This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Verdieping Gehandicapten
Les 5
Autisme Spectrum Stoornis (ASS)
Slide 1 - Slide
Planning
Herhalen vorige les
Theorie Autisme
Interventies
Afsluiten
Slide 2 - Slide
Leerdoel
Aan het eind van de les weten jullie;
De kenmerken/ symptomen en oorzaak van ASS
Kennen jullie 3 verschillende interventies
Slide 3 - Slide
Noem de twee meest opvallende punten van ODD
Slide 4 - Open question
Noem het opvallende punt van CD
Slide 5 - Open question
Wat is het belang bij de behandeling van ODD
Slide 6 - Open question
Autisme Spectrum Stoornis
Autisme Spectrum Stoornis ook wel ASS
Voorheen werd er onderscheid gemaakt tussen een aantal ‘vormen’ van autisme zoals klassiek autisme, Asperger en PDD NOS
Tegenwoordig worden die termen eigenlijk niet meer gebruikt en vallen al die vormen onder de noemer ASS
Slide 7 - Slide
Kenmerken van ASS
Slide 8 - Mind map
Kenmerken
Autisme kenmerken komen bij alle mensen in meer of mindere mate voor
Zo vinden veel mensen het prettig om vaste routines aan te houden of
om zich langere tijd intensief met één onderwerp bezig te houden
Ook problemen op sociaal gebied zijn veel mensen niet vreemd
Slide 9 - Slide
Kenmerken
Een diagnose autisme krijg je als deze kenmerken zorgen voor serieuze lijden druk of voor grote problemen op levensgebieden (werk, vrije tijd en relaties)
De criteria hiervoor zijn onder andere:
1. Problemen op het gebied van sociale communicatie en sociale interactie
2. Repetitieve gedragspatronen, beperkte interesses of activiteiten
3. Over- of onder gevoeligheidvoor zintuiglijke prikkels
Slide 10 - Slide
Bedenk voorbeelden van problemen op het gebied van sociale communicatie en sociale interactie
Slide 11 - Mind map
Repetitieve gedragspatronen, beperkte interesses of activiteiten. Zoek op wat hiermee bedoeld wordt
timer
5:00
Slide 12 - Open question
Wat betekend over- of onder gevoeligheid voor zintuiglijke prikkels?
Slide 13 - Open question
Kenmerken
Door de kenmerken van autisme kunnen er extra psychische problemen ontstaan
Voorbeelden: Dwangmatig gedrag, depressie, angstproblemen en woedeaanvallen
Ongeveer 20% van de mensen met autisme heeft een verstandelijke beperking
Slide 14 - Slide
Wanneer herkenbaar
De symptomen worden vaak herkend in het tweede levensjaar
Kan ook eerder, dit is vaak het geval wanneer er sprake is van een grote ontwikkelingsachterstand
Ook kunnen de symptomen (veel) later dan het tweede levensjaar herkend worden, wanneer de symptomen subtieler zijn
Slide 15 - Slide
Autisme
De meeste kinderen met autisme blijven ook in hun latere leven voldoen aan de diagnose autisme
De symptomen kunnen verschillen per persoon, zo kunnen de problemen verschillen in ernst en types
Met alle mogelijke soorten en combinaties van beperkingen en kwaliteiten
Slide 16 - Slide
Oorzaak
Hoe de autismespectrumstoornis precies ontstaat, is niet bekend
Wel zijn er verschillende risicofactoren:
Erfelijkheid: Duidelijk is dat erfelijkheid een rol speelt.
Omgeving: Verschillende niet-specifieke risicofactoren, zoals een hogere leeftijd van de ouders of een laag geboortegewicht, kunnen bijdragen aan het risico op autisme.
Slide 17 - Slide
Opdracht
Scan de QR code
Hoe groot is het percentage van mensen met autisme in Nederland?
Slide 18 - Slide
Antwoord
Ruim 1% van de Nederlanders, ongeveer 200.000 mensen, heeft autisme
Het CBS maakte bekend dat 2,8 % van de Nederlandse kinderen (4 tot 12 jaar) volgens hun ouders een ASS heeft
Om echt meer te weten over hoe vaak ASS voor komt in Nederland dient eerst een studie te worden gedaan waarin we een screening laten volgen door gedegen diagnostiek.
Slide 19 - Slide
Komt autisme vaker voor bij mannen? Leg dit uit.
Slide 20 - Open question
Antwoord
Inmiddels is duidelijk dat autisme voorkomt bij zowel mannen als vrouwen.
Veel wetenschappers gaan op dit moment uit van de verhouding 4:1 – dus vier keer zoveel autisme bij mannen als bij vrouwen
Waarschijnlijk komt autisme bij vrouwen echter veel vaker voor, het wordt bij hen alleen minder snel herkend
De indruk bestaat dat meisjes en vrouwen met autisme andere klachten hebben dan jongens en mannen
Slide 21 - Slide
Wat denk jij?
Een Amerikaanse autismeonderzoeker Isabelle Rapin zei eens: ‘In mijn onderzoek ben ik heel erg precies in het diagnosticeren van autisme.
Maar in mijn klinische praktijk ben ik bereid een kind een zebra te noemen als het label ‘zebra’ het kind toegang geeft tot de zorg die het nodig heeft.’
Denk even na over wat de onderzoekster zegt, wat zou zij hier mee bedoelen?
Slide 22 - Slide
Opdracht
1. Scan de QR code 2. Type bij de zoekopdracht 1 van de 3 interventies in
VIPP-AUTI
Tom-training
Denken + Doen=Durven
3. Klik op de uitgebreide beschrijving
Straks gaan een paar studenten uitleggen wat ze hebben gevonden
Slide 23 - Slide
Interventie
Maak een korte omschrijving gericht op:
De samenvatting
De doelgroep
Het doel
De aanpak
Het materiaal
De onderbouwing
Het onderzoek
timer
10:00
Slide 24 - Slide
Ik heb gekozen voor de interventie:
Slide 25 - Open question
Wat zou je nog willen leren over ASS en hoe ga je dit voor elkaar krijgen?