Les 20 - Spelling H4: Hoofdletters

Azra
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Azra

Slide 1 - Slide

Voordat de timer afgaat...
1. Jas uit en tas van tafel
2. Nederlands boek + schrift op tafel
3. Zit op je VASTE plek

Welkom!

Klassenregels

- We laten een ander uitpraten
- We letten op ons taalgebruik
- We houden elkaar en elkaars spullen met rust
- Het klaslokaal blijft netjes
- We hebben respect voor elkaar
timer
2:00

Slide 2 - Slide

Toets 8 februari
Hoofdstuk 3 woordenschat, grammatica & spelling
Woordenschat: 
- van zelfstandig naamwoord -> bijvoeglijk naamwoord
- woorden 1 & 2 uit je hoofd leren

Grammatica: 
- herhaling alle zinsdelen (persoonsvorm, onderwerp, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp)
- bijwoordelijke bepaling

Spelling:
- voltooid deelwoorden en hoofdletters

Slide 3 - Slide

Lesplanning
- Lesdoel
- Herhaling: wat weet je nog?
- Voorkennis: wat weet je al?
- Uitleg hoofdletters
- Zelfstandig werken
- Opdrachten bespreken
- Afsluiting

Slide 4 - Slide

Aan het einde van de les...
... weet ik wanneer ik een hoofdletter moet schrijven

Slide 5 - Slide

Herhaling: wat weet je nog?
1. Wat zijn voltooid deelwoorden? 

2. Wat moet een zin altijd hebben als er een voltooid deelwoord in staat?

3. Hoe weet je of er een -t of -d bij een voltooid deelwoord komt?

Slide 6 - Slide

Herhaling: wat weet je nog?
1. Wat zijn voltooid deelwoorden? 
- werkwoorden die aangeven dat iets al is gebeurd

2. Wat moet een zin altijd hebben als er een voltooid deelwoord in staat?
- een persoonsvorm 

3. Hoe weet je of er een -t of -d bij een voltooid deelwoord komt?
- verlengmethode of 'T Kofschip

Slide 7 - Slide

Hoe spel je het voltooid deelwoord van

Gebeuren
A
... is gebeurd
B
... is gebeurt

Slide 8 - Quiz

Hoofdletters

Slide 9 - Mind map

Hoofdletters
  • Je begint iedere zin met een hoofdletter.
  • Namen (van landen, personen, straten, winkels etc.) schrijf je met een hoofdletter.
  • Merknamen schrijf je met een hoofdletter. 
  • Feestdagen schrijf je met een hoofdletter.

  • Namen van maanden, dagen van de week, windstreken en seizoenen schrijf je NIET met een hoofdletter.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
december
B
December

Slide 12 - Quiz

Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
lente
B
Lente

Slide 13 - Quiz

Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
titanic
B
Titanic

Slide 14 - Quiz

Hoofdletter of een hoofdletter?
A
Kerstmis
B
kerstmis

Slide 15 - Quiz

Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
Gucci
B
gucci

Slide 16 - Quiz

Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
Kerstcadeau
B
kerstcadeau

Slide 17 - Quiz

Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
Stationsstraat
B
stationsstraat

Slide 18 - Quiz

Zelfstandig werken / verlengde instructie
Wat
Hoofdstuk 3 Spelling
Blz. 116
Opdracht 8 en 9
Hoe
Nederlands boek en schrift
Hulp
Zelfstandig of uitleg (bij mij)
Tijd
15 minuten
Klaar?
Goed! Verder met de andere opdrachten 
Staat in de weekplanners

timer
15:00

Slide 19 - Slide