Omgeving 


Bij ADHD een mogelijke samenhang en blootstelling aan:
  •  Alcohol en drugs
  • vroeggeboorte
  • slaapproblemen 
  • maatschappelijke en culturelere factoren

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Opdracht verzorgend redeneren




Ga naar Canvas week 7,8 en 9 'Verdieping: Verzorgend redeneren de theorie'. 
Werk stap 1 t/m 4 uit over de Casus van Bram
Lever de opdracht in op Canvas voor 25 oktober. 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Voor volgende week 
Maak de opdracht verder af, lever hem in voor 25 oktober
Lees op Learnbeat hoofdstuk 7.4 D en beantwoord de vragen

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Wat is de definitie van rehabilitatie

A
Mensen met ernstige en langdurige beperkingen en participatieproblemen ondersteunen bij het verkennen, verkrijgen en behouden van hun activiteiten en participatiedoelen.
B
Valide zijn worden na een ongeval, ziekte of medische ingreep zoals een operatie. Behandeling is gericht op terugbrengen naar de eerdere lichamelijke, psychische of sociale toestand.

Slide 19 - Quiz

Mensen met ernstige en langdurige beperkingen en participatieproblemen ondersteunen bij het verkennen, verkrijgen en behouden
van hun activiteiten en participatiedoelen.

Hoeveel fases van herstel zijn er en welke fases zijn dit?

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Welk IQ-score heeft iemand met een LVB?
A
25-35
B
35-50
C
50-70
D
70-85

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Welke kenmerk hoort niet bij autisme
A
Moeite met prikkelverwerking
B
Moeite met sociale interactie
C
Bepaalde interesses hebben
D
Chronische verveling

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Wat voor begeleiding zou iemand met ADHD nodig kunnen hebben?

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

Wat vonden jullie van deze les?

Slide 24 - Open question

This item has no instructions