evalueren en reflecteren

• Onderwijsassistenten
• MBO
• Studiejaar 1

evalueren en reflecteren

Doelen

De student:

- kent het belang van evalueren en reflecteren

- kan bij het evalueren onderscheid maken tussen resultaat en       proces

- maakt kennis met reflectiemethode STARRT en Korthagen 

Boek

Basisboek Didactiek, Communicatie en organisatie 

Hoofdstuk 7: Communiceren en reflectie 

Evalueren

Het is belangrijk om lessen, opdrachten of andere taken binnen het leerproces regelmatig te evalueren met leerlingen. Door terug te blikken op een les op basis van inhoud en proces kunnen leerlingen zich bewust worden van het waarom en het hoe van hun leren. Tevens kan er op deze manier gecontroleerd worden of de te leren doelen behaald zijn of dat er nog actiepunten nodig zijn. Door gebruik te maken van evaluaties kan worden nagegaan of leerlingen lesstof daadwerkelijk beheersen en welke vervolgacties er nog nodig zijn (Bijkerk en van der Heide, 2016).

Sneeuwballen

Doel: een les, lesstof, opdracht of onderwerp kort evalueren

Groepssamenstelling: klassikaal/ in groepen

Werkwijze

De leerlingen noteren op een A4'tje wat zij hebben geleerd. Op het teken van de docent maken zij van hun A4'tje een prop en gooien zij het door de klas. Iedere leerling pakt een prop papier vouwt deze open en noteert of de doelen van deze les zijn behaald. Opnieuw wordt er weer een prop van het papier gemaakt en op het teken van de docent worden de 'sneeuwballen' weer door de klas gegooid. Iedere leerling pakt weer een nieuwe prop papier, vouwt deze open en noteert nu eventuele tips en tops op wat betreft de les/lesinhoud. Eventueel kunnen er nog meer rondes worden ingezet waarbij er bijvoorbeeld specifieke tip voor de docent of voor de individuele leerlingen worden gegeven. Tijdens de laatste ronde gooien alle leerlingen alle 'sneeuwballen' naar de docent. Door deze werkvorm kunnen leerlingen bewust nadenken wat ze hebben gedaan, wat ze hebben geleerd, hoe zij dit kunnen toepassen en welke mogelijke verbeterpunten er zijn. Dit kan ook weer leiden tot interessante informatie voor de docent. 

Wat weet je nog over....

OBSERVEREN

Evalueren op.....

Resultaat: is het doel behaald? Hoe heb je dat gemeten?

Proces: hoe is het doel behaald? Bijvoorbeeld: samenwerken, probleemoplossen....

Reflecteren

Bij reflecteren kijk je vooral naar jezelf, je houdt jezelf een spiegel voor. Hoe heb ik gehandeld, hoe heb ik gereageerd en hoe voelde dat? Bij reflecteren kijk je ‘dieper dan bij evalueren:

Je kijkt naar de situatie, de omgeving en de context

Je onderzoekt jouw gedrag en vaardigheden 

Je achterhaalt jouw motivatie, overtuigingen en drijfveren 

Reflectiespiraal  van Korthagen

STARR-methode

Stap 1: Handelen/ ervaren   

Bij stap 1 beschrijven de studenten een ervaring die ze hebben meegemaakt op de stage. Deze situatie kunnen ze omschrijven met behulp van de STARR methode: wat was de situatie, welke taak had ik? Welke acties heb ik ondernomen? En wat was het resultaat van de acties? 

 

Stap 2: Terugblikken 

Wat is er gebeurd? Wat wilde je gaan doen? En wat voelde je? Kijk eens terug op de stage ervaring die je bij 1 hebt beschreven. 

 

Stap 3: Bewustwording 

Wat betekende het voor je? Is het voor het eerst dat dit gebeurt? Wat wil je anders doen? Bij stap 3 moet je bewust worden van hoe de situatie precies is verlopen en wat het voor jou heeft betekend. 

 

Stap 4: Alternatieven ontwikkelen 

Hoe kun je het anders aanpakken? Welke alternatieven? Welke voor- en nadelen? En hoe ga ik het de volgende keer aanpakken. Stel dat je volgende week op stage weer deze les/ actie/ activiteit/ begeleiding uit moet voeren, wat zou je dan anders gaan doen zodat het beter/ anders verloopt? 

 

Stap 5: Uitproberen 

Wat wil je dan een volgende keer bereiken wat de 1e keer niet is gelukt? Wat ga je uitproberen en wat heb je daarvoor nodig?